Otto HarmonyP3 4R147 Instrucciones De Uso página 58

primeren. Zonder voorcompressie kunnen nieuwe functieringen te stijf zijn. Bij gebruik van een
eerder geïnstalleerde functiering of een voorgecomprimeerde eenheid, is dit niet nodig en kunt
u verdergaan met stap 6.
a. Open het voorcomprimeerapparaat.
b. Zet de functiering in het voorcomprimeerapparaat (afb. 9).
c. Comprimeer de functiering door de bout helemaal aan te draaien (afb. 10).
d. Compressieduur: minimaal 3 minuten, maximaal 15 minuten.
e. Open het voorcomprimeerapparaat, haal de functiering eruit en zet de ring in de pomp.
6. Schuif de functiering over de koker (afb. 7, stap 4).
7. Zet de pomp weer in elkaar (afb. 7, stappen 5 en 6).
8. Bestrijk de bevestigingsbout met Loctite® 241 636K13 en draai de bout met de klok mee met
7 Nm (60 in-lbs) aan.
9. Monteer de buisadapter en de voet weer.
4.5.3 Fijnafstelling van de pompstijfheid
De grove instelling van de compressiestijfheid van de pomp wordt bepaald door de keuze van de
functiering. Fijnafstelling van de compressiestijfheid is mogelijk door het toevoegen of verwijderen
van onderlegringen (afb. 6, pos. 11).
1. Draai de bevestigingsbout aan het distale uiteinde van de pomp los (afb. 5, pos. 10).
2. De pomp wordt geleverd met twee onderlegringen aan de bevestigingsbout. Er mogen niet
meer dan twee ringen worden gebruikt. Wel kunt u één ring of beide ringen verwijderen. De
ringen worden door een kleine O-ring op de bout op hun plaats gehouden. Deze O-ring heeft
verder geen functie.
a) Door het verwijderen van een ring verhoogt de voorspanning van de functiering, waardoor
de verticale verschuiving (en daarmee ook de extensie van de pomp tijdens de zwaaifase)
kleiner wordt. Een bijkomend effect is dat de maximaal bereikbare onderdruk iets afneemt.
b) Door het toevoegen van een ring verlaagt de voorspanning van de functiering, waardoor
de verticale verschuiving (en daarmee ook de extensie van de pomp tijdens de zwaaifase)
groter wordt. Een bijkomend effect is dat de maximaal bereikbare onderdruk iets toeneemt.
3. Test de bereikte onderdruk, zodra de gewenste schokdemping is bereikt.
4.6 Verhoogde onderdruk controleren
Om te controleren of het Harmony systeem de verhoogde onderdruk handhaaft, moet de mee-
geleverde manometer 755Z37 (apart verkrijgbaar via Ottobock) tijdelijk worden aangesloten.
1. Maak hiervoor de kokeraansluiting los van het inlaatventiel van de Harmony P3 pomp.
2. Sluit nu de slang van de manometer (korte zijde) aan op het inlaatventiel van de pomp en de
loshangende kokeraansluiting op het open slangaanzetstuk van de manometer.
3. Laat de patiënt nadat het Harmony systeem correct bij hem is aangebracht, in staande houding
de Harmony P3 pomp bedienen om een onderdruk op te bouwen van 508-847 mbar (15 – 25
in Hg).
4. Daarna mag de pomp niet meer worden bediend. Indien de onderdruk gehandhaafd blijft,
functioneert het systeem goed. Indien de onderdruk afneemt, moet het systeem worden ge-
controleerd (zie hoofdstuk 4.6.1).
58 | Ottobock
All manuals and user guides at all-guides.com
­armonyy3 44147