3. b
edIenIng
3.1 m
ontAge VAn de AdApter Voor
Met haaksleutel nr. 30/32 sluiting losmaken. Adapter in-
schroeven en vastdraaien (voor draaimoment en gege-
vens over Loctite: zie pagina 2/3).
3.2 w
erKtuigen
Monteer uitsluitend schone werktuigen!
3.2.1 V
/m
erVAnging
ontAge VAn het werKtuig
Houd de spindel met de steeksleutel vast aan het sleutel-
vlak en maak de spantang met de steeksleutel los/vast.
3.3 w
erKinstructies
Beweeg het slijpwerktuig onder lichte druk gelijk-
matig heen en weer voor een optimaal slijpre-
sultaat. Te sterke druk vermindert het prestatiever-
mogen van de machine en verkort de levensduur van het
slijpwerktuig.
/ w
erkIng
BsgV 35
4.1 p
kundige regelmatig na ca. 300-400 werkuren, maar
minstens eenmaal per jaar, de motor demonteren, reini-
gen en de vier schuifkleppen op slijtage controleren.
4.1.1 l
Luchtafvoerslang van de draairing halen en vervangen.
4.1.2 l
Luchtafvoerslang verwijderen (zie punt 4.1.1).
Slangklem losmaken en luchttoevoerslang van de aans-
luiting halen.
4. r
eParatIe
reVentief onderhoud
Controleer het stationair toerental perio-
diek en na elk onderhoud. Zelfs als de ma-
chine nog perfect werkt, moet een des-
uchtAfVoerslAng VerVAngen
uchttoeVoerslAng VerVAngen
/o
nderhoud
25