■
Pneumatische apparaten alleen in drukloze toestand aankoppelen. Rondvliegende drukslan-
gen kunnen tot ernstig letsel leiden.
■
Alleen droge, schone lucht gebruiken. Nooit zuurstof, kooldioxide of andere in flessen geper-
ste gassen gebruiken om pneumatische apparaten aan te drijven.
■
Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen onderdelen, bevestigingen en accessoires.
■
Het apparaat nooit aan de drukluchtslang optillen.
■
Het aangesloten apparaat nooit met de vinger aan de bedieningshendel dragen.
■
Vermijd onbedoelde bediening.
■
Grepen altijd droog, schoon, olie- en vetvrij houden.
■
Zorg voor een schoon, goed geventileerd en steeds goed verlicht werkgebied.
■
Het apparaat nooit onder de invloed van drugs of alcohol gebruiken.
■
De markering op het apparaat dient altijd goed leesbaar zijn.
■
Pneumatische apparaten mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden bediend en
onderhouden.
■
Reparaties alleen door bevoegd personeel uit laten voeren.
■
Aan pneumatische apparaten mogen geen wijzigingen, noodreparaties worden uitgevoerd en
het apparaat mag niet oneigenlijk worden gebruikt.
■
Tijdens het werken met pneumatische apparaten niet in het werkgebied grijpen.
■
Indien zich lekkages aan het apparaat of andere storingen voordoen, het apparaat direct
loskoppelen van de drukluchtbron en de oorzaak van de storing vaststellen.
■
Gebruik nooit snelkoppelingen direct aan het apparaat. De snelkoppeling dient door een
luchtslang van tenminste 20 cm lang van het apparaat te zijn gescheiden.
■
De te gebruiken gereedschappen zoals bijv. beitels, pennen, dopsleutel-hulpstukken enz.
alleen met losgekoppelde luchtslang verwisselen.
■
Voor het smeren of het verwisselen van de te gebruiken gereedschappen zoals bijv. beitels,
pennen, dopsleutel-hulpstukken enz. het pneumatische apparaat altijd loskoppelen van de
drukluchttoevoer.
■
Zorg altijd dat de te gebruiken apparaten in perfecte conditie zijn.
■
Gebruik alleen voor het desbetreffende apparaat beoogde gereedschappen, zoals bijv. bei-
tels voor boorhamers, slijpschijven en schuurbanden voor pneumatische slijpapparaten, etc.
■
Let op de terugslag. Let op het moment van de terugslag en op mogelijke breuk in het appa-
raat. Op krappe plekken kan de terugslag letsel veroorzaken. Wees voorbereid op onver-
wachte terugslag.
■
Langdurige trilling kan schadelijk zijn voor de gezondheid.
■
Zorg voor stabiliteit.
3. Onderhoud en verzorging
Het gebruik, de controle en het onderhoud van pneumatische apparaten dient altijd volgens de
plaatselijke of federale regelgeving te geschieden.
3.1. Onderhoud
■
Voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden dient het apparaat altijd van de druk-
luchttoevoer te worden losgekoppeld.
■
Voor reinigen van het apparaat of onderdelen wordt het gebruik van wasbenzine aanbevolen.
■
Reinig nooit met oplosmiddelen of zuren, esters (organische verbindingen van zuren en
alcohol), aceton (keton), gechloreerde koolwaterstoffen of nitro carbon houdende smeermid-
delen. Gebruik geen licht ontvlambare chemicaliën.