Bedieningsvoorschrift
Lage druk compressor
O
DFT 80 (02)
F
F
E
F
F
W
1
Uitvoeringen
Dit bedieningsvoorschrift is geldig voor de volgende drooglopende schottencompressoren van de serie: DFT 25 tot
DFT 500.
Variant (02)
Koelluchtuittrede rondom uit het ventilatorhuis
Variant (09)
Koelluchtuittrede aan de uitlaat van het spiraalhuis zie figuur
Variant (19)
Koelluchtuittrede door de blaaslucht-nakoeler
De capaciteit bij vrije aanzuiging, in Nm³/h, bedraagt 25, 40, 60, 80, 100, 140, 180, 250, 340 en 500 m
drukzijdige belastingsgrenzen (bar) zijn op het typeplaatje (N) weergegeven. Het verband tussen de capaciteit en de
overdruk is weergegeven op de maatschetsen:
D 340
DFT 25 - DFT 100 (02)
D 341
DFT 25 - DFT 100 (09)
Beschrijving
De genoemde typen hebben aan de uitlaatzijde een aansluiting met binnendraad en zuigzijdig een geluiddemper. De
aangezogen lucht wordt door ingebouwde fijnfilter gereinigd. Een ventilator tussen pomphuis en motor zorgt voor de
intensieve koeling. Bij variant (02) is de ventilator in een ventilatorhuis geplaatst (zie figuur
koellucht (F) treed rondom het ventilatorhuis (W
(zie figuur
en
). Hier treed de koellucht (f) gebundeld in een bepaalde richting, naar boven of naar links of rechts,
uit het spiraalhuis (W
) naar buiten. De warme koellucht (F) kan weggevoerd worden. De variant (19) heeft net als
2
variant (09) een spiraalhuis (zie figuur
De aandrijving van de pomp geschiedt door een draaistroom-flensmotor en een koppeling.
Toebehoren: een terugslagklep (ZRK), een aanzuigfilter (ZAF), een motorbeveiligingsschakelaar (ZMS), een ster-
driehoek schakelaar (ZSG), en een manometer.
Toepassing
De machines zijn geschikt voor industriële toepassing, d.w.z. dat de beveiligingen conform EN DIN 294
zijn volgens tabel 4 voor personen boven de 14 jaar.
De DFT-compressoren zijn geschikt voor het creëren van een overdruk tussen 0 en de op het typeplaatje (N)
aangegeven maximale druk (bar). Continue-bedrijf is toegestaan.
De omgevingstemperatuur en de aanzuigtemperatuur moet tussen de 5 en de 40° C liggen. Bij tempera-
turen buiten dit bereik verzoeken wij u om overleg met ons te plegen.
Deze drooglopende compressoren zijn geschikt voor het verpompen van lucht met een relatieve vochtigheid van 30 tot
90 %.
Er mogen geen gevaarlijke mengsels (b.v. brandbare of explosieve gassen of dampen), extreem vochtige
lucht, agressieve gassen,waterdamp, oliedamp, oliesporen of vetten aangezogen worden.
De standaard uitvoering mag niet in ruimten gebruikt worden die explosie gevaarlijk zijn. Er zijn speciale Ex uitvoeringen
beschikbaar.
Bij toepassingen, waarbij een ongeoorloofd uitzetten of een storing van de vacuümpomp tot gevaarlijke
situaties voor personen of installaties kan leiden, moeten voldoende veiligheidsmaatregelen genomen
worden.
Onderhoud en opstelling
Bij een pomp welke op bedrijfstemperatuur is kunnen de delen (Q) een temperatuur bereiken welke boven
de 70° C kan liggen. Men dient deze delen niet aan te raken. (zie figuur
Filterhuis (S), uitblaashuis (T), huisdeksel (b) en vetsmeernippels (L) moeten goed toegankelijk zijn. Voor onderhoudswerk-
zaamheden raden wij aan om voor het filterhuis en het huisdeksel eem afstand van 0,4 m vrij te houden. De
koelluchtinlaat en de koelluchtuitlaat dienen tenminste 20 cm van de dichtstbijzijnde wand verwijdert te zijn (uitgeblazen
koellucht mag niet weer aangezogen worden). Indien de koellucht welke uit het spiraalhuis (W
mag deze geen hinder ondervinden. (zie figuur
De DFT compressoren kunnen alleen in horizontale positie, zonder storingen gebruikt worden.
Bij een opstelling hoger als 1000m boven zeeniveau kan een vermogensvermindering merkbaar zijn. In dat
geval vragen wij u contact met ons op te nemen.
De compressor kan zonder verankering op een vaste ondergrond worden opgesteld. Indien de pomp op een frame wordt
gemonteerd adviseren wij een bevestiging middels trillingsdempers. De trillingen van deze schottenpompen is zeer
gering.
D
L
M
N
DFT 80 (09)
B
E
A
E
S
L
D 342
DFT 140 - DFT 500 (02)
D 343
DFT 140 - DFT 500 (09)
) naar buiten. Bij variant (09) bevind de ventilator zich in een spiraalhuis
1
). De koellucht (F) wordt echter nog door een blaaslucht-nakoeler (T
tot
)
O
L
M
F
F
F
W
S
2
zie figuur
en
en
zie figuur
en
en
)
) komt afgevoerd wordt
2
DFT
DFT 25
DFT 40
N
D
DFT 60
B
DFT 80
DFT 100
DFT 140
A
DFT 180
DFT 250
DFT 340
E
DFT 500
L
3
/h bij 50 Hz. De
). De warme
).
1
BN 340
1.3.98
Werner Rietschle
GmbH + Co. KG
Postfach 1260
79642 SCHOPFHEIM
GERMANY
0 76 22 / 3 92-0
Fax 0 76 22 / 39 23 00
http://www.rietschle.com
Rietschle BV
Bloemendalerweg 52
1382 KC WEESP
NETHERLANDS
02 94 / 41 86 86
Fax 02 94 / 41 17 06
E-Mail:
http://www.rietschle.nl