Gebruiksaanwijzing
Gebruiksdoel
De instrumenten van de DIL-serie dienen voor de endoscopische dilatatie van
stricturen in het maag-darmkanaal.
Productkenmerken
Kwalificatie van de gebruiker
Het gebruik van de instrumenten vereist een omvangrijke kennis van de technische
principes, klinische toepassingen en risico's van de gastro-intestinale endoscopie. De
instrumenten mogen alleen worden gebruikt door of onder toezicht van artsen die
voldoende opleiding en ervaring hebben op het gebied van endoscopische technie-
ken.
Algemene aanwijzingen
Gebruik dit instrument uitsluitend voor de in deze gebruiksaanwijzing beschreven
doeleinden.
LET OP! De door middel van dit symbool gemarkeerde instrumenten zijn
uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik en gesteriliseerd met ethyleenoxide.
Een steriel instrument kan direct worden gebruikt. Controleer vóór gebruik de 'Te
gebruiken tot'-datum op de verpakking, daar steriele instrumenten alleen tot die datum
gebruikt mogen worden.
Gebruik het instrument NIET als de steriele verpakking scheuren of perforaties
vertoont, het niet zeker is of de verpakking goed afgesloten is geweest, of wanneer er
vocht in door is gedrongen. Alle FUJIFILM medwork-instrumenten moeten op een
droge plaats worden bewaard en worden beschermd tegen licht. Bewaar alle gebruik-
saanwijzingen op een veilige en goed toegankelijke plaats.
FUJIFILM medwork-instrumenten, die voor eenmalig gebruik zijn gekenmerkt, mogen
niet worden geregenereerd, opnieuw worden gesteriliseerd of opnieuw worden
gebruikt. Het opnieuw gebruiken, regenereren of opnieuw steriliseren kan de produc-
teigenschappen veranderen en tot het uitvallen van functies leiden, hetgeen de
gezondheid van patiënten in gevaar kan brengen of ziekte, letsel of de dood tot gevolg
kan hebben. Het opnieuw gebruiken, regenereren of opnieuw steriliseren leidt
daarnaast tot het risico van besmetting van de patiënt of het instrument, alsmede het
risico op kruisbesmetting, inclusief de overdracht van infectieziekten. Besmetting van
het instrument kan ziekte, letsel of de dood van de patiënt tot gevolg hebben.
Indicaties
Stricturen van het bovenste en onderste gastrointestinaal kanaal, gastroenterische
anastomotische stricturen, goedaardige biliaire stricturen, achalasie, Chron's strictu-
ren, gal- en pancreasstenen.
Contra-indicaties
De contra-indicaties voor de DIL-serie komen overeen met de specifieke contra-
indicaties voor de oesofago-gastro-duodenoscopie, coloscopie, sigmoïdoscopie,
rectoscopie en endoscopisch retrograde cholangiopancreaticografie.
Mogelijke complicaties
Allergische reactie op contrastmiddelen, bloeding, perforatie, sepsis/infectie, pancreatitis,
cholangitis.
Tubus
Dilatatieballon
Driewegkraan
Luer-lockaansluiting
Voorzorgsmaatregelen
Om een ongestoord verloop van de ingreep te waarborgen, moeten de diameter van
het endoscopische werkkanaal en de diameter van de instrumenten op elkaar zijn
afgestemd.
Controleer de instrumenten op defecten, knikken, breuken, ruwe oppervlakken,
scherpe randen en uitstekende gedeelten nadat u ze uit de verpakking hebt gehaald.
Mocht u schade of een defect aan de instrumenten vaststellen, gebruik deze dan
NIET en neem contact op met de verantwoordelijke buitendienstmedewerker of met
ons kantoor.
Wie medische producten bedrijft of aanwendt, moet alle in samenhang met het
product opgetreden ernstige voorvallen melden aan de fabrikant en bevoegde
autoriteit van de lidstaat, waarin de gebruiker en/of patiënt is gevestigd.
Let op! Gebruik uitsluitend steriele water-/keukenzout- of contrastmiddeloplossingen
als vulmiddel. Gebruik geen lucht of gassen als vulmiddel omdat de werkzaamheid
van de ballon daardoor wordt verminderd. Houd tijdens de ingreep de werkdruk in de
gaten. De werkdruk mag de maximumdruk niet overschrijden. Beide specificaties vindt
u op het etiket op uw product. Gebruik de dilatatieballon uitsluitend in combinatie met
een dilatatie-instrument dat voorzien is van een passende drukmeter. Let op dat de
ballon tijdens de dilatatie kan worden beschadigd als deze met voorwerpen met
scherpe randen of metalen voorwerpen in aanraking komt.
Let op! Ontplooi de ballon niet vóór gebruik door deze met lucht of vloeistof te vullen
omdat de endoscoop hierdoor kan worden beschadigd. Verwijder vóór het gebruik de
beschermhuls van het distale uiteinde en de metalen draad uit het lumen van de
voerdraad. Sluit een dilatatie-instrument aan op het opblaasaanzetstuk van de
dilatatieballon. Breng medische siliconenolie aan op de ballon om het opvoeren van
de ballon in het werkkanaal te vergemakkelijken. De volledige dilatatieballon moet
vóór het vullen helemaal uit de endoscoop worden geschoven en onder doorlichting
worden geïdentificeerd en gepositioneerd. Als u een voerdraad met een lengte van ca.
200 cm gebruikt, let er dan op dat deze aan de Guide Wire Port weer uit het lumen
van de voerdraad komt. Maak de voerdraadbevestiging aan het biopsieventiel los en
breng de niet-gevulde dilatatieballon in het werkkanaal. Bevestig de voerdraad daarna
weer in de daarvoor bestemde bevestiging. Als u een voerdraad met een lengte van
400 cm en langer gebruikt, kan de voerdraad op de Guide Wire Port het lumen van de
voerdraad verlaten of aan het distale uiteinde uit het voerdraadaanzetstuk komen. Let
op het volgende bij gebruik van de Guide Wire Port. De proximale zwarte markering
geeft aan dat de Guide Wire Port spoedig zichtbaar wordt. Maak daarna de bevesti-
ging los en trek de dilatatieballon helemaal uit het werkkanaal. Maak dan de voer-
draad vast. Stop onmiddellijk met het terugtrekken van de dilatatieballon als u weer-
stand voelt en trek het instrument dan samen met de endoscoop uit de patiënt. Bij een
plotseling drukdaling of als de ballon barst, moet de ingreep direct worden gestopt.
Laat de ballon leeglopen en trek het instrument samen met de endoscoop uit de
patiënt. Maak daarna de ballon bij de distale zwarte markering los. Het kunststofbuisje
kan nu uit het werkkanaal worden verwijderd.
Gebruiksaanwijzing
Breng de voerdraad op het distale uiteinde in het lumen van de voerdraad. Voer het
instrument met korte schuifbewegingen voorzichtig op tot aan de endoscopisch
zichtbaar uitgang door de endoscoop in de gewenste dilatatiepositie. Controleer of de
ballon volledig uit de endoscoop is gekomen controleer onder doorlichting de juiste
positie van de ballon in de strictuur met behulp van de röntgenmarkeringen. Contro-
leer of de ballon volledig uit de endoscoop is gekomen en controleer onder door-
lichting de juiste positie van de ballon in de strictuur met behulp van de röntgenmarke-
ringen. Open nu de dilatatieballon volledig door deze met vloeistof te vullen totdat de
aangegeven opblaasdruk op de drukmeter verschijnt. De betreffende werkdruk vindt u
op het etiket op uw product.
Bouw voor het verwijderen van het instrument met behulp van het dilatatie-instrument
onderdruk op. De wijzer van het dilatatie-instrument moet zich in het vacuümbereik
bevinden. Let erop dat de ballon volledig is leeggelopen en de vloeistof volledig is
verwijderd. Verwijder nu de volledig leeggelopen ballon langzaam uit het werkkanaal.
Nederlands