nEDERLanDs
•
Let op zaagsnippers en het materiaal dat gesneden wordt. Ze
kunnen scherp en heet zijn. Geef onderdelen de tijd om af te
koelen voordat u ze aanraakt.
•
De vonkdeflector wordt heet tijdens gebruik. Vermijd het
aanraken of bijstellen van de vonkdeflector direct na gebruik.
•
Schakel het gereedschap uit en wacht totdat het zaagblad
is gestopt, voordat u het werkstuk verplaatst of de
instellingen wijzigt.
•
Probeer nooit het zaagblad te stoppen nadat het gereedschap
is uitgeschakeld door te drukken tegen de zijkant van
het zaagblad.
•
Gebruik geen snijvloeistoffen. Zulke vloeistoffen kunnen vlam
vatten of een elektrische schok opleveren.
•
Controleer of het werkstuk voldoende wordt gesteund.
•
Gebruik alleen de zaagbladen die aanbevolen zijn door de
fabrikant. Gebruik niet gereedschap voor doeleinden waarvoor
het niet is bedoeld; bijvoorbeeld, gebruik niet een cirkelzaag
voor het zagen van boomtakken of houtblokken.
•
De max. toegestane snelheid van het zaagblad moet altijd
gelijk zijn aan of groter dan de onbelaste snelheid van het
gereedschap zoals dat aangegeven staat op de naamplaat.
•
Gebruik geen zaagbladen die niet overeenkomen met de
dimensies die beschreven staan in de Technische gegevens.
•
Lees de gebruiksaanwijzing die geleverd werd door
de schijffabrikant.
•
Controleer of de slijpschijf goed aangebracht en vastgezet is
voor gebruik.
•
Laat het gereedschap ten minste 30 seconden onbelast
draaien in een veilige positie. Als het gereedschap hevig trilt of
er zich een ander gebrek voordoet, stop het gereedschap dan
en inspecteer het om de oorzaak te bepalen.
•
Gebruik zaagbladen niet om aan de zijkant te slijpen.
•
Snijd geen cement, steen, tegels of keramische materialen.
•
Snijd geen hout, plastic of synthetische materialen.
•
Snijd geen gietijzeren materialen.
•
Snijd nooit materialen van magnesium.
•
Snijd geen materiaal dat onder stroom staat.
•
Gebruik dit gereedschap in een goed geventileerde ruimte.
Gebruik het gereedschap niet in de buurt van brandbare
vloeistoffen, gassen of stof. Vonken of hete snippers van
het snijden of van bogen van de motorborstels kunnen
ontvlambare materialen doen ontbranden.
•
Maak de ventilatiesleuven regelmatig schoon als u in stoffige
omstandigheden werkt. Mocht het nodig zijn de sleuven te
reinigen, doe dat dan altijd met een zachte borstel; denk er wel
aan dat u eerst de stekker van de machine uit het stopcontact
moet trekken.
•
Bewaar zaagbladen altijd goed beschermd en op een droge
plek buiten het bereik van kinderen.
•
Voer een controle uit op beschadigde onderdelen. Voordat
u het gereedschap verder gebruikt, moet een beschermkap
of een ander onderdeel dat beschadigd is, goed worden
gecontroleerd om vast te stellen dat het onderdeel goed zal
functioneren en zijn bedoelde functie zal vervullen — voer
54
een controle uit op de uitlijning van bewegende onderdelen,
het vastlopen van bewegende onderdelen, breuk van
onderdelen, montage en andere condities die van invloed
zijn op de werking. Een beschermkap of een ander onderdeel
dat beschadigd is moet goed worden gerepareerd of
worden vervangen.
Overige risico's
•
De volgende risico's zijn inherent aan het gebruik van
dergelijke machines:
ʵ letsel veroorzaakt door aanraken van
ronddraaiende delen.
ʵ letsel veroorzaakt door het scheuren van de zaagschijf.
•
Deze risico's zijn het grootst:
ʵ binnen het werkingsbereik
ʵ binnen het bereik van de ronddraaiende
machineonderdelen
•
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en de implementatie van
veiligheidsmiddelen kunnen sommige overige risico's niet
worden vermeden. Dit zijn:
ʵ Gehoorsbeschadiging.
ʵ Risico op ongevallen veroorzaakt door onbedekte delen
van de draaiende zaagschijf.
ʵ Risico op letsel bij het verwisselen van de schijf.
ʵ Risico dat de vingers bekneld raken bij het openen van
de afdekkappen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen.
Controleer altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de
voltage op het typeplaatje.
Uw D
WALT gereedschap s dubbel geïsoleerd in
e
overeenstemming met EN62841; daarom is geen
aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen
door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via het
D
WALT servicecentrum.
e
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd
3-aderig verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening
van dit gereedschap (zie Technische gegevens). De minimale
geleidergrootte is 1,5 mm
; de maximale lengte is 30 m.
2
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af
te rollen.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Het pakket bevat:
1 Slijpschijf
1 Zaagschijf
1 Gebruiksaanwijzing
•
Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires
mogelijk zijn beschadigd tijdens het transport.