Toepassing:
• Let op, scherp gereedschap. Let op dat u niet in
uw vingers of tenen snijdt. Zorg dat uw voeten en
vingers zich niet nabij de cilinder en de uitwerpope-
ning bevinden. Er bestaat gevaar op letsel!
• Gebruik het apparaat niet bij regen, bij slechte
weersomstandigheden, in een vochtige omgeving
of op nat gras. Werk alleen bij daglicht of een goede
verlichting. Werk niet met het apparaat, wanneer u
moe of niet geconcentreerd bent of na inname van
alcohol of tabletten.
• Las altijd tijdig een werkpauze in. Gebruik uw ge-
zond verstand tijdens de werkzaamheden.
• Maak u vertrouwd met uw omgeving en neem mo-
gelijke gevaren in acht, die u door het geluid van de
motor wellicht niet kunt horen.
• Neem bij werkzaamheden een veilige stabiele
stand in, met name op hellingen. Werk altijd dwars
op de helling, nooit op- en neerwaarts. Wees met
name voorzichtig als u uw rijrichting op de helling
verandert. Werk nooit op overmatig steile hellingen.
• Gebruik het apparaat alleen in een stapvoets tem-
po en houd de greep met beide handen vast. Wees
met name voorzichtig als het apparaat moet wor-
den gekeerd of als u deze naar u toe trekt. Gevaar
op struikelen!
• Start of bedien de starthendel voorzichtig overeen-
komstig de aanwijzingen in deze handleiding.
• Kantel het apparaat niet tijdens het starten, behalve
als deze moet worden opgetild. In dit geval kantelt
u het apparaat slechts zo ver, als absoluut noodza-
kelijk, en tilt u uitsluitend de zijde op die richting de
bedieningspersoon is gekeerd.
• Als het apparaat na het heffen weer op de grond
wordt geplaatst, moeten beide handen in werkpo-
sitie staan.
• Apparaat niet zonder volledig aangebrachte op-
vangzak of zonder botsbeveiliging gebruiken. Ge-
vaar voor letsel! Houd u altijd buiten het bereik van
de uitwerpopening.
• Gebruik het apparaat niet nabij ontvlambare vloei-
stoffen. Bij het niet in acht nemen bestaat brand- of
explosiegevaar.
Werkonderbreking:
• Na het uitschakelen van het apparaat, draait de ci-
linder nog enkele seconden door. Handen en voe-
ten buiten bereik houden.
• De tanden pas aanraken als het apparaat is los-
gekoppeld van de stroomvoorziening en de tanden
volledig tot stilstand zijn gekomen.
• Verwijder plantenresten alleen als het apparaat vol-
ledig tot stilstand is gekomen. Zorg dat de uitwer-
popening voor het gras continu schoon en vrij is.
• Schakel het apparaat uit als u deze transporteert,
optilt of wilt kantelen en als andere oppervlakken
dan gras moeten worden overgestoken.
• Laat het apparaat nooit zonder toezicht achter op
de werkplek.
42
NL
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker eruit:
- altijd als u de machine verlaat,
- voordat u de uitwerpopening reinigt of blokkerin-
gen of verstoppingen verhelpt,
- als het apparaat niet wordt gebruikt,
- bij alle onderhouds- en reinigingswerkzaamhe-
den,
- als de stroomkabel is beschadigd of in de war
zit,
- als het apparaat tijdens de werkzaamheden een
obstakel raakt of als er ongewone trillingen op-
treden. Controleer in dit geval het apparaat op
schade en laat deze zo nodig repareren.
• Bewaar het apparaat op een droge plek en buiten
het bereik van kinderen.
Voorzichtig! Zo voorkomt u schade aan het appa-
raat en eventueel daaruit resulterend letsel:
Onderhoud uw apparaat
• Schakel het apparaat uit en til het op als u over
trappen moet lopen.
• Voer voor elk gebruik een visuele controle van het
apparaat uit. Gebruik het apparaat niet als de vei-
ligheidsinrichtingen (bijv. botsbeveiliging), onder-
delen van de snij-inrichting of bouten ontbreken,
versleten of beschadigd zijn. Controleer met name
de elektrakabel en de startkabel op beschadiging.
Om eventueel onbalans te vermijden mogen be-
schadigde gereedschappen of bouten alleen als
set worden vervangen.
• Gebruik alleen onderdelen en accessoires die door
de fabrikant geleverd en aanbevolen worden. Het
gebruik van andere onderdelen leidt tot onmiddel-
lijk verlies van aanspraak op garantie.
• Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven zijn
vastgedraaid om er zeker van te zijn dat het appa-
raat zich in een veilige werktoestand bevindt.
• Probeer niet om het apparaat zelf te repareren, ten-
zij u hiervoor bent opgeleid. Alle werkzaamheden
die niet in deze handleiding aangegeven worden,
mogen alleen door onze gemachtigde klantenser-
vice worden uitgevoerd.
• Ga zorgvuldig met uw apparaat om. Houd het ge-
reedschap schoon om beter en veiliger te kunnen
werken. Neem de onderhoudsvoorschriften in acht.
• Zorg dat uw apparaat niet overbelast raakt. Werk
uitsluitend binnen het aangegeven vermogensbe-
reik. Gebruik geen machines met minder vermogen
voor zware werkzaamheden. Gebruik de apparaat
niet voor doeleinden, waarvoor het niet bestemd is.
Elektrische veiligheid:
Voorzichtig! Zo voorkomt u ongevallen en letsels
door een elektrische schok:
• Voer voor elke ingebruikname een visuele controle
van de elektra- en verlengkabels uit op tekenen van
beschadiging of slijtage.