• De universele afstandsbediening niet openen. De afstandsbediening bevat
geen onderdelen die door de gebruiker dienen te worden onderhouden.
• De universele afstandsbediening dient, net als alle elektrische apparatuur,
buiten het bereik van kinderen gehouden te worden.
4. Eerste stappen – plaatsen van de batterijen
Aanwijzing
• Wij adviseren alkaline batterijen. Gebruik twee batterijen van het type
„AAA" (LR 03/Micro).
• Verwijder het batterijdeksel aan de achterzijde van de universele afstands-
bediening.
• Plaats vervolgens de batterijen met inachtneming van de polariteit (+/-),
zoals in het batterijvak is aangegeven.
• Sluit het batterijvak.
Aanwijzing: Code-opslag
• Iedere geprogrammeerde code of iedere toets met een aangeleerde functie
blijft ook tijdens het vervangen van batterijen bewaard.
Aanwijzing: Batterijspaarfunctie
• Indien er een toets langer dan 15 seconden wordt ingedrukt, dan zal de
afstandsbediening automatisch uitschakelen. Dit is een energiebesparende
functie voor de batterijen indien de afstandsbediening wordt ingeklemd en
dientengevolge toets(en) continu worden ingedrukt, zoals bijv. tussen de
kussens van het bankstel.
Aanwijzing: Indicator voor zwakke batterijen
• Deze afstandsbediening geeft aan dat de batterijen zwak worden.
Knippert na het bedienen van een toets het statusledje 5 maal, dan zijn de
batterijen zwak en dienen snel te worden vervangen.
5. Setup
Aanwijzing
• Houd de afstandsbediening voor een correcte infrarood-overdracht altijd in
de richting van het te bedienen toestel.
• De Setup-modus wordt na ca. 30 seconden automatisch beëindigd, voor
zover er geen toets wordt bediend. Het statusledje knippert 3 maal en gaat
vervolgens uit.
• Ieder type toestel kan onder een willekeurige toets worden gepro-
grammeerd, bijv. kan een televisietoestel onder [DVD], [AUX] worden
geprogrammeerd.
• U kunt met de universele afstandsbediening geen toestel bedienen, zolang
zich dit in de Setup-modus bevindt. Verlaat de Setup-modus, en selecteer
het te bedienen toestel met behulp van de toetsen voor de apparatuurse-
lectie.
• Steeds als er een toets wordt bediend knippert het statusledje en geeft aan
welke apparaat-modus actief is.
48