Probleem
Het beeld flikkert, springt,
oscilleert of is vervormd.
Het beeld is wazig.
Echobeeld (ghosting).
Het beeld is niet gecentreerd of
heeft niet de juiste afmetingen.
Het beeld is te klein.
Het beeld is donker.
Golvend of elliptisch patroon
(moiré) is zichtbaar.
De kleur is niet gelijkmatig.
Onzuivere witweergave.
De toetsen van de monitor werken
niet
(
verschijnt op het scherm).
De monitor wordt na enige tijd
uitgeschakeld.
De resolutie die op het
menuscherm wordt weergegeven,
is onjuist.
Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u contact op
met een erkende Sony dealer en geeft u de volgende informatie:
• Modelnaam: SDM-E76A, SDM-E96A, SDM-E76D of SDM-
E96D
• Serienummer
• Gedetailleerde beschrijving van het probleem
• Datum van aanschaf
• Naam en specificaties van uw computer en grafische kaart
Controleer deze punten
• Pas pitch en fase aan (pagina 11).
• Probeer de monitor aan te sluiten op een ander stopcontact, bij voorkeur op een ander
circuit.
x Problemen die worden veroorzaakt door de computer of andere apparatuur
die is aangesloten en niet door de monitor
• Raadpleeg de handleiding van de grafische kaart voor de juiste instelling van de monitor.
• Controleer of de grafische modus (VESA, Macintosh 19" Color, enzovoort) en de
frequentie van het ingangssignaal worden ondersteund door deze monitor. Sommige
grafische kaarten hebben een synchronisatiepuls die te smal is om de monitor correct te
laten synchroniseren, ook al ligt de frequentie binnen het juiste bereik.
• Pas de frequentie voor vernieuwen (verticale frequentie) van de computer aan, om een
optimaal beeld te verkrijgen.
• Pas de helderheid en het contrast aan (pagina 10, 11).
• Pas pitch en fase aan (pagina 11).
x Problemen die worden veroorzaakt door de computer of andere apparatuur
die is aangesloten en niet door de monitor
• Stel de resolutie op uw computer in op 1280 × 1024.
• Gebruik geen videoverlengkabels en/of videoschakeldozen.
• Controleer of alle aansluitingen goed vastzitten.
• Pas pitch en fase aan (pagina 11).
• Pas de beeldpositie aan (pagina 11). Houd er rekening mee dat in bepaalde videomodi het
scherm niet volledig is gevuld.
x Problemen die worden veroorzaakt door de computer of andere apparatuur
die is aangesloten en niet door de monitor
• Stel de resolutie op uw computer in op 1280 × 1024.
• Pas de helderheid aan met het HELDERHEID menu (pagina 11).
• Pas de achtergrondverlichting aan (pagina 10).
• Na het inschakelen van de monitor duurt het enkele minuten voordat het scherm oplicht.
• Pas pitch en fase aan (pagina 11).
• Pas pitch en fase aan (pagina 11).
• Pas de kleurtemperatuur aan (pagina 13).
• Als het toetsen slot is ingesteld op AAN, moet u deze instellen op UIT (pagina 15).
x Problemen die worden veroorzaakt door de computer of andere apparatuur
die is aangesloten en niet door de monitor
• Schakel de stroomspaarstand van de computer uit.
• Afhankelijk van de instelling van de grafische kaart, kan de resolutie die op het
menuscherm wordt weergegeven, niet overeenkomen met de resolutie die in de computer
is ingesteld.
19
(NL)