6 - MODUSselectieknop
Hiermee kunnen de volgende werkingsmodi worden geselecteerd:
Doorlopende snijmodus metaal.
Snijmodus waarbij de boog ook in stand wordt gehouden
wanneer deze niet op het werkstuk wordt overgedragen (snijden van
rasters of onderbroken metaalplaten).
Gutsmodus, geschikt voor gebruik met toorts met
GOUGING-verbruiksmaterialen (verwijderen, vormgeven van het
metaal door smelten).
7 - Leds voor weergave van de luchtdruk op de digitale manometer
Geeft in real time de gemeten druk weer (groene leds in
het midden optimale druk, gele leds te weinig of te veel druk).
8 - LUCHT-toets
Door op deze toets te drukken blijft de lucht uit de toorts
stromen gedurende een vastgestelde tijd van ongeveer 20 seconden
(daardoor kan de toorts afkoelen en/of kan de lucht binnen het
optimale bereik worden gebracht).
ACHTERPANEEL (Fig. D)
1 - Voedingskabel.
2 - Hoofdschakelaar O - I
I (ON) Generator klaar voor werking.
3 - Drukregelaar, (perslucht plasma), handmatig met manometer, waar
voorzien.
4 - Knop van de drukverlager (waar voorzien).
5 - Bevestiging voor aansluiting op bron perslucht (waar voorzien).
5. INSTALLATIE
OPGELET! VOER ALLE INSTALLATIEWERKZAAMHEDEN UIT
MET
HET
UITGESCHAKELD EN AFGESLOTEN VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOGEN UITSLUITEND WORDEN
UITGEVOERD DOOR ERVAREN OF DESKUNDIG PERSONEEL.
VOORBEREIDING
Pak de machine uit, monteer de losse onderdelen die in de verpakking
zitten.
Montage retourkabel-aardeklem (Fig. E)
HEFWIJZE VAN DE MACHINE
Alle machines die in deze handleiding worden beschreven moeten
opgeheven worden gehouden met de handgreep of de bijgeleverde
riem, als dat voorzien is voor het model.
Montage riem (FIG. F).
PLAATSING VAN DE MACHINE
Bepaal de installatieplaats van de machine zo, dat er geen obstakels zijn
bij de ingangs- en uitgangsopeningen van de koellucht; controleer ook of
er geen geleidend stof, corrosieve damp, vocht, enz. wordt opgezogen.
Houd minstens 250 mm vrije ruimte rondom de machine.
OPGELET! Plaats de machine op een vlakke ondergrond die
het gewicht kan dragen om te voorkomen dat de generator
omvalt of gevaarlijk verschuift.
AANSLUITINGEN VAN HET SNIJCIRCUIT
Zorg voor een distributieleiding van perslucht met de minimumdruk en
het minimumdebiet die staan aangegeven in tabel 2 (TAB. 2).
Montage, aansluiting drukverlager (Fig. G).
BELANGRIJK!
De maximale ingangsdruk van 8 bar niet overschrijden. Lucht met
een aanzienlijke hoeveelheid vocht of olie kan overmatige slijtage
veroorzaken van de verbruiksmaterialen of de toorts beschadigen.
Als er twijfel bestaat over de kwaliteit van de perslucht die voorradig
is, wordt het gebruik van een luchtdroger aangeraden, die na het
ingangsfilter moet worden geïnstalleerd. Sluit met een flexibele leiding
de persluchtleiding aan op de machine, met
de bijgeleverde verbinding die op het ingangsluchtfilter moet worden
PLASMASNIJSYSTEEM
ABSOLUUT
gemonteerd.
Aansluiting retourkabel snijstroom.
In Tabel 1 (TAB. 1) staan de aanbevolen waarden voor de retourkabel (in
mm
) op basis van de maximale stroom die wordt afgegeven door de
2
machine.
Sluit de retourkabel van de snijstroom aan op het te snijden werkstuk of
op de
metalen steunbank, met de volgende voorzorgsmaatregelen:
- Controleer of er een goed elektrisch contact wordt gemaakt, met name
als er metaalplaten worden gesneden met isolerende of oxiderende
bekleding enz.
- Voer de aarde-aansluiting zo dicht mogelijk bij de snijzone uit.
- Het gebruik van metalen constructies die geen deel uitmaken van het
werkstuk, als retourgeleider van de snijstroom, kan gevaarlijk zijn voor
de veiligheid en slechte snijresultaten opleveren.
- Voer de aarde-aansluiting niet uit op het gedeelte van het werkstuk dat
moet worden afgesneden.
De toorts voor plasmasnijden aansluiten (Fig. H) (waar voorzien).
Breng de mannelijke klem van de toorts aan in de gecentraliseerde
aansluiting op het voorpaneel van de machine en laat daarbij de
polarisatiesleutel goed samenvallen. Schroef de borgring rechtsom
helemaal vast om ervoor te zorgen dat de lucht erdoor stroomt zonder
lekkage.
Bij sommige modellen is de toorts bij levering al aangesloten op de
stroombron.
BELANGRIJK!
Controleer voordat u met de snijwerkzaamheden begint of de
verbruiksmaterialen goed zijn gemonteerd door de kop van de toorts te
inspecteren zoals staat aangegeven in het hoofdstuk "ONDERHOUD TOORTS".
OPGELET!
VEILIGHEID VAN HET PLASMASNIJSYSTEEM.
Alleen het voorziene toortsmodel en de combinatie daarvan met
de stroombron zoals staat aangegeven in TAB. 2 garandeert dat de
veiligheidssystemen die door de constructeur zijn voorzien goed
werken (blokkeringssysteem).
- GEBRUIK GEEN toortsen en bijbehorende verbruiksmaterialen van
andere merken.
- PROBEER NIET OM toortsen die zijn gebouwd voor andere snij- of
lasprocedures dan in deze instructies staan aangegeven AAN TE
SLUITEN OP DE STROOMBRON.
Als deze regels niet in acht worden genomen, kan er ernstig gevaar
voor de fysieke veiligheid van de gebruiker ontstaan en kan de
apparatuur beschadigd raken.
AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET
- Controleer voordat u elektrische aansluitingen uitvoert of de gegevens
op het serieplaatje van de stroombron overeenkomen met de
netspanning en -frequentie die op de installatieplaats aanwezig zijn.
- De stroombron mag uitsluitend worden aangesloten op een
voedingssysteem waarvan de nulgeleider is aangesloten op de aarde.
- Gebruik aardlekschakelaars van het volgende type om bescherming
tegen indirect contact te garanderen:
Type A (
) voor eenfasemachines;
- Om te voldoen aan de eisen van de norm EN 61000-3-11 (Flicker) wordt
aangeraden om de stroombron aan te sluiten op de aansluitpunten van
het voedingsnet die de laagste impedantie vormen 1 (TAB.1).
- Het plasmasnijsysteem valt niet onder de eisen van de norm IEC/EN
61000-3-12.
Als het wordt aangesloten op een openbaar voedingsnet, is het
de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker om
te controleren of het plasmasnijsysteem kan worden aangesloten
(raadpleeg indien nodig de beheerder van het netwerk).
Stekker en contact.
Sluit een standaardstekker ,(3P + A) met geschikt vermogen aan op
de voedingskabel en zorg voor een stopcontact dat is beveiligd met
zekeringen of automatische stroomonderbreker; de speciale aarde-
aansluiting moet worden aangesloten op de aardgeleider (geel-groen)
van de voedingslijn.
In tabel 1 (TAB. 1) staan de aanbevolen waarden in ampère van de
vertraagde lijnzekeringen, gekozen op basis van de maximale nominale
stroom die wordt afgegeven door de stroombron, en de nominale
voedingsspanning.
OPGELET! Als de bovengenoemde regels niet in acht
worden genomen, werkt het veiligheidssysteem van de
fabrikant (klasse I) niet meer goed. Dit heeft ernstige
- 46 -