3
Voeg een mild afwasmiddel aan het
water in het waterreservoir toe.
4
Reinig de binnenkant van het
waterreservoir met een zachte,
schone doek.
5
Leeg het waterreservoir in de
gootsteen.
6
Plaats het bevochtigingsfilter
en de filterhouder terug in het
waterreservoir.
68 NL
6 Het bevochtig-
ingsfilter reini-
gen
Reinig het bevochtigingsfilter wekelijks
om het hygiënisch te houden.
1
Schakel de luchtbevochtiger uit en
haal de stekker uit het stopcontact
(afb. g).
2
Houd het apparaat aan beide zijden
van de bovenkant vast en til het
omhoog (afb. b).
3
Haal het bevochtigingsfilter en de
filterhouder uit het waterreservoir
(afb. h).
4
Verwijder het bevochtigingsfilter uit
de filterhouder (afb. i).
5
Laat het bevochtigingsfilter
gedurende één uur in kraanwater
weken (afb. j).
6
Spoel het bevochtigingsfilter af
onder een langzaam lopende kraan
(afb. k).
7
Laat het bevochtigingsfilter
uitlekken.
8
Plaats het bevochtigingsfilter om de
filterhouder (afb. l).
9
Plaats het bevochtigingsfilter
en de filterhouder terug in het
waterreservoir (afb. m).
10
Plaats de bovenkant weer op het
waterreservoir (afb. d).
Opmerking
•
Knijp of wring het filter niet uit. Dit
kan het filter beschadigen en de
bevochtigingsprestaties beïnvloeden.
•
Droog het filter niet in direct zonlicht
tenzij het terug op de filterhouder is
geplaatst