ROBBE Spirit M-8 Instrucciones De Montaje Y Manejo página 68

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 57
alledrie de servo's die onder de tuimelschijf gemonteerd
zitten gelijkmatig naar boven bewegen. De tuimelschijf
moet in een rechte lijn naar boven gaan.
Servo-instellingen voor roll en nick
-
Bij een HR 3 beweging stuurt de tuimelschijf in de
richting dat de helikopter vliegt.
-
Bij een roll uitslag naar rechts moet de tuimelschijf naar
rechts kantelen. Eventueel servoweg in zender omkeren
(of mixpercentage in tuimelschijfmix).
-
Bij de nick uitslag naar voren moet de tuimelschijf naar
voren kantelen. Eventueel servoweg in zender omkeren
(of mixpercentage in tuimelschijfmix).
Servoweg-instelling hekrotorservo
Hint: Bij een hekrotorsturing naar rechts moet het bovenste
hekrotorblad naar rechts (naar de staartbuis) bewegen.
Eventueel draairichting servo omkeren.
Controle gyro werking
Stel de gyro op maximale gevoeligheid (max gain). Draai de
staartboom scherp rechtsom, zodat de neus van het toestel
naar links gaat. Als de gevouwen staartrotorbladen naar
voren staan moet het bovenste rotorblad richting de staart-
boom bewegen (RE in de richting van de tekening).
Eventueel draairichting van de gyro omkeren, of bij goedko-
pere types gyro op zijn kop monteren.
Eindcontrole
Bij de neutraalstelling (sticks in de middenstand) moeten alle
servohevels haaks staan. Hierbij moet de instelhoek van de
rotorbladen +9 graden zijn, maximum pitch +14 graden en
minimum pitch +4.
De aandrijving
Hoofd en staartrotorbladen demonteren en de motor met
wisselende belasting, met 1 of 2 accu ladingen in laten lopen
(de opgaven zijn voor gebruik meegeleverde seriemotor).
Montage- en gebruiksaanwijzing
Spirit M-8
Instellen bladspoor
Als je het model voor de eerste keer gaat gebruiken is het
van essentieel belang dat de bladen in-lijn lopen (tracking).
Dit wordt gedaan bij draaiende motor, kijk langs de rotorbla-
den en controleer de hoogte van de bladtips.
Als de bladtips op verschillende hoogten lopen tijdens het
zweven, kun je of de hoek van de laagste verhogen of de
hoek van de hoogste verlagen.
Dit wordt gedaan door de kogellink aan de stuurarm van de
tuimelschijf te demonteren en in de daarvoor gewenste
richting te draaien.
Hoogste toerental hoofdrotorkop met houten bladen: 1650
toeren per minuut.
Algemene informatie voor radiobesturing
Bij de settings die beschreven worden in het volgende stuk
gaan we uit van het gebruik van een standaard motor, de
aanbevolen Heli Control 825 speed controller en een FX 18
zender.
Als uw model helikopter efficiënt moet lopen, moeten de
mechanische aanpassingen juist zijn.
Voor veiligheidsredenen moeten de hoofd en staartrotorbla-
den verwijderd worden voor het maken van de aanpassingen
aan de snelheidsregelaar en gascurve programmering.
Voordat je verder gaat met de programmering moet het
systeem voldoen:
-
Stel de snelheidsregelaar af volgens de instructies.
-
De volgende waarden moeten worden ingesteld in de
tuimelschijfmixer.
Roll 100%
Nick 100%
Pitch 40%
De eerste stap is het bepalen van het zweefpunt.
De eerste waarde die je afstelt met stick in de middenpositie
en een pitchhoek van +9 graden. Zet de tuimelschijfmixer op
het stelpunt. Stel hierbij andere waarden af:
-
Pitch max 14 graden
-
Pitch min +4 graden
34
Hekrotorcompensatie
Hekrotormix moet alleen worden ingesteld als de gyro dit
vereist. Hiermee wordt bereikt dat bij stijgen en dalen van het
model geen verdraaiingen plaatsvinden rond de rotoras. Dit
ongewenste verdraaien kan per richting worden ingesteld.
Dit ongewenste verdraaien wordt opgewekt door variaties in
het koppel gegenereerd door de rotorbladen.
De basisinstellingen
Het model moet eerst getrimt worden in neutraal zweefposi-
tie. Het model moet dan geen neiging hebben om te draai-
en.
Standaard revosetting 25%. Wanneer het model in stan-
daard zweefpositie is, ineens veel pitch geven.
Als het model draait om de verticale as tegen de rotatie-
richting in, vergroot je de positieve staart compensatie
(REVO UP) Curve 1.
Als het model draait om de verticale as met de rotatierichting
mee, verklein je de positieve staartcompensatie (REVO UP)
Curve 2.
Belangrijk
Na het eerste in gebruik nemen alle schroefverbindingen in
het bijzonder alle aandrijfverbindingen controleren en alle 3
tot 5 uur moeten de volgende delen gevet en/of geolied wor-
den:
-
hoofdrotoras op het punt van de tuimelschijf
-
hekrotoras bij de pitchbrug
-
hoofdtandwielvertraging
-
staartrotoraandrijving
Nog een tip tot slot:
Sla nooit hulp af van ervaren en goede piloten. En andere
dingen zul je uit ervaring moeten leren.
robbe Modelsport GmbH & Co.KG
Technische wijzigingen onder voorbehoud
No.
S 2881
loading

Este manual también es adecuado para:

S 2881