Multi-Pro 2000
BEDOELD GEBRUIK
• De beugel en de wegwerpbare voerder verschaffen artsen een instrument voor
het uitvoeren van procedures met naaldvoerders (of katheters) met gebruikmaking
van diagnostische ultrasone transducers.
WAARSCHUWING
• In de Verenigde Staten mag dit apparaat volgens de federale wet uitsluitend door of
op voorschrift van een arts worden gekocht of gebruikt.
• Voorafgaand aan gebruik dient u te zijn opgeleid in ultrasonografie. Raadpleeg voor
instructies over het gebruik van de transducer de gebruikershandleiding van uw systeem.
• Transducer-afdekkingen die natuurrubber latex bevatten, kunnen allergische reacties
teweegbrengen. Raadpleeg in de Verenigde Staten FDA Medical Alert MDA91-1.
• Wegwerpbare componenten zijn steriel verpakt en uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik.
Gebruik dit product niet als de verpakking is beschadigd of de vervaldatum is verlopen.
• De transducer kan zijn afgebeeld zonder afdekking, maar dit is uitsluitend voor
illustratiedoeleinden. Plaats te allen tijde een afdekking over de transducer om patiënten
en gebruikers te beschermen tegen kruisbesmetting.
• Gebruik uitsluitend in water oplosbare middelen of gels. Producten op basis van aardolie
of minerale olie kunnen de afdekking beschadigen.
• Instrumenten voor eenmalig gebruik niet opnieuw gebruiken, verwerken of steriliseren.
Opnieuw gebruiken, verwerken of steriliseren van het instrument vergroot de kans op
verontreiniging, wat besmetting of kruisbesmetting tot gevolg kan hebben.
I. DE BEUGEL AAN DE TRANSDUCER BEVESTIGEN
WAARSCHUWING
• De beugel is niet-steriel verpakt, en kan opnieuw worden gebruikt. Om mogelijke
besmetting bij de patiënt te vermijden, moet worden verzekerd dat de beugel vóór elk
gebruik op de juiste wijze wordt gereinigd, gesteriliseerd of gedesinfecteerd.
• De beugel niet gebruiken als hij niet goed past.
1. Maak de beugel aan de transducer vast door de fixeervoorzieningen op één lijn
te zetten. Wees er zeker van dat de beugel stevig vastzit.
II. DE TRANSDUCER BEDEKKEN
1. Breng een toepasselijke hoeveelheid gel aan binnen de beschermkap en/of op
de voorkant van de transducer. Als er geen gel wordt gebruikt, kan dit slechte
beeldvorming tot gevolg hebben.
2. Plaats de transducer met gebruik van de juiste steriele techniek in de afdekking.
Trek de afdekking strak over de voorkant van de transducer om plooien en
luchtbellen te verwijderen. Let daarbij op dat u de afdekking niet doorboort.
3. Maak de beschermkap vast met de bijgevoegde banden.
4. Controleer de beschermkap om te verzekeren dat er geen gaten of scheuren in zitten.
III. DE NAALDVOERDER AAN DE BEUGEL BEVESTIGEN
1. Gebruik de juiste steriele techniek om de naaldvoerder op het bevestigingsgedeelte
van de beugel te klikken.
2. Kies de juiste maat naaldvoerder-insteekhuls en schuif deze op de plaats.
VERIFICATIE VAN HET NAALDPAD
3. Voordat het component voor de eerste maal wordt gebruikt, dient als beschreven
in de systeemhandleiding een verificatie van het naaldpad te worden uitgevoerd
om de verhoudingen tussen systeem en biopsiegeleider te controleren.
4. Gebruik een naaldlengte die geschikt is om het doelgebied te bereiken.
IV. DE ONTKOPPELING VAN DE NAALDVOERDER ACTIVEREN
1. Verwijder de naald-insteekhuls en beweeg de transducer.
Naaldvoerdersysteem
™
10
Nederlands