Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
Voorkom vooral dat er benzine of olie in uw ogen spat.
■
Als er benzine of olie in uw ogen is gespat, moet u ze
onmiddellijk met helder water spoelen. Als ze geïrriteerd
blijven, dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
Veeg onmiddellijk eventuele sporen van gemorste
■
brandstof af.
(afb. 3)
BRANDSTOF MENGEN
Dit apparaat is voorzien van een tweetaktmotor die
■
loopt op een mengsel van benzine en synthetische
tweetaktolie. Vermeng de loodvrije benzine en de
synthetische tweetaktolie in een schone houder die
goedgekeurd is voor gebruik met benzine.
De motor werkt op loodvrije autobenzine met een
■
octaangehalte van 91 ([R+M]/2) of meer.
G e b r u i k g e e n m e n g s m e r i n g z o a l s d i e b i j
■
benzinestations wordt verkocht voor motoren,
brommers, enz.
Gebruik uitsluitend synthetische tweetaktolie. Gebruik
■
geen motorolie voor auto's of tweetaktolie voor
buitenboordmotoren.
Meng de benzine en de synthetische tweetaktolie in
■
een verhouding van 50:1 (2% olie).
Zorg dat de brandstof goed met de olie is vermengd
■
voordat u de tank bijvult.
Meng de brandstof in kleine hoeveelheden: maak
■
een voorraad voor hoogstens een maand. Wij raden
u tevens aan om een synthetische tweetaktolie te
gebruiken die een brandstofstabilisator bevat.
1 liter
+
20 ml
2 liter
+
40 ml
3 liter
+
60 ml
4 liter
+
80 ml
5 liter
+
100 ml =
TANK BIJVULLEN
Maak de omgeving van de tankdop schoon om te
■
voorkomen dat de brandstof vervuild raakt.
Draai de tankdop langzaam los om de druk te laten
■
ontsnappen en te voorkomen dat er brandstof
rondom de dop vrijkomt.
Giet voorzichtig en zonder morsen het brandstof-
■
mengsel in de tank.
Reinig de afdichting en controleer de goede staat
■
voordat u de dop terugplaatst.
Sluit de tank onmiddellijk met de tankdop en draai
■
deze stevig vast. Veeg eventueel gemorste brandstof
af. Loop minstens 9 m weg van de plek waar u de
=
=
=
50:1 (2%)
=
74
brandstoftank hebt bijgevuld voordat u de motor start.
Opmerking: Het is normaal dat er rook vrijkomt als
de motor voor het eerst wordt gestart en soms ook
daarna nog.
WAARSCHUWING
Zet altijd de motor uit voordat u de tank gaat
bijvullen. Vul de tank van een apparaat nooit als
de motor aan staat of nog heet is. Loop minstens
9 m weg van de plek waar u de brandstoftank
hebt bijgevuld voordat u de motor start. Rook niet.
DE GRASMAAIER AAN- EN UITZETTEN
(afb. 4)
WAARSCHUWING
Zet het apparaat nooit in een afgesloten of slecht
geventileerde ruimte aan omdat de uitlaatgassen
dodelijk kunnen zijn.
Vergeet niet om de schakelaar weer in de AAN-stand "I" te
zetten voordat u probeert om de motor te starten.
Koudstart:
1. Druk 10 keer op de brandstofbalg.
OPMERKING: Na de 7e keer drukken, moet de
brandstof in de brandstofbalg zichtbaar zijn. Indien
niet, bljift u drukken tot de brandstof zichtbaar wordt.
2. Zet de chokehendel in chokestand
3. Houd de snelheidsregelaar volledig ingedrukt en trek
aan de starthendel tot de motor start. Trek niet meer
dan 4 keer aan de startkoord.
4. Zet de chokehendel in chokestand
5. Trek aan de startkoord tot de motor start. Trek niet
meer dan 6 keer aan de startkoord.
OPMERKING: Als de motor niet start, herhaalt u de
procedure vanaf stap 2.
6. Laat de motor gedurende 10 seconden draaien en
plaats de chokehendel dan in de stand
Warmstart:
1. Druk 10 keer op de brandstofbalg.
2. Zet de chokehendel in chokestand
3. Trek aan de startkoord tot de motor start.
Motor stilleggen:
Zet de schakelaar in de "o" (uit)-stand.
DE TRIMMER BEDIENEN (Afb. 5)
Houd de trimmer vast met uw rechterhand op de achterste
handgreep en met uw linkerhand op de voorste handgreep.
Houd het toestel met beide handen stevig vast wanneer u
het bedient. De trimmer moet op een comfortabele hoogte
worden vastgehouden met de achterste handgreep op
heuphoogte.
.
.
.
.