•
Open het batterijvakje door de geribbelde gedeelten in te drukken en naar beneden
te schuiven.
•
Installeer de batterijen op een manier waarbij de + en – overeenkomen met de + en
– in het batterijvakje.
•
Verwijder de batterijen als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt.
•
Niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen.
•
Oplaadbare batterijen moeten uit het apparaat worden verwijderd voordat ze worden
geladen.
•
Nieuwe en oude of verschillende soorten batterijen mogen niet gemengd worden.
•
Batterijen moeten met de juiste polariteit worden geplaatst.
•
Lege batterijen moeten uit het apparaat verwijderd worden en worden weggegooid.
•
Als het apparaat langere tijd ongebruikt wordt opgeborgen, moeten de batterijen
verwijderd worden.
•
De voedingscontacten mogen niet worden kortgesloten.
GEBRUIKSAANWIJZING
DE VERSTELBARE KAM BEVESTIGEN
•
Houd het apparaat in één hand met uw duim stevig op het zoomwieltje om te zorgen
dat deze niet kan draaien. Zorg ervoor dat de lengte-instelling op 0.4 staat.
•
Laat de opzetkam in de groeven glijden tot deze op zijn plaats klikt.
•
De kam kan slechts op één manier worden bevestigd.
DE TRIMLENGTE INSTELLEN
•
De opzetkam kan worden ingesteld op 17 verschillende haarlengtes.
•
Selecteer de kamlengte door het zoomwieltje omhoog te draaien voor een
langere lengte en omlaag voor een kortere lengte. Raadpleeg de
onderstaande tabel voor de verschillende haarlengtes.
•
Het wieltje zal bij elke lengte-instelling op zijn plaats klikken en het nummer
behorende bij de lengte-instelling verschijnt op de indicator.
Kamstand
0.4
1
1.5
2
2.5
3
3.5
NEDERLANDS
Haarlengte
0.4 mm
1 mm
1.5 mm
2 mm
2.5 mm
3 mm
3.5 mm
GB
DE
NL
FR
ES
IT
DK
SE
NO
FI
PT
SK
CZ
PL
HU
RU
TR
RO
GR
SI
HR
UA
BG
AE
13