OBJ_BUCH-2005-001.book Page 65 Wednesday, August 28, 2013 8:57 AM
Montage
Beschermingsvoorzieningen monteren
Controleer of het persluchtgereedschap niet op de
luchttoevoer aangesloten is voor u de veiligheidsin-
richtingen monteert. Daardoor vermijdt u dat u het onbe-
doeld in gebruik neemt.
Opmerking: Na breuk van de slijpschijf tijdens het gebruik of
bij beschadiging van de opnamevoorzieningen aan de be-
schermkap/aan het persluchtgereedschap moet het gereed-
schap zo spoedig mogelijk aan de klantenservice worden ge-
stuurd. Zie voor adressen het gedeelte „Klantenservice en
gebruiksadviezen".
Beschermkap voor schuren (zie afbeelding A)
– Zet de beschermkap 13 met de codeernok 19 in de co-
deergroef op de ashals 15 tot de kraag van de bescherm-
kap de flens van het elektrische gereedschap raakt.
– Pas de positie van de beschermkap aan de eisen van de be-
werking aan.
– Als u de beschermkap wilt vastzetten, draait u de vastzet-
schroef 12 met een aandraaimoment van minstens 10 Nm
vast.
Stel de beschermkap 13 zo in dat er geen vonken in de
richting van de bediener vliegen.
Extra handgreep
Gebruik het persluchtgereedschap alleen met de extra
greep 3.
– Schroef de extra handgreep 3 afhankelijk van de werkwijze
rechts of links op het voorste deel van de machine vast.
Handbescherming (zie afbeelding B)
Monteer voor werkzaamheden met de rubber steun-
schijf 5 altijd de handbescherming 4.
– Bevestig de handbescherming 4 met de extra handgreep
3.
Luchtafvoer (zie afbeelding C)
Met een luchtafvoer kunt u de af te voeren lucht via een af-
voerslang van uw werkplek wegvoeren en tegelijkertijd een
optimale geluiddemping bereiken. Bovendien verbetert u uw
werkomstandigheden, aangezien uw werkplek niet meer kan
worden vervuild door oliehoudende lucht en er geen stof of
spanen meer kunnen worden opgewerveld.
– Draai de geluiddemper bij de luchtafvoer 12 uit en vervang
deze door een slangnippel 1.
– Maak de slangklem 20 van de luchtafvoerslang 21 los en
bevestig de luchtafvoerslang op de slangnippel 1 met bui-
tenschroefdraad door de slangklem stevig vast te draaien.
Bosch Power Tools
Aansluiting op de luchttoevoer (zie afbeelding D)
De luchtdruk mag niet lager dan 6,3 bar (91 psi) zijn,
aangezien het persluchtgereedschap voor deze be-
drijfsdruk geconstrueerd is.
Houd voor een maximale capaciteit de waarden voor de in-
wendige slangdiameter en de aansluitschroefdraad in de ta-
bel „Technische gegevens" aan. Gebruik voor het instandhou-
den van de volledige capaciteit alleen slangen met een lengte
van maximaal 4 meter.
De toegevoerde perslucht moet vrij van voorwerpen en vocht
zijn om het persluchtgereedschap te beschermen tegen be-
schadiging, vervuiling en roestvorming.
Opmerking: Het gebruik van een persluchtverzorgingseen-
heid is noodzakelijk. Deze waarborgt een correcte werking
van de persluchtgereedschappen.
Lees de gebruiksaanwijzing van de verzorgingseenheid en
neem deze in acht.
Alle armaturen, verbindingsleidingen en slangen moeten ge-
schikt zijn voor de druk en de vereiste luchthoeveelheid.
Voorkom vernauwingen van de toevoerleidingen, bijvoor-
beeld door afknellen, knikken of trekken.
Controleer in geval van twijfel de druk bij de luchtingang met
een manometer terwijl het persluchtgereedschap ingescha-
keld is.
Aansluiting van de persluchttoevoer op het persluchtge-
reedschap
– Schroef de slangnippel 1 in het aansluitstuk van de luchtin-
gang 18.
Ter voorkoming van beschadigingen aan inwendige ven-
tieldelen van het persluchtgereedschap, dient u bij het in-
en uitdraaien van de slangnippel 1 het uitstekende aan-
sluitstuk van de luchtingang 18 met een steeksleutel (sleu-
telwijdte 22 mm) tegen te houden.
– Maak de slangklemmen 20 van de luchttoevoerslang 22
los en maak de luchttoevoerslang op de slangnippel 1 vast
door de slangklem stevig vast te draaien.
Opmerking: Bevestig de luchttoevoerslang altijd eerst aan
het persluchtgereedschap en vervolgens aan de verzorgings-
eenheid.
Slijp-, doorslijp- of afbraamschijven monteren
– Reinig de uitgaande as 14 en alle te monteren delen.
Inzetten (zie afbeeldingen E1–E2)
– Controleer dat de passende beschermkap gemonteerd is
(zie „Beschermingsvoorzieningen monteren", pagina 65).
– Zet de opnameflens 10 op de uitgaande as 14.
In de opnameflens 10 is rondom de centreerkraag een kunst-
stof onderdeel (O-ring) ingezet. Als de O-ring ontbreekt of
beschadigd is, moet deze beslist worden vervangen voordat
de opnameflens 10 gemonteerd wordt.
– Plaats volgens de juiste draairichting het gewenste slijpge-
reedschap 10 (slijp-, doorslijp- of afbraamschijf) op de uit-
gaande as 14.
– Zet de spanmoer 9 zodanig op de schroefdraad van de uit-
gaande as dat de uitsparing in het midden van de span-
moer omhoog wijst.
Nederlands | 65
3 609 929 C70 | (28.8.13)