•
De verantwoordelijkheden van het personeel, bijvoorbeeld
voor werkzaamheden aan het product, aan de elektrische
uitrusting of de hydraulische voorzieningen, zijn in over-
eenstemming met hun kwalificaties en functieomschrijving
vastgelegd.
•
Het personeel heeft deze handleiding gelezen en de uit te
voeren handelingen begrepen.
2.2.1
Pacemaker
Magneten kunnen de werking van pacemakers en
geïmplanteerde defibrillatoren verstoren en uitschakelen.
–
De pacemaker kan door het magneetveld in de
"standaardprogrammamodus" wisselen en daardoor
circulatieproblemen veroorzaken.
–
De defibrillator kan onder omstandigheden niet meer werken
of gevaarlijke stroomschokken geven.
Desbetreffende personen mogen magneetpompen niet
installeren, onderhouden en bedienen.
2.3
Veiligheidsvoorschriften
De gebruiker van de installatie is verantwoordelijk voor het
naleven van alle relevante wettelijke voorschriften en richtlijnen.
Neem bij gebruik van de pomp/installatie onderstaande
voorschriften in acht:
•
Deze handleiding
•
Waarschuwingen en aanwijzingen op het product
•
Overige relevante documenten
•
De geldende nationale voorschriften ter voorkoming van
ongevallen
•
Interne werk-, gebruiks- en veiligheidsvoorschriften van
de gebruiker
2.4
Veiligheidsvoorzieningen
Het grijpen in bewegende delen, bijvoorbeeld de koppeling en/of
ventilator, kan ernstig letsel veroorzaken.
Gebruik de pomp/installatie uitsluitend met de waaierkap.
2.5
Constructieve wijzigingen en reserveonderdelen
Wijzigingen aan de installatie kunnen de bedrijfszekerheid nadelig
beïnvloeden.
Wijzig de pomp/installatie uitsluitend in overleg met de
fabrikant.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen en
accessoires, die door de fabrikant zijn vrijgegeven.
08|2020
Veiligheid
NL 9