• dampslangen
• klemmen, regelkleppen
CZ
• regelsolenoïden
• elektronische regelapparatuur
• vacuümregelmembranen
• ontluchtingskleppen
• vloeistof-/dampafscheider
DA
• andere bijbehorende onderdelen
Het gebruik van andere vervangingsonderdelen
DE
dan de originele onderdelen kan resulteren in falen
van het systeem en een gevaar voor de veiligheid
opleveren.
EN
De brandstoftanks bevinden zich in de bumpers van de
maaier.
Parkeer de maaier op een vlakke ondergrond voordat u de
brandstoftank gaat vullen.
Reinig het gebied rond de olievuldop voordat u de dop ver-
ES
wijdert. Verwijder de brandstofdop langzaam.
Draai bij het draaien van de brandstofdop op de vulnek de
dop vast totdat deze begint te klikken, draai daarna door tot-
dat u ten minste drie klikken hebt gehoord.
BELANGRIJK: Doe de brandstoftank niet te vol. Het peil in
FR
de brandstoftank mag niet hoger zijn dan de onderzijde van de
vulnek. (Afbeelding 4-5) Het brandstofsysteem is zo ontwor-
pen dat er nog enige ruimte is voor de brandstof om uit te
zetten als de temperatuur van de brandstof verandert.
IT
Te veel brandstof in de tank kan leiden tot:
• Motorschade
Brandgevaar!
NL
PT
SV
REV C
Vullen tot aan de onderkant van de vulnek
Maximum
Niet te vol
maken
A. Vulnek
Afbeelding 4-5
Gebruik normale loodvrije benzine met een octaangehalte
van 87 of hoger. Maximaal 10% ethanol (E10) in brandstof.
Bij brandstoffen met meer dan 10% ethanol (zoals E15, E20
en E85) vervalt de garantie. Brandstoffen met meer dan 10%
ethanol zijn niet goedgekeurd voor gebruik en dergelijk niet-
toegestaan gebruik kan resulteren in een motorstoring en
kan brandgevaar opleveren.
Raadpleeg de motorhandleiding voor aanvullende vereisten
met betrekking tot de brandstofspecificaties.
Brandstofafsluitklep
Er bevindt zich een brandstofafsluitklep op elke maaier. De
locatie en werking van de brandstofklep verschilt naargelang
de eenheid. Sluit de brandstofklep om te voorkomen dat
brandstof naar de motor stroomt. Met de twee andere stan-
den van de klep kan brandstof uit een van de brandstoftanks
worden gehaald. Afbeelding 4-6
Brandstofafsluitklep in de gesloten stand
C
B
A
A. Brandstofafsluitklep
B. Linker brandstoftank
Afbeelding 4-6
4-4
A
B
B. Brandstoftank
D
C. Brandstofklep dicht
D. Juiste brandstof tank
606839CE