4.
Ingebruikname
4.1 Opstellingsinstructies
Bescherm het apparaat tegen schokken, trillingen, sterke hitte of koude, tocht, chemicaliën en vocht
door een plaats te kiezen waar het wordt geïnstalleerd.
Plaats de weegschaal op een stevige, vrije en horizontale ondergrond.
f
Zorg ervoor dat er geen kabels of andere voorwerpen onder de weegschaal bekneld raken.
f
4.2 Stroomvoorziening
De stroom wordt standaard geleverd via een 6V 2.3Ah oplaadbare loodzuurbatterij of de geïntegreerde
voedingskabel.
Er zijn drie batterij-indicatoren op het display:
Hoog = De batterijspanning is groter dan 6,3V
Medium = De batterijspanning ligt tussen 6V en 6,3V
Laag = De batterijspanning is lager dan 6V
Let op:
Als de batterijspanning onder de 5,6V komt, wordt de balans automatisch uitgeschakeld.
Wanneer „-bAtLo-" wordt weergegeven, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het netsnoer aan om
de batterij op te laden. De volledige oplaadtijd is ongeveer 10-12 uur. De balans kan op wisselstroom
blijven werken terwijl het opladen bezig is.
De levensduur van de batterij en de oplaadtijd zijn afhankelijk van het gebruik. Na verloop van tijd zal de
gebruiksduur per volledige lading afnemen. Als de gebruiksduur niet langer acceptabel is, moet de
batterij worden vervangen. Als het saldo voor een langere periode wordt opgeslagen, moet de batterij
om de 90 dagen worden opgeladen om een voortijdige verslechtering van de prestaties te voorkomen.
Om de batterij te sparen heeft de weegschaal twee energiebesparende functies:
Energiebesparende modus: Het display wordt na 40 seconden donkerder als er geen gewicht op
f
het platform staat, maar de weegschaal is niet uitgeschakeld. Wanneer u gewicht op het platform
plaatst, wordt het display automatisch weer ingeschakeld.
Automatische uitschakeling: De weegschaal wordt na 10 minuten automatisch uitgeschakeld als
f
er geen toets wordt ingedrukt of het gewicht wordt gewijzigd.
52