•
De minimale hoeveelheid water in het systeem is 50 liter. Als deze waarde
kan niet worden bereikt, installeer extra buffertank (Ter plaatse te leveren).
•
Zorg ervoor dat onderdelen die in het watercircuit geïnstalleerd zijn tijdens
de werking de waterdruk kunnen weerstaan.
•
Gebruik geen versleten slangen.
•
Oefen niet heel veel kracht uit op de leidingen omdat dat de leidingen zou
kunnen beschadigen.
•
Gebruik een goede afdichting die bestand is tegen druk en temperatuur
van het systeem.
•
Draai vooral de aansluiting met twee steeksleutels vast. Draai de moeren
verder aan met een momentsleutel die u hebt afgesteld op het moment
dat wordt vermeld in de tabel.
•
Bedek het einde van de leiding zodat er geen vuil en stof in kan komen
wanneer u de leiding door een wand steekt.
•
Gebruik een goede afdichting die bestand is tegen druk en temperatuur
van het systeem.
•
Als u niet-koperen metalen leidingen gebruikt voor de installatie, is het
belangrijk dat u de leidingen isoleert zodat galvanische corrosie wordt
voorkomen.
•
Gebruik de juiste moeren voor alle leidingaansluitingen op de tankunit en
reinig alle leidingen vóór installatie met kraanwater. Zie voor details het
schema van leidingposities.
Leidingaansluitingen
g
h
&
i
j
&
VOORZICHTIG
Draai niet te vast, daar anders waterlekkages kunnen ontstaan.
•
Het is belangrijk dat u het watercircuit isoleert, zodat vermindering van
de verwarmingscapaciteit wordt voorkomen.
•
Controleer na de installatie tijdens een testrun dat er geen water lekt in
de buurt van de aansluiting.
•
Als u de leiding niet goed bevestigt kan dat tot gevolg hebben dat de
tankunit niet goed functioneert.
•
Vorstbescherming:
Als de tankunit bloot staat aan vorst terwijl er een storing is in de
stroomvoorziening of de werking van de pomp, dan moet het systeem
afgetapt worden. Als het water stilstaat in het systeem, is de kans op
bevriezing zeer groot waardoor het systeem kan beschadigen. Zorg
er voor dat de stroomvoorziening is uitgeschakeld vóór het aftappen.
Verwarmingselement 9 kan beschadigd raken als deze droog staat.
•
Corrosiebestendigheid:
Duplex roestvast staal is van nature corrosiebestendig voor gebruik in
de hoofdvoeding water. Er is geen specifi ek onderhoud nodig om deze
weerstand te behouden. Let echter op dat de tankunit geen garantie
heeft als er een privé watervoorziening wordt gebruikt.
•
Het is aanbevolen een opvangbak voor water (levering derden) te gebruiken
voor eventuele lekkage van de tankunit.
(A) Leidingwerk ruimteverwarming / -koeling
•
Sluit de leidingaansluiting g van de tankunit aan op de afvoerleiding van
de radiator / vloerverwarming.
•
Sluit de leidingaansluiting h van de tankunit aan op de aanvoerleiding van
de radiator / vloerverwarming.
•
Als u de leiding niet goed bevestigt kan dat tot gevolg hebben dat de
tankunit niet goed functioneert.
•
Zie de tabel hieronder voor het nominale debiet van elke afzonderlijke
buitenunit.
Model
Tankunit
Buitenunit
UX09*E8*
UX12*E8*
UX16*E8*
ADC0916*E8*
UD09*E8*
UD12*E8*
UD16*E8*
(B) Leidingwerk warmtapwater
•
Het is sterk aanbevolen een expansievat te installeren (levering derden)
in het warmtapwater-circuit van de tank. Zie het deel "Voorbeeld installatie
leidingen" om het expansievat te lokaliseren.
Aanbevolen aangebrachte voordruk van het expansievat (levering
derden) = 0,35 MPa (3,5 bar)
•
Als de waterdruk van de watertoevoer hoger is dan 500 kPa, installeer dan
het drukreduceerventiel in de watertoevoer. Als de druk namelijk hoger is
dan dat, kan dit de tankunit beschadigen.
•
Het is sterk aanbevolen een drukreduceerventiel (levering derden) en
een overdrukklep (levering derden), met specifi caties als hieronder, te
installeren in de leiding van de leidingaansluiting i van de tankunit. Zie
het deel "Voorbeeld installatie leidingen" om beide ventielen te lokaliseren.
Moergrootte
Aandraaimoment
RP 1¼"
117,6 N•m
RP ¾"
58,8 N•m
Nominaal debiet (L/min)
Koelen
Verwarmen
20,1
25,8
28,7
34,4
35,0
45,9
20,1
25,8
28,7
34,4
35,0
45,9
Aanbevolen specifi caties drukreduceerventiel:
- Ingestelde druk: (0,35 MPa = 3,5 bar)
Aanbevolen specifi caties overdrukklep:
- Ingestelde druk: (1,0 MPa = 10,0 bar)
•
Er moet een waterkraan worden aangesloten tussen de leidingaansluiting
j van de tankunit en de hoofdvoeding water, om water met de juiste
temperatuur te leveren voor gebruik van een douche of kraan. Als u dat
niet doet, kan dit verbranding veroorzaken.
•
Als u de leiding niet goed bevestigt kan dat tot gevolg hebben dat de
tankunit niet goed functioneert.
(C) Leidingwerk afvoer overdrukklep
•
Bevestig een afvoerleiding met een
binnendiameter van 15 mm op de
overdrukklep
.
h
•
U moet de slang in een ononderbroken
neerwaartse richting en in een
vorstvrije atmosfeer installeren.
•
Als de afvoerslang te lang is, gebruik
dan een metalen steunklem, over de
lengte van de slang, om golfpatronen
van de afvoerleiding te voorkomen.
•
Er kan water uit de afvoerslang
druppelen. Daarom is het belangrijk
om de slang te ondersteunen zonder
het uiteinde van de slang af te sluiten
of te blokkeren.
•
Steek deze slang niet in een
rioolafvoer of reinigingsafvoer
waarin zich misschien ammoniak
of zwavelhoudende gassen e.d.
bevinden.
•
Gebruik, indien nodig, een slangklem
om de slang beter aan te sluiten op de
afvoerslangconnector zodat lekkage wordt voorkomen.
•
Voer de afvoerslang naar buiten zoals aangegeven op de tekening rechts.
(D) Afvoerleidingen warmtapwatertank
•
Gebruik een male R½" fi tting voor aansluiting van de afvoer
warmtapwatertank.
•
Het leidingwerk moet in een ononderbroken neerwaartse richting en in
een vorstvrije omgeving worden geïnstalleerd.
•
Afvoerleidingen moeten zichtbaar zijn en zich niet vlak naast elektrische
onderdelen bevinden.
•
Voer de afvoerslang naar buiten zoals aangegeven op de tekening rechts.
•
Het is aanbevolen een opvangbak in dit
opvangbak moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving en niet
vlak naast elektrische onderdelen bevinden.
(E) Installatie van afvoerbocht en slang
•
Bevestig de afvoerbocht 2 en rubber ring 3 aan de onderzijde van de
afvoeropening
.
i
•
Gebruik een afvoerslang met een binnendiameter van 17 mm die in de
winkel verkrijgbaar is.
•
U moet deze slang in een ononderbroken neerwaartse richting en in een
vorstvrije omgeving installeren.
•
Voer de uitlaat van deze slang alleen naar buiten.
•
Steek deze slang niet in een rioolafvoer of afvoerbuis waarin zich
misschien ammoniak of zwavelhoudende gassen e.d. bevinden.
•
Gebruik, als dat nodig is, een slangklem voor een betere aansluiting op
de afvoerslangconnector zodat lekkage wordt voorkomen.
•
Er kan water uit de afvoerslang druppelen. Daarom moet de afvoer van
deze slang op een plaats geïnstalleerd worden waar de afvoer niet verstopt
kan raken.
SLUIT DE KABEL AAN OP DE
4
TANKUNIT
WAARSCHUWING
Deze sectie is alleen voor bevoegde en erkende elektriciens.
Werkzaamheden achter de met schroeven bevestigde afdekplaat van het
bedieningspaneel 3, mogen alleen worden uitgevoerd onder supervisie
van een gekwalifi ceerde aannemer, installateur of monteur.
Afvoerslangconnector
Afvoerslang
Voorbeeld van de bevestiging van
een afvoerslang aan de tankunit
Afvoer onder vast
rooster
Vast rooster
Opvanggoot
Mogelijke wand
Voorbeeld van de doorvoer
van een afvoerpijp naar buiten
van de
g
leidingwerk te monteren. De
g
3
Rubber ring
2
Afvoerbocht
29