65
XENYX X1204USB/1204USB User Manual
2.4 Achteraanzicht van 1204USB/X1204USB
2.4.1 Hoofdmixuitgangen, Alt 3-4 uitgangen en
controlekameruitgangen
Afb. 2.14: Main Mix-uitgangen, Alt 3-4-uitgangen en Control Room-uitgangen
HOOFDUITGANGEN
De MAIN-uitgangen voeren het MAIN MIX-signaal en zijn aangesloten op
gebalanceerde XLR-connectoren met een nominaal niveau van +4 dBu.
ALT 3-4 UITGANGEN
De ALT 3-4-uitgangen zijn ongebalanceerd en dragen de signalen van de kanalen
die u met de MUTE-schakelaar aan deze groep hebt toegewezen. Dit kan worden
gebruikt om bijvoorbeeld een subgroep naar een andere mengtafel te leiden,
of het kan worden gebruikt als een opname-uitgang die samenwerkt met de
hoofduitgang. Dit betekent dat u tot vier sporen tegelijk kunt opnemen. Als kers
op de taart kun je bij wijze van spreken Y-kabels aansluiten op deze vier uitgangen
en vervolgens je 8-track recorder zo aansluiten dat je 2 x 4 sporen hebt (bv. kanaal
1 voedt spoor 1 en spoor 2, enz.). In de eerste opnamegang neem je op op de
sporen 1, 3, 5 en 7 en in de tweede doorgang op de sporen 2, 4, 6 en 8.
CONTROL KAMER UITGANGEN
De controlekameruitgang wordt normaal gesproken aangesloten op het
monitorsysteem in de controlekamer en levert de stereomix of, indien nodig, het
solosignaal.
USB-ingang/-uitgang
Afb. 2.15 USB-ingang/-uitgang
De XENYX-mixerlijn heeft ingebouwde USB-connectiviteit, waardoor
stereosignalen van en naar de mixer en een computer kunnen worden gestuurd.
Het geluid dat van de mixer naar een computer wordt gestuurd, is identiek aan de
MAIN MIX. Audio die vanaf een computer naar de mixer wordt gestuurd, kan met
de 2-TR/USB TO MAIN-knop naar de hoofdmix worden gerouteerd.
Sluit de USB type B-stekker aan op de USB-aansluiting op de mixer en het
andere uiteinde in een vrije USB-poort op uw computer. Er zijn geen vereiste
stuurprogramma's, maar we raden pc-gebruikers aan om het meegeleverde
ASIO-stuurprogramma te installeren. Het stuurprogramma kan ook worden
gedownload van behringer.com.
Voeding, fantoomvoeding en zekering
Afb. 2.16: Voedingsspanning en zekering
ZEKERINGHOUDER
De console wordt aangesloten op het lichtnet via de meegeleverde kabel die
voldoet aan de vereiste veiligheidsnormen. Doorgebrande zekeringen mogen
alleen worden vervangen door zekeringen van hetzelfde type en dezelfde
classificatie.
IEC NETAANSLUITING
De netaansluiting is via een kabel met IEC-netstekker. Bij de apparatuur wordt een
passende voedingskabel geleverd.
STROOM
Gebruik de POWER-schakelaar om het mengpaneel aan te zetten.
PHANTOM
De PHANTOM-schakelaar activeert de fantoomvoeding voor de XLR-aansluitingen
van de monokanalen die nodig is om condensatormicrofoons te laten werken.
De rode +48 V LED brandt als de fantoomvoeding is ingeschakeld. In de regel
kunnen dynamische microfoons nog steeds worden gebruikt met ingeschakelde
fantoomvoeding, op voorwaarde dat ze in een gebalanceerde configuratie zijn
bedraad. Neem bij twijfel contact op met de microfoonfabrikant!
◊ ◊
Sluit na het inschakelen van de fantoomvoeding geen microfoons aan
op de mixer (of de stagebox/wallbox). Sluit de microfoons aan voordat
u de fantoomvoeding inschakelt. Bovendien moeten de monitor/
PA-luidsprekers worden gedempt voordat de fantoomvoeding wordt
geactiveerd. Wacht na het inschakelen ca. één minuut om het systeem
te laten stabiliseren.
◊ ◊
Voorzichtigheid! Gebruik nooit ongebalanceerde XLR-connectoren
(PIN 1 en 3 aangesloten) op de MIC-ingangen als u de fantoomvoeding
wilt gebruiken.
SERIENUMMER
Let op de belangrijke informatie over het serienummer in hoofdstuk 1.3.3.