Voordat er wordt begonnen
Zet de badkuip voor de kinderen en plaats badhaas Bubbelneus en de twee eenden in de
sleuven. Schud de kaartjes en leg ze verdekt op het wateroppervlak. Leg de dobbelsteen klaar.
Nu gaat het beginnen
De kinderen spelen kloksgewijs om de beurt. Wie het laatst een echt schuimbad heeft genomen,
mag beginnen en gooit met de dobbelsteen.
Vraag aan het kind:
Wat vertoont de dobbelsteen?
• Een kleur?
Het kind probeert om een kaartje met dezelfde kleur te vinden. Het kiest één kaartje uit de
badkuip en draait het om.
• De emmer, de walvis of de boot?
Het kind probeert om een kaartje met hetzelfde symbool te vinden. Het kiest één kaartje uit de
badkuip en draait het om.
Is het omgedraaide kaartje het juiste?
• Ja!
Geweldig.
Je krijgt het kaartje en mag het voor je neer leggen.
• Nee!
Geeft niets.
Bekijk het kaartje goed en onthoud wat erop staat.
Daarna wordt het kaartje weer omgekeerd.
Daarna is het volgende kind aan de beurt en gooit hij met de dobbelsteen.
Einde van het spel
Als al het speelgoed is gevonden, is het spel afgelopen. Vervolgens leggen de kinderen de
kaartjes achter elkaar. Wie de langste rij heeft, wint. Bij gelijkspel zijn er meerdere winnaars.
Winnen en verliezen ... dat hoort nu eenmaal bij het spel! Wie wint is
zo trots als een pauw. Wie echter verliest, is treurig, teleurgesteld en
vaak zelfs boos. Toon in iedere situatie begrip voor uw kind en verheug
u samen of troost het. Kinderen die zojuist hebben verloren, hebben
de bevestiging en wetenschap nodig dat ze in het volgende spel weer
een nieuwe kans krijgen. Zo worden ze emotioneel sterk voor de ups
en downs van het leven.
20
20
Spel 2: Wat zwemt hier in het rond?
Een raadspel voor 2 - 4 kinderen vanaf 2 jaar.
Een-twee-drie, wie haalt het speelgoed uit het badschuim naar boven?
Voordat er wordt begonnen
Zet de badkuip voor de kinderen en plaats badhaas Bubbelneus en de twee eenden in de
sleuven. Schud de kaartjes en leg ze verdekt op het wateroppervlak. Leg de dobbelsteen klaar.
Nu gaat het beginnen
De kinderen spelen kloksgewijs om de beurt. Wie het laatst na het baden gerimpelde vingers
heeft gekregen, mag beginnen, pakt één van de verdekte kaartjes en bekijkt het ongezien.
Vervolgens vraagt het kind aan zijn linker buurman:
wat staat er op mijn kaartje? Emmer, walvis of schip?
Het andere kind raadt en legt de dobbelsteen met het betreffende symbool omhoog. Nu legt het
kind dat gevraagd heeft zijn kaartje ernaast om ze beide te vergelijken.
Vraag nu aan de kinderen:
Daarna is het volgende kind aan de beurt, pakt een kaartje en bekijkt het ongezien.
Einde van het spel
Het spel is afgelopen als er geen kaartjes meer op het wateroppervlak liggen. Daarna leggen
de kinderen hun kaartjes achter elkaar. Wie de langste rij heeft, wint. Bij gelijkspel zijn er
meerdere winnaars.
Mijn eerste spellen
Mijn eerste spellen
past de afbeelding op het kaartje bij de dobbelsteen?
• Ja!
Heel goed gedaan.
Het kind dat goed heeft geraden, krijgt het kaartje en
legt het voor zich neer.
• Nee! Floep, het kaartje verdwijnt in het badschuim:
het kind dat gevraagd heeft, doet het kaartje in de sleuf naast badhaas
Bubbelneus.
21