5) Bevestig de besturingsunit in positie C met 4 zelftappende schroeven Ø 4,2 x 13 (bijgeleverd), en breng hierbij afstandstukken aan
tussen de kaart en de geleiders van de waterdichte houder.
4.1. KLEMMENBORD M1
4.1.1 Open A
Klemmen "OPEN A - COM 2". Arbeidscontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige voorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar,
enz. ...) die een commando geeft voor volledige opening van de poort. De werking van dit contact wordt gedefinieerd door de
parameter D.
Nota Bene:
•Een impuls van OPEN A, volledige opening, heeft altijd voorrang boven OPEN B, gedeeltelijke opening.
•Als u meerdere impulsgevers wilt installeren, moeten de contacten parallel worden aangesloten.
4.1.2 Open B
Klemmen "OPEN B - COM 2". Arbeidscontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige voorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar,
enz. ...) die een commando geeft voor gedeeltelijke opening van de vleugel. De gedeeltelijke opening is niet regelbaar, zij is gelijk
aan 30% van de volledige opening, zoals die is opgeslagen in het geheugen.
Nota Bene:
• Een impuls van OPEN A, volledige opening, heeft altijd voorrang boven OPEN B, gedeeltelijke opening.
• Als u meerdere impulsgevers wilt installeren, moeten de contacten parallel worden aangesloten.
4.1.3 STOP-commando
Klemmen "STOP - COM 2". Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (drukknop,
sleutelschakelaar, enz. ...) die de beweging van de poort moet laten stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door
led DL2 "STOP".
Nota Bene:
• Als er geen STOP-voorzieningen worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd.
• Als u meerdere STOP-voorzieningen wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden aangesloten.
4.1.4 Veiligheden bij sluiting
Klemmen "FSW CL - COM 2". Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (fotocellen,
veiligheidslijst, enz. ...) die moet ingrijpen op de sluitende beweging van de poort, waarbij de beweging van de poort wordt omgekeerd
tot aan volledige opening, zoals die in het geheugen is opgeslagen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL3 "FSW-
CL".
Nota Bene:
• Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de sluitende beweging worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd.
• Als u meerdere veiligheidsvoorzieningen voor de sluitende beweging wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden
aangesloten.
4.1.5 Veiligheden bij opening
Klemmen "FSW OP - COM 2". Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (fotocellen,
veiligheidslijst, enz. ...) die moet ingrijpen op de openende beweging van de poort door de beweging van de poort te blokkeren. Bij
deactivering van de veiligheid zal de beweging weer gewoon worden hervat, en wordt de in het geheugen opgeslagen cyclus
uitgevoerd. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL4 "FSW-OP".
Nota Bene:
• Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de openende beweging worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd.
• Als u meerdere veiligheidsvoorzieningen voor de openende beweging wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden
aangesloten.
4.2 KLEMMENBORD M2
4.2.1 Encoder
Klemmen "SIG. - -ENC - +ENC". Gebruik de bij de besturingsunit geleverde encoder. Verbind met de klem "SIG:" het terugwaartse
signaal van de klem "S11" van de encoder, verbind met de klem "-ENC" de klem "-12" van de encoder, en met de klem "+ENC" de
klem "+13" van de encoder.
Nota Bene:
• De besturingsunit kan alleen correct werken als er een encoder wordt gebruikt
• Voor de werking van de encoder moet de hierboven beschreven verbinding tussen de klemmen in acht worden genomen.
4.2.2 Eindschakelaar voor sluiting (optioneel)
Klemmen "COMF - FCC ". Rustcontact. Sluit op deze klemmen de eventuele eindschakelaar voor de sluiting aan. Deze grijpt in door
de sluitende beweging van de poort te stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL5 "FCC".
Nota Bene:
• Als er geen eindschakelaar voor sluiting wordt gebruikt, moet de ingang worden overbrugd.
4.2.3 Eindschakelaar voor opening (optioneel)
Klemmen "COMF - FCA ". Rustcontact. Sluit op deze klemmen de eventuele eindschakelaar voor de opening aan. Deze grijpt in
door de openende beweging van de poort te stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL6 "FCA".
Nota Bene:
• Als er geen eindschakelaar voor opening wordt gebruikt, moet de ingang worden overbrugd.
4.3 KLEMMENBORD M3
4.3.1 Waarschuwingslamp
Klemmen "LAMP - LAMP". Gebruik een permanent brandende waarschuwingslamp (het knipperen wordt bepaald door de
besturingsunit) met bedrijfsspanning 24Vdc 15W max. Het is raadzaam de waarschuwingslamp aan te sluiten voordat de besturingsunit
wordt geprogrammeerd, want deze geeft de fasen ervan weer. Zowel bij opening als bij sluiting knippert de lamp vooraf gedurende
1,5 sec. Als de poort open is, is de lamp uit, hij knippert alleen (gedurende maximaal 10 sec.) als de veiligheden bij sluiting worden
geactiveerd, om aan te geven dat er gewerkt wordt in het bewegingsgebied van de poort; vervolgens gaat hij uit, ook als de
veiligheden voor sluiting nog geactiveerd zijn.
4.3.2 Motor
Klemmen "CHM1 - APM1". Sluit op deze klemmen de motor aan met een voeding van 24Vdc 70W max.
4.4 KLEMMENBORD M4
4.4.1 Voeding
Klemmen "VAC - VAC". Sluit op deze klemmen de draden van de secundaire wikkeling aan die afkomstig zijn van de ringtransformator,
All manuals and user guides at all-guides.com
4. AANSLUITINGEN EN WERKING
43