met een spanning van 22V~ 50 Hz. De aanwezigheid van de voeding wordt gesignaleerd door het branden van de led DL1 "POWER".
4.4.2 Batterijen (optioneel)
Klemmen "+BAT - -BAT". Sluit op deze klemmen de 2 (optionele) bufferbatterijen aan. Wanneer de besturingsunit wordt gevoed,
zorgt hij ervoor dat de batterijen opgeladen worden. Deze treden in werking op het moment dat er geen voeding van de transformator
meer is.
Nota Bene:
• Voor de afmetingen en de eigenschappen van de batterijen, zie de gegevens in de tabel van paragraaf 2.
• Voeding door middel van de batterijen dient als een noodsituatie te worden beschouwd. Het aantal manoeuvres dat uitgevoerd
kan worden hangt af van de kwaliteit van de batterijen, van de constructie van de poort (gewicht, lengte, algemene conditie,
enz. ...), van de tijd die verstreken is sinds de uitval van de voeding, enz. enz.
• Neem de voedingspolen van de batterijen in acht.
4.4.3 Accessoires
Klemmen "+24 - -24". Uitgang voor de voeding van externe accessoires 24Vdc.
Nota Bene:
• de maximale belasting van de accessoires bedraagt 500 mA.
4.4.4 Aarding
Speciale aardklem of -kabel. Sluit de aarde van het net op 230V~ aan.
Nota Bene:
• Deze aansluiting is beslist noodzakelijk om de besturingsunit correct te laten werken.
5. PLAATSING ONTVANGERKAART VOOR AFSTANDSBEDIENING
In de besturingsunit kan een 5-pins radio-ontvangstmodule worden ondergebracht. Om deze te installeren moet de elektrische
voeding worden afgekoppeld en moet de module worden aangebracht op de connector M5 in de besturingsunit.
LET OP: Om de ontvanger niet te beschadigen, waardoor de werking onherroepelijk zou worden aangetast, moet hij worden
geplaatst in de richting die wordt aangegeven in paragraaf 12 (aansluitschema).
Volg vervolgens de aanwijzingen van de radio-ontvanger op om de afstandsbediening in het geheugen op te slaan. Na opslag in
het geheugen werkt de afstandsbediening op dezelfde manier als elke andere bediening op de START.
E L
D
D
1 L
-
P
O
W
E
R
B
e
t s
r u
n i
g
u s
D
2 L
-
T S
O
P
C
o
m
m
a
n
d
D
3 L
-
S F
W
-
C
L
V
e
l i
g i
h
e
d i
D
4 L
-
S F
W
-
O
P
V
e
l i
g i
h
e
d i
-
F
C
C
E
n i
d
c s
h
a
k
e
D
5 L
D
6 L
-
F
C
A
E
n i
d
s
c
h
a
k
Nota Bene:
• Indien vet gedrukt, geeft de status van de leds aan dat de poort gesloten is, de besturingsunit wordt gevoed via de transformator,
en de eindschakelaars zijn aangesloten.
• Als er geen eindschakelaars worden gebruikt, moeten de respectieve contacten worden overbrugd, en moeten de leds DL5 en
DL6 altijd branden.
De besturingsunit heeft een handig display voor weergave van de bedrijfsparameters en de programmering ervan. Bovendien wordt
de status van de poort voortdurend weergegeven tijdens de normale werking.
Tijdens de weergave en de regeling van de parameters geeft het display links de geselecteerde parameters
weer en rechts de corresponderende waarde. Op fig. 2 ziet u een weergavevoorbeeld van de parameter
"A" met de waarde "2".
Tijdens de normale werking wordt de status van de poort weergegeven. De weergegeven waarden worden in de onderstaande tabel
vermeld:
W
E E
R
G
E
G
E
V
E
N
W
A
A
R
D
E
P
o
o
t r
n i
u r
t s
P
o
o
t r
w
r o
t d
P
o
o
t r
g
e
o
p
P
o
o
t r
w
r o
t d
Tijdens de programmeerfase verschijnt de waarde "
Nadat alle nodige aansluitingen gereed gemaakt zijn, moet de voeding naar de installatie worden ingeschakeld en moet worden
gecontroleerd of alle signaleringsleds zich in de situatie bevinden die wordt aangegeven in paragraaf 6.
Volg onderstaande aanwijzingen op om de regeling van de parameters te beginnen:
• Op het display wordt de waarde "– –" weergegeven.
• Druk op de toets P2 en houd hem ingedrukt totdat de naam van de eerste parameter op het display verschijnt.
• Om de waarde van de parameter te wijzigen, druk op de knop P1.
All manuals and user guides at all-guides.com
6. CONTROLELEDS
A
A
N
n
t i
g
e
v
o
e
d
v
a i
t
a r
n
f s
r o
m
t a
r o
o
i n
t e
a
c
i t
f e
i n
t e
g
e
a
t c
v i
e
e
d r
i n
t e
g
e
a
t c
v i
e
e
d r
a l
a
s r
u l
t i
n i
g
i n
t e
g
e
a
c
v i t
e
e
d r
e
a l
r a
o
p
e
n
n i
g
i n
t e
g
e
a
t c
v i
e
e
7. WERKING VAN HET DISPLAY
g
e
o
p
e
n
d
e
n
d
n i
p
a
z u
e
(
a
e l l
e
n
a
s l
d
e
a
g
s e
o l
e t
n
" voortdurend op het display
8. REGELING VAN DE BEDRIJFSPARAMETERS
G
e
e
n
v
o
e
d
n i
g
d
e
b
f u
e f
b r
a
t t
r e
C
o
m
m
a
n
d
o
g
e
V
i e
g i l
h
e
d i
g
e
a
c
V
i e
g i l
h
e
d i
g
e
a
c
E
n i
d
s
c
h
a
k
e
a l
a
d r
E
n i
d
c s
h
a
k
e
a l
r a
T S
A
T
U
S
P
O
O
T R
u
o t
m
a
i t
c s
h
e
s
u l
t i
n i
g
s i
r v
g j i
e
g
44
U
T I
f o
d
e
b
e
t s
r u
n i
g
u s
n
t i
w
r o
t d
g
e
e j i
n
a
c
v i t
e
e
d r
v i t
e
e
d r
v i t
e
e
d r
s r
u l
t i
n i
g
g
e
a
t c
v i
e
e
d r
o
p
e
n
n i
g
g
e
a
c
v i t
e
e
d r
e
v
e
n
z ,
e i
v
o
g l
e
n
d
e
p
a
a r
g
a r
a
v
o
e
d
m
t e
Fig. 2
) f