AANWIJZINGEN
NL
Wij danken u voor de aanschaf van dit product.
Lees voor het gebruik deze handleiding
aandachtig door en houd deze bij de hand om
deze in de toekomst te kunnen raadplegen.
Naam van onderdelen
1 Zonnekap
2 Scherpstelring
3 Zoomring
4 Intrekindex
Scherpstelring
Schuif om de scherpstelmethode
te veranderen (afb. 1) (handmatig
scherpstelkoppelmechanisme).
• Positie waarin de afstandsindicator niet
zichtbaar is (afb. 1-A)
De lens werkt in de scherpstellingsfunctie die
is ingesteld op de camera.
• Positie waarin de afstandsindicator
zichtbaar is (afb. 1-B)
De lens werkt in de MF-functie ongeacht de
scherpstellingsfunctie die is ingesteld op de
camera.
Stel scherp door aan de scherpstelring te
draaien.
5 Index lensvatting
6 L-Fn-knop
7 Elektrische contacten
8 Afstandsindicator
L-Fn-knop
AF functioneert niet zolang de knop wordt
ingedrukt.
Mogelijk kunt u andere functies toewijzen,
afhankelijk van uw camera. Zie voor meer
informatie de instructiehandleiding die bij uw
camera werd geleverd.
Bevestigen van de kap (afb. 2)/
Opbergen van de kap (afb. 3)
Om de kap te verwijderen, draait u deze terwijl u
op de ontgrendelingsknop drukt.
Opmerkingen over het fotograferen
• Als de lens ingetrokken is, kunt u geen opnamen
maken. Voordat u begint met opnamen maken,
draait u aan de zoomring om de lens uit te
schuiven totdat de brandpuntsafstandsindicator
een waarde toont tussen 8 mm en 25 mm.
• Om de lens in te trekken, draait u aan
de zoomring totdat de intrekindex (4) is
uitgelijnd met „-" (afb. 4).
• Als automatisch scherpstellen (AF) niet
beschikbaar is, controleert u de schuifpositie
van de scherpstelring.
• De randen van foto's zouden afgesneden
kunnen worden als er meer dan één filter of
als er een dik filter wordt gebruikt.
• Wanneer u gebruik maakt van een flitser,
55
NL