telefoons en radio installaties, wij adviseren dan ook
een afstand van tenminste 1 meter (volgens 60601-1-2
tafel 5). In het geval dat het vermijden van sterk
magnetische velden niet mogelijk is, verifieer voor
ingebruikname eerst of het apparaat goed functioneert.
Gebruik dit apparaat niet in MRI of CT zaken.
Dit apparaat is niet bedoeld voor een doorlopende
controle.
Dit apparaat niet steriliseren met autoclaaf of sterili-
seren met ethyleen oxide. Dit apparaat is niet bedoeld
voor sterilisatie.
Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet
gebruikt gaat worden moeten de batterijen worden
verwijderd.
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht
van een volwassene gebruiken. Kleine onder-
delen kunnen worden ingeslikt. Wees alert op het
gevaar van verstrengeling, indien het apparaat is
voorzien van kabels of slangen.
Het gebruik van dit apparaat is niet bedoeld als
vervanging van uw huidige behandeling door uw
arts.
3. Algemene omschrijving
De zuurstofsaturatie geeft het percentage van hemoglo-
bine in het arterieel bloed aan dat is beladen met zuurstof.
OXY 210
Dit is een zeer belangrijke parameter voor het respiratoire
circulatiesysteem.
De volgende factoren kan de zuurstofsaturatie vermin-
deren: Automatische regulatie van organische stoor-
nissen, veroorzaakt door anesthesie, intensieve postope-
ratieve trauma, verwondingen veroorzaakt door medische
onderzoeken. Deze situaties kunnen resulteren in een licht
gevoel in het hoofd, asthenie en braken. Hierdoor is het
heel belangrijk om de zuurstofsaturatie van een patiënt te
weten zodat doktoren problemen tijdig kunnen opsporen.
4. Meetprincipes
Principe van de saturatiemeter: Een wiskundige formule
volgens de Lambert-Beer wet wordt gebruikt om de eigen-
schappen van zuurstof binnen het absorbtiespectrum van
hemoglobine (Hb) en oxyhemoglobine (HbO2) te meten
met rood en infrarood licht.
Werkingsprincipe van dit apparaat: Foto-elektrische
meettechnologie om het oxyhemoglobine te meten, in
samenwerking met hartslag scanning en registratie, twee
lichtstralen met verschillende golflengten (660 nm rood en
905 nm bijna infrarood) worden gericht op de menselijke
vingernagel via een sensor in de vingercliphouder. Het
door een lichtsensitief element gemeten signaal, wordt in
het display weergegeven via een proces door het elektro-
nisch circuit en de microprocessor.
5. Instructies voor gebruik
1. Plaats de batterijen zoals beschreven in de sectie
«Plaatsen van de batterijen 6».
2. Plaats één vinger (nagel naar boven, wijs- of middel-
vinger wordt aanbevolen) in de opening van het appa-
raat. Zorg ervoor dat de vinger geheel in het apparaat
wordt geplaatst, zodat de sensoren volledig overdekt
zijn door de vinger.
3. Laat het apparaat los, zodat het vastklemt om de
vinger.
4. Druk op de AAN/UIT knop 1 om het apparaat in te
schakelen.
5. Schud niet met uw vinger gedurende de meting.
Het wordt aanbevolen niet te bewegen tijdens een
meting.
6. Uw meetwaarden verschijnen na enkele seconden op
het scherm.
7. Verwijder uw vinger uit het apparaat.
8. Het apparaat schakelt automatisch uit na ca. 10±2
seconden nadat de vinger is verwijderd uit het appa-
raat.
55
NL