5. Laat de kapstok zakken en maak de lussen van de gordel vast.
6. Als de patiënt zit, laat de kapstok zakken tot het niveau van de thorax, en breng de personenlift
dichterbij.
Zorg dat de lift tijdens het heffen of laten dalen van de patiënt altijd op de rem staat.
VOORZICHTIG
PROBEER NOOIT EEN PATIENT OP TE TILLEN DIE ZICH BUITEN HET GRONDVLAK
VAN DE LIFT BEVINDT. EEN PATIENT DIE VAN DE GROND WORDT OPGETILD MOET
ZICH ALTIJD TUSSEN DE TWEE LIFTBENEN BEVINDEN, NOOIT DAARBUITEN.
OM LETSEL TE VOORKOMEN, BIJ HEFFEN EN DALEN VAN EEN PATIËNT DE
GROOTST MOGELIJKE VOORZICHTIGHEID IN ACHT NEMEN. NOOIT DE MAXIMUM
AANBEVOLEN HEFCAPACITEIT OVERSCHRIJDEN:
REL 100-130kg, REL150-30kg, REL200-175kg, REL250-175kg
Stijgen/dalen - Reliant 100 & 200 (zie fig 2)
1. Controleer of het ventiel onderaan de hefboom van de pomp stevig is gesloten (gedraaid in de richting
van de wijzers van de klok).
2. Pomp tot de masttop voldoende hoog is opgeheven.
3. Dalen
a) leeg: maak het ventiel los dat zich onderaan de pomp bevindt door er twee maal aan te draaien
zodat de masttop snel daalt.
b) met een persoon: geef het ventiel slechts een kwartdraai zodat het dalen zachtjes verloopt en men
de patiënt exact kan positioneren.
Stijgen/dalen - Reliant 150 & 250
1. Om de kapstok naar boven te bewegen, duw op de pijl UP (boven) van de manuele bediening.
2. Om de kapstok naar onderen te bewegen, duw op de pijl DOWN (onder) van de manuele bediening.
ELEMENTEN DIE SNEL DALEN MOGELIJK MAKEN
De personenliften Reliant 150 en 250 omvatten de meest recente voorzieningen voor het snelle dalen in
noodsituaties, overeenkomstig de CEN-norm 1997 in verband met verplaatsingssystemen van personen.
Elektrisch systeem (zie fig 3)
Wanneer het manuele systeem van de Reliant 150 of 250 defect is, is het mogelijk de vijzel te doen zakken
door met een puntvormig voorwerp zoals een pen of een paperclip op de ronde Emergency Lower
membraanschakelaar (noodhulp om te dalen) te drukken, die zich bevindt op de voorkant van de
laadeenheid, onder de rode knop (Emergency Stop). De vijzel zakt zolang men duwt op de knop
'Emergency Lower'.
Wanneer u deze knop moet gebruiken, neem contact op met uw Invacare-verdeler vooraleer u de
personenlift opnieuw gebruikt.
Mechanisch daalsysteem voor noodgevallen
Voor het geval er een stroompanne optreedt of de batterij leegraakt terwijl de personenlift in werking is,
zijn de modellen 150 en 250 uitgerust met een mechanisch daalsysteem, dat zich aan de basis van de
liftmast bevindt. Om de lift in geval van een stroompanne veilig te laten dalen, trekt u de rode noodhendel
omhoog.
Wanneer u dit systeem moet gebruiken, neem contact op met uw Invacare-verdeler vooraleer u de
personenlift opnieuw gebruikt.
Het beveiligingssysteem kan worden geactiveerd door een schroevendraaier in het gat van het rode plastic
mechanisme te steken en vijfmaal linksom te draaien totdat een verstelbare schroef zichtbaar wordt. Dit
moet altijd worden gedaan voordat het apparaat wordt geïnstalleerd. De "noodsnelheid omhoog" kan aan
het gewicht van de patiënt worden aangepast, door de afstelschroef linksom (voor hogere snelheid) of
rechtsom (lagere snelheid) te draaien. Dit moet worden gedaan zodra de lift op de plaats van gebruik
wordt afgeleverd.
Opmerking: Het mechanische systeem werkt enkel wanneer er zich een persoon in de lift bevindt.
HEROPLADEN VAN DE BATTERIJEN
Algemene opmerkingen
De modellen Reliant 150 en 250 zijn voorzien van een integrale batterijlader voor een optimaal praktisch
systeem. De batterijen moeten op regelmatige tijdstippen worden geladen, zo zorgt u voor een maximale
performantie van de personenlift en verlengt u de levensduur van de batterijen. Het systeem is voorzien
van een geluidssysteem dat de gebruiker waarschuwt wanneer de batterijen bijna leeg zijn.
16