Flitsen met flitskop A en B en verschillende flitssterkten
Stel in op <4> en
1
<5>.
Druk op de knop <,>.
Draai <9>, selecteer <U> en
druk vervolgens op <8>.
Selecteer een flitskop.
2
Druk op functieknop 3 <F> of
<8> en draai <9> om flitskop A of
B te selecteren.
Stel het flitsvermogen in.
3
Druk op functieknop 3 <1> of
<8>.
Draai <9> om het flitsvermogen in
te stellen en druk vervolgens op
<8>.
Herhaal stap 2 en 3 om het
flitsvermogen voor flitskop A en B in
te stellen.
q: Handmatig flitsenN
25