Beschrijving van het apparaat
4.4
Omgevingsomstandigheden
LET OP
Extreme temperaturen, luchtvochtigheid of luchtdruk kunnen de meetnauwkeurigheid beï nvloeden. Let op de
bedieningsvoorwaarden.
▪
Berg de bloeddrukmeter bij een temperatuurbereik van -25 ° C tot +70 ° C op.
▪
Gebruik de bloeddrukmeter bij een temperatuur- bereik van +5 C tot +40 C.
▪
Let op dat u de bloeddrukmeter alleen opbergt of gebruikt bij een luchtvochtigheid (niet condense-rend) van
15 % tot 93 %.
▪
Extreme temperaturen, luchtvochtigheid (niet condenserend) of hoogtes kunnen de prestaties van de
bloeddrukmeter be'invloeden.
18