f FlitsbelichtingscompensatieN
U kunt het flitsvermogen op dezelfde manier als de
belichtingscompensatie aanpassen. De flitsbelichtingscompensatiewaarde
kan worden ingesteld tot maximaal ±3 stops in stappen van 1/3 stop.
Over het algemeen kunt u het beste voor lichte onderwerpen een grotere
belichtingscompensatie en voor donkere onderwerpen een kleinere
belichtingscompensatie kiezen.
Als de belichtingscompensatie van de camera is ingesteld op stappen
van 1/2 stop, is de flitsbelichtingscompensatie maximaal ±3 stops in
stappen van 1/2 stop.
Wanneer de flitsbelichtingscompensatie zowel op de flitser als op de
camera wordt ingesteld, krijgt de instelling op de flitser voorrang.
Druk op de knop <@>.
1
Druk op functieknop 2 <@>.
U kunt hiervoor ook op <8>
drukken.
<f> wordt weergegeven en de
flitsbelichtingscompensatiewaarde is
geselecteerd.
Stel de waarde voor de
2
flitsbelichtingscompensatie in.
Draai <9> om de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie in te
stellen en druk vervolgens op <8>.
De flitsbelichtingscompensatiewaarde
is ingesteld.
"0.3" betekent stop van 1/3 en "0.7"
betekent stop van 2/3.
Zet de compensatiewaarde terug op
±0 als u de
flitsbelichtingscompensatie wilt
annuleren.
21