Opmerking: *In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor
van weerstandsbougies om ontstekingssignalen te onderdrukken Indien deze motor
origineel was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging
hetzelfde type bougie.
Onderhoud aan het uitlaatsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral
geluiddempers, worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
• Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.
• Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder
hebben opgehoopt.
• Overeenkomstig de California Public Resource Code Section 4442 is het
verboden de motor te gebruiken in of in de buurt van bos-, kreupelhout- of
grasgebied tenzij het uitlaatsysteem is uitgerust met een vonkenvanger, zoals
gedefinieerd in Section 4442, die in goede staat wordt gehouden. In andere
deelstaten of landen gelden mogelijk vergelijkbare wetten. Neem contact op met
de oorspronkelijke fabrikant, detailhandelaar of dealer voor een vonkenvanger die
ontworpen is voor het uitlaatsysteem dat op uw machine is geïnstalleerd.
Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder
hebben opgehoopt. Inspecteer de uitlaat op barsten, corrosie of andere beschadiging
Verwijder de vonkenvanger, als de machine hiermee is uitgerust en inspecteer deze
op beschadiging of koolverstopping Als u beschadigingen aantreft, installeer dan
vervangingsonderdelen voordat u het apparaat weer gebruikt.
WAARSCHUWING
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed
werken, kunnen de maaier beschadigen en kunnen letsel veroorzaken
Motorolie verversen
Zie afbeelding: 15, 16, 17, 18
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of fataal letsel veroorzaken.
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral
geluiddempers, worden zeer heet.
Contact kan leiden tot zware brandwonden.
• Wanneer u de olie aftapt uit de bovenste olievulbuis, dan moet de brandstoftank
leeg zijn, anders kan er brandstof lekken, wat kan leiden tot brand en explosie.
• Laat de geluiddemper, de motorcilinder en de koelribben afkoelen voordat u ze
aanraakt.
Voor modellen met het label Just Check & Add™ en Geen olie verversen, hoeft de
olie niet te worden ververst. Als u olie wilt verversen, volg dan de procedure hieronder.
Gebruikte olie is een gevaarlijk afvalproduct dat op de juiste manier moet worden
afgevoerd. Voer het niet af met het huishoudelijk afval. Raadpleeg de plaatselijke
autoriteiten, het servicecentrum of uw dealer voor veilige afvoer-/recyclingbedrijven.
Olie verwijderen
De olie moet worden afgetapt uit de bovenste olievulbuis.
1.
Maak met uitgeschakelde, maar nog steeds warme motor de bougiekabel (D,
afbeelding 15) los en zorg dat deze niet in de buurt van de bougie (E) komt.
2.
Modellen met geïntegreerde accu: Koppel de kabelboom-bedrading (F,
afbeelding 16) los van de elektrische starter.
3.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 17).
4.
Als u de olie aftapt via de bovenste olievulbuis (C, afbeelding 18), houd dan de
motor omhoog aan de kant waar de bougie (E) zich bevindt. Laat de olie in een
goedgekeurde bak stromen.
WAARSCHUWING
Wanneer u de olie aftapt uit de bovenste olievulbuis moet de brandstoftank leeg
zijn, anders kan er brandstof lekken, wat kan leiden tot brand en explosie. Als u de
brandstoftank leeg wilt maken, laat u de motor lopen totdat deze door gebrek aan
brandstof stopt.
Olie bijvullen
• Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
• Verwijder eventueel vuil uit het olievulgebied .
• Zie het hoofdstuk Specificaties voor oliecapaciteit.
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 17). Goed afdrogen met een schone doek.
2.
Giet langzaam olie in de vulopening voor motorolie (C, afbeelding 17). Voeg niet
te veel olie toe. Wacht na het bijvullen één minuut en controleer het oliepeil dan
nogmaals.
3.
Plaats de peilstok en zet deze vast (A, Afbeelding 17).
4.
Verwijder de peilstok en lees het olie peil af. Het oliepeil is juist als het bovenaan
bij de indicator staat voor vol (B, afbeelding 17) op de peilstok.
5.
Zet de peilstok terug en zet deze vast (A, afbeelding 17).
6.
Sluit de bougiekabel aan (D, afbeelding 15) op de bougies (E).
Onderhoud aan het luchtfilter
Zie afbeelding: 19
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk letsel veroorzaken.
• De motor mag nooit worden gestart of draaien als de luchtreiniger (indien
aanwezig) of het luchtfilter (indien aanwezig) is verwijderd.
OPGEPAST
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan het
filter beschadigen en oplosmiddelen kunnen het filter oplossen.
Zie het onderhoudsschema voor onderhoudsvereisten.
Papieren luchtfilter
1.
Open het deksel (B, afbeelding 19).
2.
Verwijder het filter (C, afbeelding 19).
3.
Verwijder het voorfilter (E, afbeelding 19), indien aanwezig, uit het filter. Tik het
filter voorzichtig op een hard oppervlak om het vuil los te maken. Als het filter zeer
vuil is, vervang het dan door een nieuw filter.
4.
Was het voorfilter in water met een vloeibaar reinigingsmiddel. Laat het daarna
grondig aan de lucht drogen. Breng geen olie aan op het voorfilter.
5.
Monteer het droge voorfilter, indien aanwezig, op het filter.
6.
Installeer het filter (C, afbeelding 19).
7.
Sluit het deksel (B, afbeelding 19).
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral
geluiddempers, worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
• Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.
• Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder
hebben opgehoopt.
OPGEPAST
Gebruik geen water om de motor te reinigen Water kan het
brandstofsysteem verontreinigen Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
Dit is een luchtgekoelde motor Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen
dat de motor oververhit raakt, wat resulteert in slechte prestaties en een verminderde
levensduur van de motor.
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek.
91