Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
UITBLAASKEERPLATEN MONTEREN
OPMERKING: het opvangsysteem beschikt over optionele
dekkeerplaten, die zijn ontworpen om te voorkomen dat
grasresten worden uitgeblazen wanneer u maait onder
extreem droge omstandigheden. Als de omstandigheden niet
extreem droog zijn, zijn de keerplaten mogelijk niet nodig.
1.
Verwijder het bevestigingsmateriaal uit de middelste
keerplaat van het dek.
2.
Plaats de linker keerplaat van de set tussen de dekmantel
(A) en de voorkant van het dek.
3.
Bevestig de linker keerplaat (B) en de middelste keerplaat
aan de dekmantel met vier slotbouten van 1 inch en
moeren die bij de set worden geleverd. Gebruik daarvoor
een sleutel van 7/16".
4.
Gebruik een sleutel van 1/2" en installeer de rechter
keerplaat (C) aan de meszijde van de dekmantel. Zet de
keerplaat vast met twee slotbouten van 1/2" en moeren uit
de set.
5.
Alleen dek van 48" - bevestig de blokkeringsplaat (D) aan
de linkerkant van de uitvoeropening van het dek met een
3/4" bout en moer.
A
OPVANGBAK MONTEREN
1.
Gebruik twee sleutels van 15/16" en verwijder de onderste
bouten (A) van het kantelbeveiligingssysteem. Bewaar de
ring en moer voor de volgende stap.
2.
Breng aan weerszijden een koppelpen (B), ring en moer
aan waar de bout van het kantelbeveiligingssysteem is
verwijderd. Draai de koppelpennen en moeren vast met
sleutels van 15/16" en 1-1/4".
MONTEREN
D
C
B
A
C
B
3.
Breng de montagepennen (C) aan door de
kantelbeveiligingssysteembuis in de voorgeboorde
gaten ongeveer 45,72 cm vanaf de onderkant van de
kantelbeveiligingssysteembuis. De pen loopt van buiten
naar binnen, zodat de schroefdraad aan de binnenkant
van de buis zit. Zet elke zijde vast met moeren en draai ze
vast met sleutels van 3/4" en 9/16".
4.
Verwijder de linker borgpen (D) van het
kantelbeveiligingssysteem en breng deze opnieuw aan op
de hendel aan de andere kant van het scharnier.
5.
Installeer op elke koppelstang (E) de borgpeneenheid (F)
aan de onderkant.
6.
Bevestig de montagepennen (G) van de koppelstang aan
de boveneinden van de koppelstangen en zorg dat de kop
van de bout op de buitenkant van de stang rust.
7.
Bevestig de banden (H) aan de
koppelstangmontagepennen, voeg ringen (I) toe en zet ze
vast met klemmen (J). Bevestig de koppelstangen aan de
achterkant van de trechter met twee bouten (K) en moeren
(L) per kant.
K
8.
Houd het trechterluik bij de volgende stappen dicht met
een touw, kabelbinders of klemmen.
OPMERKING: we raden aan dat twee personen de
trechtereenheid op de maaier tillen.
9.
Trek de veerbelaste borgpennen (M) omhoog en draai
ze naar buiten. Houd de trechter dicht bij de achterkant
van de maaier, til de trechter omhoog en zet deze op de
koppelpennen die op het kantelbeveiligingssysteem zijn
aangebracht.
45
G
E
L
I
M
D
F
H
J
Tabla de contenido
