Laat de machine niet plotseling starten, stoppen, draa-
ien of achteruit rijden, vooral niet wanneer u manoeu-
vreert op hellingen. De stuurinrichting is zeer gevoelig.
CZ
Snelle verplaatsing van de bedieningshendels in beide
richtingen kan resulteren in een reactie van de maaier
die ernstig letsel kan veroorzaken.
Stop nooit plotseling terwijl u achteruitrijdt op hell-
ingen. Deze actie kan resulteren in een reactie van de
maaier die ernstig letsel kan veroorzaken.
DA
De Hustler
-maaier kan horizontaal rijden (zijdelings)
®
op matig steile hellingen. Wanneer u rijdt op hellingen
tot 15 graden, dient u zich bewust te zijn van omstan-
digheden waardoor de banden van de maaier grip kun-
nen verliezen en mogelijk verlies van controle van de
DE
maaier kunnen veroorzaken. Een bestuurder mag niet
op een helling rijden tenzij hij/zij goed bekend is met
de machine.
Rijd niet op hellingen van meer dan 15 graden.
Raadpleeg de Hellingsgids, wanneer u de steiltegraad
van de te maaien helling bepaalt.
EN
Het wordt sterk aanbevolen dat de bestuurder de maa-
ier de helling uiterst voorzichtig afrijdt als verlies van
grip wordt waargenomen. Wacht totdat de omstan-
digheid die het probleem heeft veroorzaakt, is opgelost
voordat u de helling weer oprijdt.
ES
De terreinomstandigheden kunnen de grip beïnvloeden
en mogelijk verlies van controle van de maaier veroor-
zaken. Sommige omstandigheden om rekening mee te
houden zijn:
1. Vochtig terrein
FR
2. Gasten in de grond; bv. kuilen, groeven, erosieplek-
ken
3. Aardhopen
4. Grondtype; d.w.z. zand, losse aarde, grind, klei
5. Grastype, dichtheid en hoogte
6. Zeer droog gras
IT
7. Bandendruk
Alle op de maaier gemonteerde hulpstukken beïnv-
loeden ook de manier waarop deze rijdt op een helling.
Houd er rekening mee dat de eigenschappen van elk
hulpstuk variëren.
NL
Een ander punt waarmee rekening moet worden
gehouden op hellingen is wat er zich onder aan de hell-
ing bevindt. Uiterste voorzichtigheid is geboden wan-
neer er zich een gevaar onder aan de helling bevindt.
Sommige voorbeelden zijn:
1. Water; bv. meer, rivier
PT
2. Rotsen, steunmuren
3. Wegen, snelwegen
4. Gebouwen
5. Stenen
Dit zijn slechts een paar voorbeelden van situaties
SV
waar voorzichtigheid geboden is bij het rijden op een
helling. Er zijn te veel andere mogelijkheden om hier te
REV C
vermelden. Vergeet gewoon niet om uiterst voorzichtig
te werk te gaan wanneer u op een helling rijdt.
De ROPS kan de kans op letsel of overlijden door
omkantelen beperken. De veiligheidsriem moet worden
omgedaan wanneer er een maaier wordt gebruikt die is
uitgerust met ROPS die in de stand omhoog is vergren-
deld. Beide sluitpennen en haarpennen moeten worden
aangebracht. Het niet gebruiken van de veiligheidsriem
met ROPS kan resulteren in ernstig letsel in geval van
omkantelen.
Kinderen
Er kunnen zich tragische ongevallen voordoen als de bestu-
urder niet bedacht is op de aanwezigheid van kinderen. Kin-
deren worden vaak aangetrokken tot de maaier en de
maaiactiviteit. Neem nooit aan dat kinderen op de plaats zullen
blijven waar u hen het laatst zag.
Laat de maaier nooit onbewaakt achter met de sleutel
in het contact, vooral niet als er kinderen aanwezig
zijn.
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij
de maaier verplaatsen of de maaier proberen te bedi-
enen terwijl deze onbewaakt is. Schakel altijd de dek-
koppeling uit, plaats de bedieningshendels in de
parkeerremstand, zet de motor af en verwijder de con-
tactsleutel wanneer u de bestuurderstoel verlaat.
Houd kinderen buiten het maaigebied en onder
toezicht van een andere verantwoordelijke volwassene
dan de bestuurder.
Wees alert en schakel de maaier uit als kinderen het
gebied betreden.
Kijk altijd naar beneden en achter u voordat en terwijl u
achteruitrijdt.
Vervoer nooit kinderen, zelfs niet met de messen uit-
geschakeld. Zij kunnen van de maaier vallen en ernstig
letsel oplopen of een veilig gebruik van de maaier ver-
hinderen. Kinderen die in het verleden hebben meege-
reden,
kunnen
verschijnen voor nog een ritje en worden overreden
door de maaier.
Laat kinderen nooit de maaier bedienen.
Laat kinderen of anderen nooit in of op gesleept mater-
ieel zitten.
Ga voorzichtig te werk wanneer u blinde hoeken, strui-
ken, bomen, het eind van een omheining of andere
voorwerpen nadert die uw zicht kunnen beperken.
Voorzorgsmaatregelen voor service
Tenzij dit specifiek vereist is, mag de motor NIET draa-
ien wanneer onderhoud wordt uitgevoerd aan de maa-
ier of deze wordt bijgesteld.
• Parkeer de maaier op een vlakke ondergrond.
• Schakel de dekkoppeling uit.
2-4
plotseling
in
het
maaigebied
606839CE