Opmerking vooraf
Voor een beter begrip wordt het "mee-
lopende opvangapparaat aan een vaste
geleiding" in het onderstaande door
het gebruikelijke begrip uit het ver-
leden "klimbeschermingsinrichting"
vervan gen, h et "meelopende op-
vangapparaat" is de "vangwagen".
Belangrijke bedrijfsvoorschriften
1. Om de bedrijfszekerheid van de uit-
rusting en het effi ciënte inzetten ervan
te kunnen garanderen dient vóór het
gebruik van de FABA™-vangwagen in
ieder geval de inhoud van deze hand-
leiding ter kennis te worden genomen.
Elke gebruiker moet de inhoud hebben
begrepen en de zich daarin bevindende
voorschriften in acht nemen.
2. Deze handleiding dient tot aan de
buiten bedrijfstelling van het apparaat in
onberispelijke technische staat te worden
gehouden en aan alle gebruikers ter be-
schikking gesteld. Op aanvraag zijn extra
exemplaren verkrijgbaar.
3. De op de vangwagen aangebrachte aan-
duiding moet duidelijk leesbaar blijven.
Wanneer de informatie onlees baar of
verdwenen is, de vang wagen perma nent
buiten bedrijf stellen.
4. De vangwagen is bestanddeel van een
systeem voor valbescherming in over een-
stemming met EN 363 en mag uitsluitend
in combinatie met andere onder elkaar en
met de vangwagen compatibele elemen-
ten worden gebruikt die beant woorden
aan de geldende veiligheids voorschriften
en normen. Het is absoluut noodzakelijk
om de voorschriften voor de verbinding
van de uitrustingen waaruit het systeem
voor valbescherming bestaat, conform
deze handleiding en die van de andere
gebruikte producten in acht te nemen.
28
5. De FABA™-vangwagen mag uitslui-
tend door één persoon tegelijk worden
gebruikt. Hierbij mag het gewicht van
de gebruiker niet onder de nominale last
komen en het gewicht van de gebruiker
inclusief werktuigen en uitrusting niet
boven de maximale nominale last komen.
Elke gebruiker moet vóór het gebruik
van de uitrusting een praktische trai-
ning krijgen die o.a. de inbedrijf stelling
en het inzetten van de vangwagen bij
een volledig systeem onder gebruiks- en
veiligheidsvoorwaarden omvat. Bij deze
training moet bovendien als thema ook
de reddingsmaatregelen horen die na de
val van de gebruiker dienen te worden
uitgevoerd.
6. Elke FABA™-vangwagen mag uit-
sluitend worden gebruikt in de erbij
horende en in deze handleiding gespeci-
ficeerde railprofielen. Het veronacht-
zamen van deze eis kan het leven van de
gebruiker in gevaar brengen. Tractel ®
stelt zich niet aansprakelijk voor het
gebruik van een FABA™-vangwagen
in een andere dan de voorgeschreven
klimbeveiligingsprofi el.
7. Gebruik de FABA-vangwagen alleen,
wanneer deze zich in een deugdelijke
toestand bevindt. Voor elk gebruik moet
de vangwagen worden gecontroleerd en
in de veiligheidsrail moet met de hand een
werkingscontrole worden verricht. Elke
vangwagen moet meteen buiten bedrijf
worden gesteld en ter controle naar Trac-
tel Greifzug GmbH of een door Tractel
geschoolde en gecertifi ceerde vaakman
worden gestuurd, wanneer hij beschadigd
of niet inzetbaar is of wanneer er twijfel
bestaat over de veiligheid bij gebruik.
8. Elke vangwagen die een val heeft
opgevangen, moet onmiddellijk aan het
gebruik worden onttrokken en naar Trac-
tel Greifzug GmbH of een door Tractel
geschoolde en gecertifi ceerde vaakman
ter controle worden opgestuurd. Na een
val mag de klimbeveiligingsinstallatie
NL