•
Sluit het deksel van het batterijvak en draai de schroef
vast.
Opmerking:
We raden u aan het vervangen van de batterijen met
de servicesoftware UltraAssist te parametreren.
6.2 Interfaces van het rekenwerk
De meter is conform EN 62056-21:2002 standaard uitgerust
met een optische interface en twee
watermeterimpulsingangen.
Voor het uitlezen op afstand kunt u een van de volgende
communicatiemodules plaatsen:
•
impulsuitgangsmodule
•
M-bus-module
•
radiomodule
Deze modules hebben geen terugwerkende kracht op de
verbruiksmeting. U kunt de modules ook achteraf toevoegen
zonder de controlemarkering te beschadigen.
7 Communicatiemodules
Opmerking:
Neem bij de montage van modules de ESD-
beschermingsmaatregelen in acht.
Figuur 11: Slot van de communicatiemodule
Siemens Smart Infrastructure
7.1 Communicatiemodule monteren
De communicatiemodules worden via een
terugkoppelingsvrije stekker aangesloten, zodat montage en
wijzigingen steeds mogelijk zijn.
Opmerking:
Raak de module alleen aan aan de kunststofhouder.
Opmerking:
Om een externe kabel aan te sluiten, opent u de
kabeltules zodanig dat deze de kabel nauw omsluiten.
Ga voor het monteren van een communicatiemodule als
volgt te werk:
•
Maak de schroef van het behuizingsdeksel los en open
het.
Neem bij M-bus- en impulsuitgangsmodules de volgende
punten in acht:
•
•
Voer de kabel van buiten door de tule.
•
Strip de kabel en sluit deze aan.
•
Fixeer de kabel met de trekontlastingsbeugel.
•
Sluit de leidingen aan de aansluitklem van de
module aan.
•
Trek de kabel tijdens het plaatsen van de module
door de behuizing naar buiten.
•
Zet de contactvlakken van de module eerst op het
moduleslot.
•
Druk de module voorzichtig vast.
Neem afhankelijk van de behuizing ook de volgende punten
in acht:
•
Trek bij IP 68 uitvoeringen van de behuizing de
kabelwartel vast.
•
Let er bij IP 54 uitvoeringen op dat de tule correct zit.
•
Sluit het behuizingsdeksel door de schroef vast te
draaien (zie hoofdstuk aanhaalmoment) en druk het
vast aan.
Opmerking:
Technische details en informatiegegevens over
communicatiemodules vindt u in de documenten van
de modules.
Opmerking:
Ten laatste 60 seconden na de montage herkent de
meter de modules automatisch
klaar voor de communicatie en de impulsuitvoer.
7.2 Aansluitklemmen
Voor de aansluiting van de externe kabels aan de modules
worden 2-polige of 4-polige klemmen gebruikt.
•
striplengte 6 mm
•
aansluitvermogen
•
star of flexibel, 0,14 ... 1,5 mm²
•
flexibel met adereindhuls met kunststofhuls, 0,25
... 1,5 mm²
•
flexibel met adereindhuls zonder kunststofhuls,
0,25 ... 1,0 mm²
A6V11905994
en is deze
14.01.2020
31