de knop Y (paragraaf 3.1).
Wil men na deze instellingen, die nodig zijn om te las-
sen, de "slope"-tijden of andere parameters instellen, ga
dan te werk zoals wordt beschreven bij paragraaf 3.1.
Om op te slaan in het eerder gekozen programma, moet
langer dan 3 seconden op de knop AQ worden gedrukt
tot het nummer stopt met knipperen.
Om op te slaan in een ander programma, moet een
keuze worden gemaakt door kort de knop AQ in te druk-
ken, om de knop AQ vervolgens langer dan 3 seconden
ingedrukt te houden.
3.6.3 Opslaan uit een opgeslagen programma.
Vanuit een reeds opgeslagen programma kan de lasser
de in het geheugen aanwezige gegevens wijzigen om het
programma te updaten of om nieuwe parameters te vin-
den om op te slaan in een ander programma.
3.6.3.1 Updaten
· Kies nadat de machine is ingeschakeld de te wijzigen
parameters en wijzig deze.
· Druk langer dan 3 seconden op de knop AQ tot de
opslag wordt bevestigd (programmasymbool gaat van
knipperend continu branden).
3.6.3.2 Opslaan in een nieuw programma
· Kies nadat de machine is ingeschakeld de te wijzigen
parameters en wijzig deze.
· Ga lassen, al dan niet kort.
· Druk kort op de knop AQ tot het gewenste programma
verschijnt.
· Druk continu op de knop AQ tot de opslag wordt beves-
tigd (programmasymbool gaat van knipperend continu
branden).
3.6.4 Synergisch lassen.
Het doel van "synergie" is de lasser snel door de instel-
ling van de parameters voor het TIG-lassen te leiden. Het
is dus geen noodzakelijk doel, maar een suggestief
doel.
De "synergische" relaties tussen stroom, dikte en elektro-
dediameter zijn ontwikkeld met grijskleurige Ceriati 2%-
elektroden (EN 26848 WC20 ) bij een wisselstroomfre-
quentie van 90 Hz.
De golfvorm waarmee de proeven zijn uitgevoerd, is 12
(bij penetratie blok – bij reiniging sinus).
De logica: De lasser stelt in relatie tot het lasproces het
te lassen type materiaal, de laspositie en de dikte in. Met
betrekking tot deze keuzen wordt hem een elektrodedia-
meter voorgesteld en als hij deze bevestigt, maakt de
machine zich klaar om te lassen.
Inschakelen van synergie.
Druk kort (minder dan 0,7 sec.) op de knop H: de led I
(Syn) gaat tegelijk met de led L (materiaal) branden. Het
display O gaat uit en het display U toont een bericht dat
hoort bij het te lassen materiaal (zie beschrijving led L).
Draai aan de knop Y om de keuze te maken.
Door nogmaals op de knop H te drukken, wordt de mate-
riaalkeuze bevestigd en gaat de led M branden. Het dis-
play U toont de beschikbare lasposities (zie beschrijving
led M).
Draai aan de knop Y om de keuze te maken. Door nog-
maals op de knop H te drukken, wordt de positiekeuze
bevestigd en gaat de led S branden. Het display O toont
de ingestelde stroom, het display U toont de dikte, in mil-
limeters, in relatie tot de stroom (zie beschrijving led S).
Door nogmaals op de knop H te drukken, wordt de dikte-
keuze bevestigd en gaat de led R branden.
In relatie tot de ingestelde keuzen van materiaal, positie,
dikte en stroom, worden een of meerdere elektrodedia-
meters voorgesteld. De aanbevolen elektrode wordt als
eerste voorgesteld en de numerieke waarde van de dia-
meter zal altijd continu branden in combinatie met de let-
ter A; zijn er twee diameters binnen het stroombereik
waarvan de instelling van de geselecteerde ampèrewaar-
den voor het lassen valt, dan wordt de tweede elektrode-
diameter alleen voorgesteld als de encoder Y wordt
gedraaid. Ook de tweede keuze wordt continu brandend
weergegeven. Wordt de encoder verder gedraaid, dan
toont het display U knipperend de diameter die groter is
dan de tweede keuze en de diameter die kleiner is dan de
eerste keuze.
Omdat de elektrodediameter hoofdzakelijk het startni-
veau AO en de minimumstroom AI definieert, kan de las-
ser een niet aanbevolen combinatie kiezen.
De lasser heeft nu twee keuzemogelijkheden:
1. De synergie verlaten zonder de gemaakte keuzen te
bevestigen. Druk daartoe kort op de knop H; de led I gaat
uit en het paneel toont de instellingen zoals die golden
voordat naar synergie werd gegaan.
2. De synergie bevestigen door langer dan 0,7 seconden
op de knop H te drukken. Dan worden alle functies met
betrekking tot de synergie ingesteld en als deze gekozen
worden met de knop AP, toont het display U het bericht
"AU" (automatisch).
De led I blijft branden ter bevestiging dat de parameters
zijn ingesteld.
Samengevat, op het moment van bevestiging van de
elektrodediameter (door de knop H lang in te drukken als
de led R is geselecteerd) worden de functies start, Wave,
Hz, balancering en stroom AI gereedgemaakt volgens de
eerder beschreven automatische logica. Bij de bevesti-
ging van de elektrode gaat de led R uit en de led I aan.
4 AFSTANDBEDIENINGEN
Voor de regeling van de lasstroom kunnen op deze las-
machine de volgende afstandbedieningen worden aange-
sloten:
Art. 1256 TIG-toorts, alleen knop (watergekoeld).
Art. 1258 TIG-toorts, UP/DOWN (watergekoeld).
Art. 193 Voetpedaal (voor TIG-lassen)
Art. 1192 + Art. 187 (voor MMA-lassen)
Art. 1180 Aansluiting voor gelijktijdige aansluiting van
toorts en voetpedaal. Met dit accessoire kan art. 193 in
elke TIG-lasmodus worden gebruikt.
De bedieningsorganen met een potentiometer rege-
len de lasstroom van de met de knop Y ingestelde
minimum- tot maximumwaarde.
De bedieningsorganen met UP/DOWN-logica regelen
de lasstroom van de minimum- tot de maximumwaar-
de.
De instellingen van de afstandbedieningen zijn altijd actief
in het PL-programma, terwijl dat in een opgeslagen pro-
gramma niet het geval is.
85