N E D E R L A N D S
• Zaag geen kromme, gebogen of schotelvormige werkstukken.
Er moet minstens een rechte, gladde zijde aanwezig zijn om tegen
de zaaggeleider of verstekgeleider te leggen.
• Ondersteun lange werkstukken altijd om terugslag te voorkomen.
• Verwijder geen afgezaagde stukken van het blad als het blad draait.
In- en uitschakelen (fi g. A1)
De aan/uit-schakelaar van uw zaagtafel biedt een aantal voordelen:
- nulspanningsfunctie: wordt de spanning om een of andere reden
uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw ingedrukt worden.
- extra veiligheid: het veiligheidsdeksel kan worden vergrendeld door
een hangslot door de middelste sluithaak te steken. Het deksel dient
tevens als makkelijk te lokaliseren noodstopknop; door een druk op
de voorzijde van het deksel wordt de uitschakelknop ingedrukt.
• Druk op de groene startknop om de machine in te schakelen.
• Druk op de rode stopknop om de machine uit te schakelen.
Basis zaagsneden
Schulpzagen (fi g. A1, A2, M1 & M2)
WAARSCHUWING: Scherpe randen.
• Zet het blad op 0°.
• Borg de zaaggeleider (7) (fi g. A1).
• Til het blad op totdat het zich ongeveer 3 mm boven het hoogste
punt van het werkstuk bevindt. Stel de hoogte van de bovenste
beschermkap in zover als nodig.
• Verstel de stand van het L-vormige aanslagprofi el (16) tot hij gelijk
loopt met de achterkant van het spouwmes. Als er brede stukken
materiaal worden gezaagd, schuift u het L-vormige aanslagprofi el
(16) van het hoofddeel van de aanslag af, roteert u het 180° verticaal
en brengt u het weer aan, om extra steun te verschaffen.
• Houd het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider. Houd het
werkstuk van het blad verwijderd.
• Houd beide handen uit de buurt van de zaagweg van het blad (fi g. M2).
• Zet de machine aan en laat het blad op volle toeren komen.
• Leid het werkstuk langzaam onder de zaagbladbescherming door en
druk het stevig tegen de parallelgeleider. Laat de tanden zagen en
forceer het werkstuk niet door het blad. De snelheid van het
zaagblad moet constant worden gehouden.
• Gebruik altijd een duwstok (15) als u dicht in de buurt van het blad
komt (fi g. M1).
• Schakel na het zagen de machine uit, laat het blad tot stilstand
komen en verwijder het werkstuk.
WAARSCHUWING:
• Duw nooit tegen de vrije of afgezaagde kant van het
werkstuk en houd deze ook niet vast.
• Zaag geen al te kleine werkstukken.
• Gebruik altijd een duwstok bij het zagen van kleine
werkstukken.
Afschuinen
• Stel de vereiste afschuiningshoek in
(zie "Afstellen van de zaagschaal").
• Ga te werk als bij langszagen.
Kortzagen en afschuiningen kortzagen
• Verwijder de zaaggeleider en installeer de verstekgeleider in de
gewenste sleuf.
• Zet de verstekgeleider op 0° vast.
• Ga te werk als bij langszagen.
Verstekzagen (fi g. A1)
• Stel de verstekgeleider in op de gewenste hoek.
52
• Houd het werkstuk altijd stevig tegen de verstekgeleider gedrukt.
• Ga te werk als bij langszagen.
Dubbele versteksnede
Deze bewerking is een combinatie van verstekzagen en schuinzagen.
• Stel de gewenste afschuinhoek in en ga te werk zoals bij verstekzagen.
0ndersteunen van lange werkstukken
• Ondersteun lange werkstukken altijd.
• Ondersteun lange werkstukken met enig bruikbaar middel, zoals
zaagbokken e.d., om te voorkomen dat de uiteinden naar beneden
hangen.
Stofafzuiging (fi g. A2)
De machine wordt geleverd met een stofuitlaatpoort op de achterkant
(14) die geschikt is voor gebruik met stofafzuigingsapparatuur met
57/65 mm spuitmonden. Meegeleverd met de machine wordt een
reduceerpoort voor het gebruik van stofafzuigingsspuitmonden van
34-40 mm.
• Sluit bij alle werkzaamheden een stofafzuiger aan die voldoet aan
de geldende richtlijnen voor stofemissie.
• Controleer of de gebruikte stofafzuigingsslang geschikt is voor de
toepassing en het materiaal dat gezaagd wordt.
• Vergeet niet dat door de mens gemaakt materiaal zoals spaanplaat
of MDF tijdens het zagen meer stofdeeltjes produceert dan natuurlijk
hout.
Opties
WAARSCHUWING: Omdat accessoires, behalve die van
D
WALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan
E
het gebruik van dergelijke accessoires met dit gereedschap
gevaarlijk zijn. Om het risico van letsel te beperken, mogen
uitsluitend toebehoren worden gebruikt bij dit product die
worden aanbevolen door D
De bovenste beveiliging (onderdeelnummer 247678-02) verwijderen
wanneer deze versleten is.
Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste
accessoires.
Transport (fi g. A1)
• Draag de machine aan de handvatten (3).
WAARSCHUWING: Transporteer de machine altijd met de
bovenste beschermkap gemonteerd.
Onderhoud
Uw D
WALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos
E
te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste
behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen een
hoge levensduur.
Smering (fi g. N)
De motor en de lagers behoeven geen extra smering. Reinig en smeer
de hoogtestelschroeven wanneer het verstellen van de bladhoogte
moeilijk wordt:
• Leg de zaag op de zijkant.
• Reinig en smeer de hoogtestelschroefdraden zoals weergegeven in
fi g. N. Gebruik vet voor algemene toepassingen.
WALT.
E