Ingersoll Rand X8I Manual De Utilización página 369

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 166
"10.0", de langzaamste dempingreactie (10 keer sneller
dan de standaard van 1.0).
Als de luchtvoorraad van het systeem groot is en
de druk te langzaam stijgt, kan de factor 'Dempen'
worden verhoogd. De druk wordt dan beter
geregeld zonder dat dit ten koste gaat van de
energiezuinigheid. Als de waarde van Dempen wordt
verhoogd, worden extra compressoren minder snel
belast.
Als de luchtvoorraad van het systeem niet
toereikend is en de druk te snel verandert, kan de
factor 'Dempen' worden verlaagd. De druk wordt dan
beter geregeld zonder dat dit ten koste gaat van de
energiezuinigheid. Als de waarde van Dempen wordt
verlaagd, worden extra compressoren sneller belast.
Demping voert ook een of meer belangrijke functies
uit die kunnen optreden in het systeem. Indien de
systeemdruk stabiliteit bereikt in een positie die
binnen of buiten het dode bereik valt, maar binnen het
tolerantiebereik wordt het nog steeds toegestaan maar
blijft voor een vooraf bepaalde tijd in deze situatie. Deze
tijdslimiet hangt af van hoe ver weg de systeemdruk van
het dode bereik is gestabiliseerd. Deze tijdslimiet wordt
berekend als 30 minuten maal de dempingconstant aan
de bovenkant van het tolerantieberik en als een 1 min.
maal de dempingconstant aan de onderkant van het
tolerantiebereik.
S02 - PC Drukwijzigtijd
Deze parameter stelt de tijd in waarin de X8I een egale
en gecontroleerde wijziging implementeert van een
'doel' drukniveau naar een ander als de tabelwijziging is
gedaan. De standaardinstelling voor deze parameter is 4
Min. De waarden voor deze parameter zijn:
"1", 1 minuut tussen tabeldoel drukinstelpunt wijzigt
TO
"120", 120 minuten tussen tabeldoeldruk instelpunt
wijzigt.
S02 – CA Capaciteitsalarm ingeschakeld
Deze parameter stelt de functionaliteit in van het
capaciteitsalarm. Standaard is deze parameter
ingesteld op 1
. De 1 is de prioriteit van compressor
1. Aan iedere compressor kan een prioriteit worden
toegewezen voor het rouleren en de aansturing binnen
een opeenvolging; deze kan ook weer verwijderd
worden. (Vertegenwoordigt dat het capaciteitsalarm is
ingeschakeld) De waarden voor deze parameter zijn:
= belemmert capaciteitsalarm
= inschakelen capaciteitsalarm
Als het is belemmerd zal de paneelindicatie van de
capaciteitsalarm nog steeds werken; alarmcodegeneratie
en externe alarmindicaties zijn belemmerd.
S02 – MA Beperkte Cap. Alarm Inschakelen
Deze parameter stelt de functionaliteit in van de beperkte
capaciteitsalarm. Standaard is deze parameter ingesteld
op 1. De 1 is de prioriteit van compressor 1. Aan iedere
compressor kan een prioriteit worden toegewezen voor
het rouleren en de aansturing binnen een opeenvolging;
deze kan ook weer verwijderd worden.
. (Vertegenwoordigt dat het beperkte capaciteitsalarm
is ingeschakeld) De waarden voor deze parameter zijn:
= belemmert Beperkt capaciteitsalarm
= schakelt beperkt capaciteitsalarm in
Bij belemmering functioneert het
capaciteitspaneelindicatie nog steeds;
alarmcodegeneratie en externe alarmindicaties zijn
belemmerd.
37
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido