De unit installeren
7.3.4 Belangrijke punten
•
De in de afbeeldingen vermelde afmetingen omvatten de vrije
ruimte die nodig is voor een doorsnee installatie en voor onder-
houdswerk in koelmodus bij een buitentemperatuur van 35°C.
Als de buitentemperatuur hoger is en als de kans bestaat op
een interferentie tussen de binnen- en buitenlucht, bepaal
dan de meest geschikte afmetingen door het luchtdebiet te
berekenen in vergelijking met de vermelde afmetingen.
7.4 FUNDERING EN VERANKERINGEN VAN BUITENUNIT
7.4.1 Funderingen
O P M E R K I N G
Alle afmetingen zijn in millimeter.
A
Betonkader ø100x150
B
Waterafvoer 100x20
C
Isolatiemateriaal met trilbescherming
D
Koudemiddelleidingen
De funderingen voor de buitenunit moet meer dan 150 mm boven
het niveau van de grond liggen.
De funderingen moeten voorzien zijn van laterale afvoerkanalen
om het condensatiewater af te voeren.
Wanneer een systeem van afvoerleidingen nodig is voor de bui-
tenunit, dient u het accessoire DBS-TP10A te gebruiken. Instal-
leer in koude klimaten geen afvoerleidingen of opvangbakken,
want deze kunnen bevriezen en breken.
G E VA A R
Het afgevoerde condensatiewater mag niet naar door voet-
gangers bewandelde plekken worden afgeleid. In lage tem-
peraturen kan het afvoerwater bevriezen en slipgevaar ver-
oorzaken.
De funderingen moet het gewicht van de hele basis van de unit
kunnen dragen en moet worden gelegd zoals hieronder afgebeeld.
A
B
C
Controleer of de voor-, achter- en zijkanten van de unit horizontaal
staan: er mag niet meer dan 10 mm verschil tussen elke kant zijn.
De funderingen moeten sterk genoeg zijn om ervoor te zorgen
dat de unit:
•
niet scheef staat;
•
geen abnormalge geluiden produceert;
•
stevig blijft staan bij sterke winden of aardbevingen.
537
PMML0294A_rev.2_02-2014.indb 537
A
B
D
C
A
A
Voorkant van de unit
B
B
Basis van de unit
C
Funderingen
C
PMML0294A rev.2 - 07/2014
•
Bij gegroepeerde installaties kunnen maximaal zes units (A)
in een groep worden geïnstalleerd, op elk een afstand van
één meter.
•
Als de unit aan alle vier kanten omringd is door muren, houd
dan een van de muren gedeeltelijk open.
•
Houd de bovenkant open om interferentie tussen de inlaat- en
uitlaatlucht van elke buitenunit te voorkomen.
7.4.2 Locatie van de ankerbouten
O P M E R K I N G
Alle afmetingen zijn in millimeter.
1
1
A
131
948
131
Zet de buitenunit vast met ankerbouten (niet-meegeleverd).
A. Openingen voor de ankerbouten (4x) 38x15.
1 Buitenunit SET FREE RAS-(8-12)FSXN1E en
2
RAS-(5/6)FSXNH(E)
2 Buitenunit SET FREE RAS-(14/16)FSXN1E en
RAS-(8-12)FSXNH(E)
A
Schema voor het bevestigen van buitenunit met ankerbouten
(niet meegeleverd).
A
Moer
B
Sluitring
C
Ankerbout M12
D
Betonvulling
E
Beton
1
A
2
131
948
131
2
A
14/07/2014 12:33:01