Display
Geluidssignaal
Masker
indicator
(voorbeeld,
LED = groen)
(voorbeeld,
LED = groen)
Aan
(voorbeeld,
(Normale
LED = groen)
Werking)
(LED = groen)
Aan
(slaapmodus)
Kern:
= Langzame Flits
^ De filterlaadindicator is alleen voor deeltjes. Hij verschaft geen informatie
over de levensduur voor gas en stoom. Verlaat de verontreinigde zone
onmiddellijk wanneer u vervuilende stoffen proeft of ruikt.
Gebruik in de uit-stand is niet normaal. Er wordt echter verminderde
bescherming gegeven om een veilige uitgang van het verontreinigde
gebied toe te staan.
Let er op dat de ademslang niet rond uitstekende voorwerpen komt te zitten.
Als de luchtstroom in het gelaatsmasker tijdens het gebruikt stopt en het
alarm klinkt, verlaat de verontreinigde zone dan onmiddellijk en onderzoek
de oorzaak (zie diagnoseprocedure).
OPMERKING: De levensduur van het product zal verschillen
naargelang de gebruiksfrequentie en -omstandigheden. Bij dagelijks
gebruik bedraagt de verwachte levensduur van de motorunit 3-5 jaar.
Sommige extreme omstandigheden kunnen leiden tot een verkorte
levensduur van het product. Het product moet volgens de onderstaande
omschrijving worden bewaard en onderhouden.
N.B.: Stel het batterijpak niet bloot aan temperaturen boven 54°C. Het alarm
van de motorunit wordt geactiveerd als het batterijpak een temperatuur
bereikt van 54°C terwijl de motorunit in gebruik is.
De motorunit schakelt uit als de temperatuur van de batterij 60°C
overschrijdt.
^ Gebruik geen batterijen buiten de aanbevolen temperatuurlimieten.
VRIJMAKEN VAN HET SYSTEEM
^ Het is niet toegestaan het gelaatsstuk en filter te verwijderen of de
Motoraangedreven Lucht Turbo te inactiveren totdat u het
verontreinigde gebied heeft ontruimd.
^ De ademslang mag pas worden verwijderd nadat het gelaatsmasker
afgezet is.
Ontsmetting door douchen moet plaatsvinden voor uitschakelen, verwijderen
en demontage van het systeem (zie reinigingsinstructies).
1. Haal de spanning van de hoofdbanden.
2. Til het gelaatsstuk voorzichtig van het gezicht en verwijder het masker
door het op te tillen en uit de richting van het gezicht te bewegen.
3. Schakel de motorunit uit door 2 seconden op de aanknop te drukken.
4. Maak de riem los. Haal zo nodig de riem van de motorunit door hem
onderaan in het midden over de vergrendelingsranden te heffen en de riem
neerwaarts te schuiven (zie afbeelding 31).
5. Voor het verwijderen van de ademslang, houdt de motorunit
ondersteboven, zodat de uitlaat naar de grond gericht is (zie afb.32) om de
kans op vervuiling van de uitlaat te minimaliseren.
6. Voor het verwijderen van het filter, plaats de motorunit ondersteboven op
een vlakke ondergrond, waarbij het filterdeksel op de ondergrond rust. Druk
op de grendel van het filter (Afb. 33). Gebruik hiervoor twee vingers. Trek het
Trillen
Uitleg
Masker indicator
geactiveerd.
Laadstatus van
accu (minder dan
80% in voorbeeld)
Nieuw filter in
voorbeeld
Deels geladen filter
in voorbeeld
Opmerking: voor
sommige systemen
impliceert de
inherente drukval
van bv. hoofdkap
en/of filter dat niet
alle ledlampen
zullen oplichten,
zelfs bij nieuwe
filters
Standaard
luchtstroom
Standaard
luchtstroom
filter langzaam van de motorunit af. Dit verkleint de kans op vervuiling van de
motorunit. Opmerking: De motorunit moet al zijn uitgeschakeld voordat het
filter wordt verwijderd.
Om de kap van het filter te verwijderen, houdt u het filter omgekeerd en trekt
u aan het blauwe lipje onderaan de filterkap om hem van het filter los te
maken (zie afbeelding 34). Trek de kap naar beneden en uit de richting van
het filter.
Het filter moet worden weggegooid.
Opmerking: Bij gebruik van de ademslanghouder, verwijder door de lipjes
onderaan de lus van het vizierframe zachtjes over de onderkant van het
vizierframe te trekken. Pak de twee zijlipjes en trek deze voorzichtig over de
lus van het vizierframe.
Indien het systeem gebruikt wordt in een zone met een product dat vervuiling
veroorzaakt waarvoor speciale decontaminatieprocedures bepaald zijn,
moet het systeem geplaatst worden in een daarvoor voorziene container die
kan worden afgesloten tot het systeem gedesinfecteerd of verwijderd is.
REINIGINGSINSTRUCTIES
Opmerking: Raadpleeg de reinigingsinstructies in de relevante
gebruikershandleiding van het gelaatsmasker.
Ontsmetting door douchen moet plaatsvinden met de juiste filterbedekking.
Stuur geen water naar de luchtingang van de motorunit maar zorg ervoor dat
het systeem tijdens het proces grondig wordt gereinigd. Verwijder de
ademslang, filter of batterij niet tijdens het douchen. Zorg ervoor dat het
systeem droog is voordat de ademslang wordt verwijderd. Filters mogen niet
worden hergebruikt na het douchen. Zorg dat het filterdeksel schoon is voor
hergebruik. De motorunit mag worden ondergedompeld of in een
respiratorreiniger worden schoongemaakt. Allereerst moeten de filters
worden verwijderd en de reinigings- en opslagstekkers van de luchtinlaat en
luchtuitlaat in de motorunit worden gestoken (zie afbeelding 35). Vóór elk
gebruik moeten de stekkers worden nagekeken op schade en slijtage.
Versleten of beschadigde dichtingen moeten worden vervangen. Stekkers
moeten na 30 keer gebruik of jaarlijks worden vervangen, afhankelijk van
wat eerst komt. De watertemperatuur mag niet meer dan 50°C bedragen.
Opmerking: motorunits die zijn gevallen of beschadigd, mogen niet worden
ondergedompeld of in een respiratorreiniger worden geplaatst vanwege het
risico op binnendringen van water. Ook de batterij kan worden
ondergedompeld om ze te reinigen. Haal de batterij uit de motorunit en
gebruik een reinigingskap (verkrijgbaar als accessoire) om corrosie aan de
contacten te voorkomen (zie afbeelding 36).
Opmerking: er zijn drie sluitingslussen op het batterijschoonmaakdeksel. De
kleinste luspositie is voor gebruik met de standaardcapaciteitsbatterij (zie
Afb. 37A), de middelste luspositie is voor gebruik met de hoge
capaciteitsbatterij (zie Afb. )37B).
^ Dompel niet onder voordat de opslag- en reinigingskap van de batterij is
aangebracht.
Dompel de batterij niet onder als ze is beschadigd. Als er zich na het
onderdompelen water tussen de batterij en de reinigingskap bevindt, werp
de reinigingskap dan weg en vervang deze. De batterijcontacten mogen met
een milde oplossing van water en vloeibare huishoudzeep worden gereinigd.
Zorg ervoor dat de contacten schoon en droog zijn voordat u het product
opslaat of gebruikt.
Voor extra reiniging, gebruik een schone doek met een milde oplossing van
water en vloeibare zeep. Gebruik geen benzine, gechloreerde ontvetters
(zoals trichloorethyleen), organische oplosmiddelen en reinigingsproducten
met schuurmiddel om systeemonderdelen te reinigen. Om te desinfecteren
gebruik de doeken zoals vermeld in het referentieblad. De vonkenvanger
kan worden schoongemaakt met water en vloeibare huishoudzeep. Droog
de vonkenvanger volledig met een schone doek. Als de vonkenvanger niet
kan worden gereinigd of beschadigd is dan moet deze worden vervangen.
ONDERHOUD
Algemeen
Onderhoud, service en reparaties mogen enkel uitgevoerd worden door
hiervoor opgeleid personeel. Stuur producten voor onderhoud naar een door
3M goedgekeurd service centrum. Neem voor meer informatie contact op
met 3M Technische Service.
^ Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen of ongeoorloofde
aanpassingen kunnen levensgevaarlijke gebruikssituaties
veroorzaken. Elke garantie komt dan te vervallen.
HOE
WANNEER
Luchtstroomcheck
Voor gebruik
Alarmcontrole
Voor gebruik
Algemene Controle
Voor gebruik - Maandelijks indien niet regelmatig in
gebruik
Reiniging
Na gebruik
Vervang de ventielafsluiters
Elk jaar
van het gelaatsmasker en de
pakking van het aansluitstuk
De kap mag worden hergebruikt als ze onbeschadigd is
en correct kan worden bevestigd.
33