In Gebruik Nemen - Scheppach WSE5000-Multi Traducción De Manual De Instrucciones Original

Equipo de soldadura multifunción digital
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 94

10. In gebruik nemen

m Let op!
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig
zijn gemonteerd!
Aanwijzing: Afhankelijk
verschillende lasdraden nodig. Met dit apparaat kunnen
lasdraden met een diameter van 0,6 – 1,0 mm worden
gebruikt.
Aanvoerrol, laskop en draaddoorsnede moeten altijd
overeenstemmen. Het apparaat is geschikt voor
draadrollen tot maximaal 5000 g.
Gebruik aluminiumdraad voor het lassen van aluminium
en staaldraad voor het lassen van staal en ijzer.
Apparaatinstelling voor het lassen met een inert
gas
1
Selecteer met de selectietoets (22) de functie
MIG-lassen (19).
2
a. Sluit de aardklem (32) aan op minpool (10) en
vergrendel de stekkers door deze met de wijzers
van de klok mee te draaien.
b. De kabel met de polariteitswissel (11) moet
worden aangesloten op de pluspool (9) en
vergrendel de stekker door deze met de wijzers
van de klok mee te draaien.
c. Sluit de slangbundel (27) aan op de aansluiting
(8) en fixeer deze door de moer op het aansluitpunt
vast te draaien.
d. Plaats de betreffende lasdraad en sluit de
gasfles aan op de aansluiting (1) aan de achterkant
van het apparaat.
3
Sluit
het
netsnoer
stroomvoorziening; na het aansluiten van de
aardkabel kan het lasproces worden gestart.
MIG lassen
• Verbind de aardklem (32) met het te lassen
werkstuk. Let op dat er sprake is van een goed
elektrisch contact.
• Op het te lassen punt, moet het werkstuk worden
ontdaan van roest en verf.
• Selecteer de gewenste lasstroom afhankelijk van de
lasdraaddiameter, de materiaaldikte en de gewenste
inbranddiepte.
• Voer de branderkop (30) op het punt van het
werkstuk waar moet worden gelast en houd de
lashelm voor uw gezicht.
88 | NL
van
de
toepassing
zijn
aan
en
activeer
de
www.scheppach.com
• Bedien de brandertoets (28) om de lasdraad aan
te voeren. Als de vlamboog brandt, gebruikt het
apparaat de lasdraad in het lasbad.
• De optimale instelling van het lasstroom bepaalt u
aan de hand van tests op een proefstuk. Een goed
afgestelde vlamboog heeft een zachte, gelijkmatige
zoemtoon.
• Bij een ruw of hard geratel, schakel over op een
hoger vermogensniveau (verhoog de lasstroom).
• Als de laslens groot genoeg is, wordt de brander
(29) langzaam langs de gewenste kant geleid. De
afstand tussen de branderkop en het werkstuk moet
zo kort mogelijk zijn (in geen geval meer dan 10
mm).
• Anders voorzichtig heen en weer bewegen om
het lasbad te vergroten. Voor de minder ervaren
personen, bestaat is de eerste moeilijkheid om
een goede vlamboog te vormen. Hiertoe moet de
lasstroom juist worden ingesteld.
• De inbranddiepte (overeenkomstig de diepte van de
lasnaad in het materiaal) moet zo diep mogelijk zijn,
het lasbad moet echter niet door het werkstuk vallen.
• Als de lasstroom te laag is, kan de lasdraad niet
goed smelten. Het resultaat is dat de lasdraad
herhaaldelijk in het smeltbad dompelt, tot op het
werkstuk.
• De slak mag pas na afkoeling uit de naad worden
verwijderd. Om het lassen op een onderbroken naad
voort te zetten:
• Verwijder eerst de slak op het aanzetpunt.
• In de naadvoeg wordt de vlamboog ontstoken, naar
het aansluitpunt gebracht, daar goed gesmolten en
aansluitend langs de lasnaad verder geleid
De instelling van geschikte parameters van stroom
en spanning voor het lassen van aluminium met
aluminiumdraad.
Voor het lassen van aluminium worden lagere
spanningen aanbevolen dan voor het lassen van
ijzer/staal. Voor de instelling van het betreffende
spanningsbereik kan als volgt te werk worden gegaan:
• Bereid het apparaat voor zoals eerder beschreven
onder "Apparaatinstelling voor het lassen met
inert gas". Voor het lassen van aluminiumdraad,
selecteert u de instelling "1,0/Al (23)" door op de
selectietoets (26) te drukken.
Tabla de contenido

Solución de problemas

loading

Este manual también es adecuado para:

5906609901

Tabla de contenido