Bediening
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door onvolledig gemonteerd ap-
paraat
Gebruik het apparaat alleen, als het volledig gemon-
teerd is en correct functioneert.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel door rondvliegende voorwerpen
Draag bij alle werkzaamheden met het apparaat een
veiligheidsbril en geschikte veiligheidshandschoenen.
Bedieningselementen
De accublaas- en -zuigapparaat heeft de volgende be-
dieningselementen:
Een hendel voor de toerentalregeling om de snel-
heid van de luchtstroom traploos te regelen.
Een keuzehendel om te schakelen tussen de blaas-
en zuigmodus.
Een schuifregelaar voor het vergrendelen/ontgren-
delen van de zuigpijp om de zuigpijp te verbinden
met de motorbehuizing of om het los te koppelen
van de motorbehuizing.
Een ontgrendelingsknop voor de blaaspijp om de
blaaspijp van de motorbehuizing los te koppelen.
Accu plaatsen
LET OP
Vervuilde contacten
Schade aan apparaat en accu
Controleer de accuopname en de contacten voor het
plaatsen op verontreiniging en reinig ze, indien nodig.
Afbeelding N
1. Accu in de opname schuiven tot deze hoorbaar ver-
grendelt.
Apparaat inschakelen (zuigmodus)
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel door rondvliegende delen en ge-
hoorschade door lawaai
Draag complete oog- en gehoorbescherming.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door verlies van controle
Houd het apparaat steeds met twee handen aan de
daarvoor bedoelde grepen vast.
1. Het accupack plaatsen, zie hoofdstuk Accu plaat-
sen.
2. Het apparaat in gebruik nemen.
Afbeelding O
a Zet de keuzehendel in de zuigmodus.
b De apparaatschakelaar indrukken.
Het apparaat start.
c Gebruik de toerentalregeling om de sterkte van
de luchtstroom in te stellen.
Apparaat inschakelen (blaasmodus)
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel door rondvliegende delen en ge-
hoorschade door lawaai
Draag complete oog- en gehoorbescherming.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door verlies van controle
Houd het apparaat steeds met twee handen aan de
daarvoor bedoelde grepen vast.
1. Het accupack plaatsen, zie hoofdstuk Accu plaat-
sen.
2. Het apparaat in gebruik nemen.
Afbeelding P
a Zet de keuzehendel in de blaasmodus.
58
b De apparaatschakelaar indrukken.
Het apparaat start.
c Gebruik de toerentalregeling om de sterkte van
de luchtstroom in te stellen.
Opvangzak verwijderen
WAARSCHUWING
Beweging van de ventilatorbladen en mulchmessen
Letsel door snijden
Draag veiligheidshandschoenen.
Houd uw vingers uit de buurt van de ventilator en mul-
chmessen.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder het accupack, zie hoofdstuk Accupack
verwijderen.
3. Verwijder de opvangzak.
Afbeelding Q
a Neem het lipje van de opvangzak van het oog.
b Druk de adapter naar beneden.
c Trek de opvangzak van het aansluitstuk.
Opvangzak leegmaken
WAARSCHUWING
Beweging van de ventilatorbladen en mulchmessen
Letsel door snijden
Draag veiligheidshandschoenen.
Houd uw vingers uit de buurt van de ventilator en mul-
chmessen.
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Verwijder het accupack, zie hoofdstuk Accupack
verwijderen.
3. Verwijder de opvangzak, zie hoofdstuk Opvangzak
verwijderen.
4. Open de ritssluiting van de opvangzak en leeg de in-
houd.
Afbeelding R
Accupack verwijderen
Instructie
Verwijder bij langdurige werkonderbrekingen de ac-
cupack uit het apparaat en bescherm hem tegen onbe-
voegd gebruik.
1. De ontgrendelingsknop accupack richting accupack
trekken.
Afbeelding S
2. De ontgrendelingsknop accupack indrukken om de
accupack te ontgrendelen.
3. De accupack uit het apparaat nemen.
1. De accupack uit het apparaat verwijderen (zie
hoofdstuk Accupack verwijderen).
2. Het apparaat reinigen (zie hoofdstuk Apparaat rei-
nigen).
Vervoer en opslag
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Het accupack verwijderen, zie hoofdstuk Accupack
verwijderen.
3. Verwijder de opvangzak, zie hoofdstuk Opvangzak
verwijderen.
4. De zuigpijp demonteren.
Afbeelding T
a Open de sluiting van het beschermrooster.
b Ontgrendel de zuigpijp met de schuifregelaar.
c Trek de borgpen van de motorbehuizing zo ver
mogelijk naar buiten.
Nederlands
Werking beëindigen