Lopen; Lopen Van Korte Afstanden (Functie "Walk-To-Run"); Gaan Zitten - Ottobock Genium 3B1-2 Instrucciones De Uso

Zodra de voet naar voren of naar achteren wordt afgerold of het been wordt gestrekt, wordt de
weerstand weer verlaagd tot de standfaseweerstand.
Wanneer er aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, maar er een zittende houding
wordt aangenomen (bijv. tijdens het autorijden), wordt het kniescharnier niet geblokkeerd.
Bewuste vergrendeling van het scharnier
1) Zet de knie in de gewenste hoek.
2) Ontlast de prothese niet volledig.
3) Houd de knie korte tijd (1/8 seconde) in dezelfde hoek. Door deze korte tijd wordt een onbe­
doelde activering van de stafunctie vermeden.
→ Het geblokkeerde scharnier kan nu in de buigrichting worden belast.
Bewuste vergrendeling van het scharnier opheffen
► Wanneer u het been bewust strekt of ontlast, wordt de blokkering van het kniescharnier weer
opgeheven.

8.1.2 Lopen

De eerste keren dat er met de prothese wordt gelopen, moet dat altijd gebeu­
ren onder leiding van een geschoolde vakspecialist.
In de standfase houdt de hydraulische eenheid het kniescharnier stabiel en in
de zwaaifase geeft de hydraulische eenheid het kniescharnier vrij, zodat het
been vrij naar voren kan worden gezwaaid.
Om te kunnen omschakelen naar de zwaaifase moet de voet vanuit de schre­
destand via de prothese naar voren worden afgerold.

8.1.3 Lopen van korte afstanden (functie "Walk-to-run")

Voor het snelle overwinnen van korte afstanden herkent het kniescharnier in de
basismodus de overgang van een rustige naar een hardloopbeweging en past
automatische de volgende instellingen aan:
•
•
De voorwaarden om automatisch naar de hardloopbeweging om te schakelen
zijn een snelle voorwaartsbeweging van het prothesebeen en een hoge dyna­
mische belasting van het kniescharnier. Wanneer vanuit de hardloopbeweging
wordt gestopt, worden de gewijzigde instellingen weer naar de standaard­
waarden teruggeschakeld.

8.1.4 Gaan zitten

De weerstand in het kniescharnier van de prothese bij het gaan zitten zorgt
ervoor dat de prothese gelijkmatig inzakt in de zittende positie.
1) Zet beide voeten naast elkaar op dezelfde hoogte.
2) Wanneer u gaat zitten, belast beide benen dan evenveel en gebruik de
3) Beweeg het zitvlak in de richting van de rugleuning en buig het bovenli­
INFORMATIE: De weerstand bij het gaan zitten kan met de Cockpit App
of de afstandsbediening via de parameter "Weerstand" worden veran­
derd (zie pagina 309).
302 | Ottobock
De zwaaifasehoek wordt vergroot
Bij hielcontact (PreFlex) wordt de voorflexie van 4° naar 0° gereduceerd.
armleggers, voor zover deze aanwezig zijn.
chaam naar voren.