5.1 VISUELE DIAGNOSEFUNCTIE CONTROLEDOOS
De bijgeleverde controledoos heeft een visuele diagnosefunctie waarmee de mogelijke oorzaken van sto-
ringen kunnen worden opgespoord (signaal: RODE LED). Om deze functie te gebruiken, moet de ontgren-
delingknop minstens 3 seconden lang ingedrukt gehouden worden vanaf het moment dat hij vergrendeld is.
De controledoos brengt een volgorde pulsen voort die met constante tussenpozen van 2 seconden her-
haald wordt.
RODE LED brandt
ontgrendeling 3 sec. indrukken
De volgorde van de door de controledoos voortgebrachte pulsen geeft de mogelijke soorten storingen aan die in
de volgende tabel worden opgenoemd.
SIGNAAL
2 pulsen
SIGNAAL
3 pulsen
4 pulsen
6 pulsen
7 pulsen
Om de controledoos na de weergave van de visuele diagnosefunctie te resetten moet de
OPGELET
ontgrendelingsknop worden ingedrukt.
20098903
Na de veiligheidstijd wordt er geen signaal van stabiele vlam gedetecteerd:
– ionisatiesonde defect;
– gaskleppen defect;
– fase/nulleider omgekeerd;
– ontstekingstransformator defect;
– slechte afstelling van de brander (onvoldoende gas).
Minimumluchtdrukschakelaar sluit niet of is reeds gesloten voor het sluiten van
de limietthermostaat:
– luchtdrukschakelaar defect;
– luchtdrukschakelaar slecht geregeld;
Licht in de kamer voor de ontsteking of bij het doven van de brander:
– aanwezigheid van vreemd licht voor of na de omzetting van de limietthermostaat;
– aanwezigheid van vreemd licht tijdens de voorventilatie;
– aanwezigheid van vreemd licht tijdens de naventilatie.
Verlies van ventilatielucht:
– luchtverlies tijdens de voorventilatie;
– luchtverlies tijdens na de veiligheidstijd.
Vlam verdwijnt tijdens de werking:
– slechte afstelling van de brander (onvoldoende gas);
– gaskleppen defect;
– kortsluiting tussen ionisatiesonde en aarde.
Tussenpoos
Pulsen
MOGELIJKE OORZAAK
MOGELIJKE OORZAAK
15 NL
2s
Pulsen