Probleem
A.
De spuit start niet.
B.
De spuit start wel, maar zuigt
geen verf aan wanneer de knop
PRIME/SPRAY op PRIME staat.
C.
De spuit zuigt wel verf aan,
maar de druk valt weg wanneer
de trekker wordt aangetrokken.
D.
De knop PRIME/SPRAY staat
op SPRAY en toch stroomt
materiaal terug door de
retourslang.
E.
Het spuitpistool lekt.
F.
Het spuitmondstuk lekt.
G.
Het spuitpistool spuit niet.
H.
Het spuitpatroon is
ongelijkmatig.
* Voor deze procedures zijn speciale reparatiesets met instructies verkrijgbaar. Zie het gedeelte Onderhoud in deze handleiding voor een
lijst met reparatiesets en de corresponderende onderdeelnummers.
Dagelijks onderhoud -
Het enige dagelijkse onderhoud dat nodig is, is grondige reiniging en smering na gebruik. Voer de reinigings- en
smeringsprocedures in deze handleiding uit.
Uitgebreid onderhoud -
enige betrouwbare indicator voor het tijdstip waarop versleten onderdelen moeten worden vervangen, is echter de werking van de pomp.
Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen voor meer informatie over het gebruik van de reparatiesets.
All manuals and user guides at all-guides.com
Oorzaak
1.
De spuit is niet aangesloten op het stopcontact.
2.
De schakelaar AAN/UIT staat op de stand UIT
(O).
3.
De spuit is uitgezet terwijl deze nog onder
druk stond.
4.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
5.
Het verlengsnoer is beschadigd of heeft
onvoldoende capaciteit.
6.
Er is een zekering gesprongen in de spuit.
7.
Er is een probleem met de motor.
1.
Het toestel kan niet goed worden
geprepareerd of is ontsteld.
2.
Het verfvat is leeg of de aanzuigslang is niet
volledig ondergedompeld in de verf.
3.
Het aanzuigstuk is verstopt.
4.
De aanzuigslang zit los bij de inlaatklep.
5.
De inlaatklep zit vast.
6.
De inlaatklep is versleten of beschadigd.
7.
De knop PRIME/SPRAY is verstopt.
1.
Het spuitmondstuk is versleten.
2.
Het inlaatfilter is verstopt.
3.
Het pistoolfilter is verstopt.
4.
De verf is te zwaar of te grof.
5.
Het inlaatklepstuk is versleten of beschadigd.
1.
De knop PRIME/SPRAY is vuil of beschadigd.
1.
Interne onderdelen van het pistool zijn vuil of
versleten.
1.
Het mondstuk is niet goed aangebracht.
2.
Een afsluitring is vuil.
1.
Het pistoolfilter of de spuitmond is verstopt.
2.
Het spuitmondstuk staat in de achterwaartse
stand.
1.
De druk is te laag ingesteld.
2.
Het pistoolfilter, de spuitmond of het
aanzuigfilter is verstopt.
3.
De aanzuigslang zit los bij de inlaatklep.
4.
Het mondstuk is versleten.
5.
De verf is te dik.
6.
Drukverlies.
Sommige onderdelen van de pomp zijn aan slijtage onderhevig en moeten uiteindelijk worden vervangen. De
PP117 - Problemen oplossen / Onderhoud
Oplossing
1.
Sluit de spuit aan op het stopcontact.
2.
Zet de schakelaar AAN/UIT op de stand AAN (I).
3.
Zet de PressureTrac™ op maximum (+), of verminder de
druk door de knop PRIME/SPRAY op PRIME te zetten.
4.
Controleer de netspanning.
5.
Vervang het netsnoer.
6.
Breng de spuit naar een geautoriseerd servicecentrum.
7.
Breng de spuit naar een geautoriseerd servicecentrum.
1.
Probeer het toestel nogmaals te prepareren.
2.
Vul het verfvat bij of dompel de aanzuigslang in de verf.
3.
Reinig de aanzuigset.
4.
Reinig de slangkoppeling en draai deze stevig aan.
5.
Reinig de inlaatklep. De inlaat kan vastzitten door de
aanwezigheid van oude verf. Gebruik de Quickflo™-klep
om hem los te maken.
6.
Gebruikt de reparatieset voor het pompgedeelte*.
7.
Breng de spuit naar een geautoriseerd servicecentrum.
1.
Vervang het spuitmondstuk door een nieuwe.
2.
Reinig het inlaatfilter.
3.
Reinig of vervang het juiste filter. Houd altijd extra filters
bij de hand.
4.
Verdun of filter de verf.
5.
Gebruikt de reparatieset voor het pompgedeelte.*
1.
Breng de spuit naar een geautoriseerd servicecentrum.
1.
Breng de spuit naar een geautoriseerd servicecentrum.
1.
Controleer het spuitmondstuk en breng het op de juiste
manier aan.
2.
Reinig de afsluitring.
1.
Reinig de spuitmond of het pistoolfilter.
2.
Zet het spuitmondstuk staat in de voorwaartse stand.
1.
Verhoog de druk.
2.
Reinigen.
3.
Draai de bevestiging van de aanzuigslang vast.
4.
Vervang het spuitmondstuk.
5.
Verdun de verf.
6.
Zie oorzaken en oplossingen voor probleem C.
49