OPMERKINGEN:
— Toewijzing van lagefrequentiesignaalbereik —
• De enige signalen die worden voortgebracht via het subwooferkanaal zijn LFE-signalen (tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die in het
instelmenu zijn ingesteld op "SMALL". Het lagefrequentiesignaalbereik van kanalen die zijn ingesteld op
"LARGE" wordt voortgebracht via die kanalen.
— Crossover-frequentie —
• Wanneer "Subwoofer" is ingesteld op "Yes" in de "Speaker Configuration Setting", stel dan de frequentie
(Hz) in waaronder het basgeluid van de verschillende luidsprekers moet worden uitgevoerd via de
subwoofer (de crossover-frequentie).
• Voor luidsprekers die zijn ingesteld op "Small" wordt geluid met een frequentie die lager is dan de
crossover-frequentie afgesneden en wordt het afgesneden basgeluid uitgevoerd via de subwoofer.
OPMERKING: Voor gewone luidsprekersystemen raden wij aan de crossover-frequentie in te stellen op 80
Hz. Wanneer u echter kleine luidsprekers gebruikt, kan het instellen van een hoge crossover-
frequentie de respons voor frequenties in de buurt van de crossover-frequentie verbeteren.
— Subwooferstand —
• De instelling van de subwooferstand geldt alleen wanneer "LARGE" is ingesteld voor de voorste
luidsprekers en "YES" voor de subwoofer in de instellingen van de "Speaker Configuration"
(luidsprekerconfiguratie) (zie blz. 197).
• Wanneer de weergavestand "LFE+MAIN" is gekozen, wordt het lagefrequentiesignaalbereik van de
kanalen die zijn ingesteld op "LARGE" gelijktijdig via die kanalen en het subwooferkanaal voortgebracht.
In deze weergavestand breidt het lagefrequentiebereik zich eenvormiger uit in de kamer, maar kan -
afhankelijk van de afmetingen en de vorm van de kamer - interferentie resulteren in een vermindering van
het werkelijke volume van het lagefrequentiebereik.
• In de weergavestand "LFE" wordt het lagefrequentiesignaalbereik van het kanaal dat is ingesteld op
"LARGE" alleen via dat kanaal weergegeven. Bijgevolg is het lagefrequentiesignaalbereik dat wordt
weergegeven via het subwooferkanaal alleen het lagefrequentiesignaalbereik van LFE (alleen tijdens de
weergave van Dolby Digital- of DTS-signalen) en het kanaal dat is ingesteld op "SMALL" in het instelmenu.
• Kies de weergavestand die de lage tonen benadrukt.
• Wanneer de subwoofer op "Yes" is ingesteld, worden de lage tonen via de subwoofer gestuurd, ongeacht
de instelling van de subwoofer-modus in alle surround-modi behalve Dolby/DTS.
• Als in andere surroundstanden dan Dolby Digital en DTS de subwoofer is ingesteld op ja "YES", worden de
lage frequenties altijd uitgevoerd naar het subwooferkanaal. Zie "Surroundstanden en parameters" op blz.
214 voor meer informatie.
198
NEDERLANDS
Instellen van de vertragingstijd
• Voer de afstand in van de luisterpositie tot de verschillende luidsprekers om de vertragingstijd voor de
surroundstand in te stellen.
Voorbereidingen:
Meet de afstanden van de luisterpositie tot de luidsprekers
(L1 tot L5 op de afbeelding rechts).
L1: Afstand van de middenluidspreker tot de luisterpositie
L2: Afstand van de voorste luidsprekers tot de luisterpositie
L3: Afstand van de surroundluidsprekers tot de luisterpositie
L4: Afstand tussen surround-achterluidsprekers en luisterpositie
L5: Afstand van de subwoofer tot de luisterpositie
OPGELET:
Merk op dat het verschil in afstand tussen de verschillende luidsprekers 4,5 m of minder moet zijn.
OPMERKING:
• Als de "Speaker Configuration" (luidsprekerconfiguratie) instelling op "None" is gezet, zijn er geen luidsprekers ingesteld.
1
2
3
Subwoofer
Selecteer de luidspreker die u wil instellen.
8 FRONT L
3.6m
Stel de afstand tussen luidspreker en luisterpositie in.
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt, verandert de afstand in stappen van 0,1
meter. Kies de waarde die de gemeten afstand het dichtst benadert.
Druk op de ENTER- of
- (omlaag) toets om over te schakelen naar de instelling
van de testtoon.
FL
Center
FR
L
L
1
2
Luisterpositie
L
5
L
SL
SR
3
L
4
SB