■
Om veiligheidsredenen zijn wijzigingen aan FÖRCH-apparaten niet toegestaan. Het aanbren-
gen van wijzigingen aan het apparaat leidt tot onmiddellijke uitsluiting van aansprakelijkheid.
■
Draag werkhandschoenen. Tijdens het bedienen van het apparaat worden trillingen van het
apparaat op de bediener overgebracht. Draag absoluut beschermende handschoenen.
■
Draag een veiligheidsbril. Apparaten met pneumatische aandrijving kunnen splinters, stof en
anderen zwevende deeltjes met hoge snelheid op doen stuiven, wat tot ernstig ogenletsel
kan leiden. Druklucht is gevaarlijk. De luchtstroom kan gevoelige lichaamsdelen zoals ogen,
oren etc. beschadigen. De door de luchtstroom opgestoven deeltjes en stof kunnen letsel
veroorzaken.
■
Draag gehoorbescherming. Langdurige blootstelling aan operationeel geluid van een druk-
luchtapparaat kan tot permanente gehoorschade leiden.
■
Draag een gezichtsmasker of adembescherming. Sommige materialen zoals lijmen en teer
bevatten chemicaliën waarvan de dampen indien gedurende een langere termijn worden
ingeademd, ernstig letsel kunnen veroorzaken.
■
Draag nauw passende beschermende werkkleding. Haar, kleding, sierraden en andere losse
voorwerpen kunnen verstrikt raken in apparaten met draaiende delen, wat tot ernstig letsel
kan leiden. Draag nooit te wijde en/of van riemen of lussen etc. voorziene kleding, die in
de draaiende delen van het apparaat verstrikt kan raken. Leg bij het werken alle sierraden,
horloges, identificatieplaatjes, armbanden, halskettingen etc. die in het apparaat verstrikt
kunnen raken, weg. Raak nooit delen van het apparaat aan die de beweging zijn. Lang haar
dient te worden samengebonden of afgedekt.
■
Pneumatische apparaten buiten bereik van kinderen houden. Onbeheerde of aan de druk-
luchttoevoer aangesloten apparaten kunnen door onbevoegden worden gebruikt wat tot
letsel van derden kan leiden.
■
Het apparaat niet in explosiegevaarlijke ruimten gebruiken. Pneumatische apparaten kunnen
vonken veroorzaken, wat tot ontbranding van brandbare materialen kan leiden.
■
Apparaten nooit in de buurt van brandbare stoffen zoals benzine, nafta of reinigingsmiddelen
etc. gebruiken. Alleen werken in schone, goed geventileerde ruimten, waar zich geen brand-
bare materialen bevinden. Nooit zuurstof, kooldioxide of andere in flessen geperste gassen
gebruiken om pneumatische apparaten aan te drijven.
■
Pneumatische apparaten nooit op mensen, dieren of uzelf richten. Houd kinderen en andere
personen bij het gebruik van het apparaat uit het werkgebied.
■
■ Het apparaat nooit onbelast laten draaien. Apparaten zoals bijv. beitels etc. kunnen af-
breken en worden weggeslingerd en de bediener of andere personen raken, die zich in het
werkgebied bevinden.
■
Pneumatische apparaten mogen niet in contact komen met elektrische aansluitingen.
■
Let op de werkdruk! De max. luchtdruk staat vermeld in de desbetreffende gebruiksaanwijz-
ing of gebruiksinstructies. Het overschrijden van de toegestane maximale druk van appa-
raten en accessoires kunnen explosies veroorzaken en tot ernstig letsel leiden. De maximale
druk van de druklucht dient gelijk aan of lager te zijn dan de toegestane drukbelasting van
het pneumatische apparaat.
■
De slangaansluiting controleren. Geen beschadigde, versleten of drukslangen of koppelin-
gen van inferieure kwaliteit gebruiken. Rondvliegende drukslangen kunnen tot ernstig letsel
leiden.