Bedieningselementen
2
1
8
7
6
1 Waaierwiel
2 Combi-display (linker en rechter display)
3 Toetsenbord
4 Inlegvak
5 Uitvoervak
6 NC 451 netstekker
NC 452 stroomaansluiting voor externe netvoe
ding (niet weergegeven)
7 Borgschroef
8 Stelschroef
9 Schakelaar Aan/Uit
3
5
4
9
Toetsenbord
De afbeelding toont het toetsenbord [3] van het
bankbiljetten-telapparaat.
10
11
16
15
10 COUNT = telling zonder sensoren te activeren/de
activeren
11 UV = ultraviolette controle activeren/deactiveren
12 MG = magneetcontrole activeren/deactiveren
13 RESET = huidig resultaat wissen
14 BAT -10 = functie voor bundelen (aantal ver
minderen met 10)
15 BAT +1 = functie voor bundelen (aantal verhogen
met 1)
16 ADD = optellen activeren/deactiveren
Combi-display
De afbeelding toont het combi-display [2] tijdens de
zelfdiagnose.
17
23
17 Resultaat van de vorige telling of vooraf ingesteld
aantal voor bundels bankbiljetten
18 Aantal bankbiljetten
19 ALARM = fout gedetecteerd
20 BAT = bundelen geactiveerd
21 ADD = optellen geactiveerd
22 MG = magnetische sensor geactiveerd
23 UV = ultraviolette sensor geactiveerd
nB
12
13
14
18
19
22
21
20
31