Proefdraaien
Item
Doelwaarde expansieklep binnenunit
11
voor verwarming
Opening expansieklep binnenunit tijdens
12
onderbreking van verwarmingsmodus
Opening expansieklep binnenunit in de
13
thermo-off stand van de verwarming
Initiële opening expansieklep
14
binnenunit in de thermo-on stand van
de verwarming
Initiële opening expansieklep binnen-
15
unit in de koelmodus
Initiële opening expansieklep buiten-
16
unit in de verwarmingsmodus
17 Geluidsarme functie
18 Vraagregeling
19 Instelling functie golf
Beveiliging tegen daling in uitlaat-
20
temperatuur voor koeling
21 Niet voorbereid
11 PROEFDRAAIEN
11.1 VOORAFGAANDE CONTROLES
Het proefdraaien moet worden uitgevoerd volgens de instructies
in hoofdstuk Proefdraaien.
G E VA A R
Gebruik het systeem niet voordat u alle te controleren pun-
ten hebt afgewerkt. Raadpleeg voor het proefdraaien van de
binnenunit de installatie- en onderhoudshandleiding van de
binnenunit en CH-unit.
Controleer of de koudemiddelleidingen en de communicatiekabels
tussen de buitenunit en de binnenunits zijn aangesloten op het-
zelfde koudemiddelcircuit. Dit kan namelijk tot storingen of zelfs
ernstige ongevallen leiden. Controleer of de DSW-switches van
het koudemiddelcircuit (DSW1 en RSW1 op de buitenunits, DSW5
en RSW2 op de binnenunits) en de nummers van de binnenunits
correct zijn ingesteld voor het systeem. Controleer of de instelling
van de DIP-switches op de printplaat van de binnen- en buiten-
units correct is. Let speciaal op het nummer van de buitenunit, het
nummer van het koudemiddelcircuit en de aansluitweerstand.
Controleer of de elektrische weerstand groter is dan 1 MΩ door
de weerstand tussen de aarde en de klemmen van de elektri-
sche componenten te meten. Als dat niet het geval is, gebruik
dan het systeem niet voordat eventuele elektrische lekken zijn
opgespoord en verholpen. Sluit geen spanning aan op de com-
municatieklemmen.
Controleer of alle kabels, L1, L2, L3 en N (R, S en T) correct zijn
aangesloten op de voedingskabel. Als dat niet het geval is, zal de
unit niet werken en verschijnt er in de afstandsbediening de alarm-
code "05". Controleer en vervang in dat geval de voedingskabel, in
overeenstemming met het op de achterkant van de serviceafdek-
kap bevestigde blad.
L E T O P
Zorg ervoor dat de hoofdvoeding minstens 12 uur op voorhand
wordt ingeschakeld, om de olie van de compressor op te warmen
met behulp van de verwarmingselementen.
585
PMML0294A_rev.2_02-2014.indb 585
SEG2
SEG1
SH
O
Si
O
So
O
ci
O
cb
O
ch
O
db
O
dE
O
UE
O
Fb
O
F
O
PMML0294A rev.2 - 07/2014
SET
Item
Aanpassing van ventilatorrotatie
22
(bij meervoudige installatie)
23 Niet voorbereid
Instelling Thermo-off modus voor
24
buitenunit na ontdooien
25 Niet voorbereid
26 Niet voorbereid
27 Niet voorbereid
Intermitterend bedrijf van de ventilator-
28
motor van de buitenunit
Doelwaarde expansieklep binnenunit
29
voor koeling (alleen voor de RCI-FSN3
serie)
30 Niet voorbereid
31 Niet voorbereid
32 Niet voorbereid
33 Niet voorbereid
De buitenunits van de FSXN1E en FSXNH(E) series schakelen
pas 4 uur na het aansluiten van de voedingkabel in (stopcode d1-
22). Als de unit binnen de 4 uur moet worden opgestart, annuleer
dan als volgt deze beveiliging:
1 Schakel de voeding naar de buitenunit in.
2 Wacht 30 seconden.
3 Houd PSW5 op de PCB van de buitenunit langer dan 3 se-
conden ingedrukt op code d1-22 te wissen. Wanneer een af-
standsbediening wordt gebruikt voor het annuleren, druk dan
3 seconden lang tegelijkertijd op de knoppen AIR FLOW en
AUTO LOUVER.
Wanneer meerdere basisunits worden gecombineerd, kleef dan
het label op een zichtbare plek op de primaire unit (buitenunit 1)
zodat deze gemakkelijk kan worden geïdentificeerd. Kleef geen
label op de secundaire unit (buitenunits 2 en 3).
L E T O P
Wanneer de totale isolatieweerstand van de unit lager dan 1 MΩ
is, kan het zijn dat de isolatieweerstand van de compressor laag
is als gevolg van het koudemiddel dat zich in de compressor be-
vindt. Dit kan gebeuren als de unit lange tijd niet is gebruikt.
1 Koppel de kabels van de compressor los en meet de isolatie-
weerstand van de compressor. Als de weerstand groter dan
1 MΩ is, doet zich een isolatiefout voor in een ander elek-
trisch component.
2 Als de isolatieweerstand lager is dan 1 MΩ, ontkoppel de
compressorkabel van de printplaat van de omvormer. Scha-
kel vervolgens de hoofdschakelaar voor netvoeding naar de
krukkastverwarming in. Meet na 3 uur spanningtoevoer op-
nieuw de isolatieweerstand (een langere periode van span-
ningtoevoer kan eventueel nodig zijn, afhankelijk van de
luchtomstandigheden, de leidinglengte of de toestand van
het koudemiddel). Controleer opnieuw de isolatieweerstand
en sluit de compressor terug aan. Als de aardelekschakelaar
springt, controleer dan of hij het juiste vermogen heeft: zie
hoofdstuk Hoofdschakelaar.
SEG2
SEG1
SET
Fo
O
L
O
d5
O
F1
O
F2
O
F3
O
F4
O
F5
O
F6
O
F7
O
F8
O
F9
O
14/07/2014 12:33:28