Hemato-
Monstertype
criet %
Volbloed-
monster
Plasma/
serummonster
Het is mogelijk het variabele meetbereik uit te schakelen, in dat geval is het vaste meetbereik
voor volbloedmonsters 2,4−140 mg/L. Om het variabele meetbereik uit te schakelen, moet
u de instellingen van het QuikRead go-instrument aanpassen. Hiervoor wijzigt u de easy
CRP-testparameters: Instellingen –> Meetstroom –> Testparameters. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van het instrument voor meer informatie.
High-dose hook-effect
CRP-concentraties die lager zijn dan 1000 mg/L geven geen valse lage uitslagen.
Lineariteit
De recoveries in seriële verdunningen van CRP-plasmamonsters liepen uiteen van 85%
tot 104%.
13 Traceerbaarheid
De gebruikte kalibratoren om de CRP-test van de QuikRead go easy CRP-test te kalibreren
zijn traceerbaar in het ERM
14 Vergelijking van methoden
Plasmamonsters
laboratoriummethode, een point-of-care-test en de QuikRead go easy CRP-methode. In
onderstaande tabel vindt u een overzicht van de correlatieonderzoeken.
Klinische laboratoriummethode
y
=
r
=
n
=
Vergelijkbaarheid van volbloed versus plasma
Bij een vergelijking van 94 klinische monsters leverden volbloedmonsters (y) en
plasmamonsters (x) vergelijkbare uitslagen op: y = 1,00x - 0,5
15 Aanbeveling voor afvoer
●
Voer de inhoud af volgens de nationale en lokale wetgeving.
●
Alle patiëntmonsters, gebruikte cuvetten, capillairbuisjes en plunjers moeten worden
behandeld en afgevoerd als potentieel infectieus materiaal.
Materialen van de componenten van de QuikRead go easy CRP-kit:
Papier: gebruiksinstructies
Karton: dozen met de kit en de Sample Collectors met onderdelen binnenin
Plastic: cuvetten, reagensdoppen, folie over cuvetrek, Sample Collector-frame,
cuvetrek
Glas: capillair deel van Sample Collector
Metaal: buisjes reagensdop, deksels cuvet
Niet voor recycling: deksels van buisjes van reagensdoppen (meerdere)
●
Bij gebruik overeenkomstig een goede laboratoriumpraktijk, goede beroepshygiëne en
de gebruiksinstructies, zullen de geleverde reagentia naar verwachting geen gevaar
voor de gezondheid vormen.
16 Troubleshooting
Foutmeldingen
Foutmeldingen van de QuikRead go analyser zijn weergegeven in onderstaande tabel. Meer
informatie over foutmeldingen vindt men in de handleiding van de QuikRead go analyser.
Foutmelding
Meting niet toegestaan.
Controleer reagenscap.
Meting niet toegestaan.
Cuvet-temperatuur te laag.
Meting niet toegestaan.
Cuvet-temperatuur te hoog.
Meting geannuleerd.
Blanko te hoog.
Meting geannuleerd.
Onstabiele blanko.
Meting geannuleerd.
Fout bij toevoeging van
reagens.
Geen resultaat.
Hematocriet te laag.
Geen resultaat.
Hematocriet te hoog.
Onverwachte lage en hoge meetresultaten
Mogelijke redenen voor onverwachte lage en hoge resultaten zijn weergegeven in de
onderstaande tabel.
Probleem
Mogelijke oorzaak
Monstervolume te
klein.
Onverwacht
laag resultaat.
Monster te lang in de
Sample Collector.
Monstervolume te
groot.
Onverwacht
hoog
resultaat.
Buffervolume te klein.
De cuvet is vuil.
Componenten van
Onverwacht
verschillende kitlots of
laag/hoog
testen gebruikt.
resultaat.
Onjuiste opslag van
reagentia.
Monster-
volume
15–19
20–24
25–29
30–33
34–36
37–39
40–42
43–45
46–50
51–53
54–57
58–60
61–64
65–68
69–71
72–75
–
-DA474-referentiemateriaal.
®
van
een
patiënt
Analyse volgens Passing-Bablok
1,00x - 0,5
0,988
92
Correcties
Controleer of er op de cuvet een reagenscap zit en dat het
blauwgroene binnendeel niet naar beneden is gedrukt.
Laat de cuvet opwarmen tot kamertemperatuur
(18...25ºC). Meet dezelfde cuvet opnieuw.
Laat de cuvet afkoelen tot kamertemperatuur (18...25ºC). Meet
dezelfde cuvet opnieuw.
Meet dezelfde cuvet opnieuw. Het blankoproces is niet volledig
of het monster kan interfererende substanties bevatten. In het
laatste geval kan de test niet worden afgemaakt.
Voer een nieuwe test uit. Er heeft zich een probleem voorgedaan
bij het aanbrengen van het reagens. Als deze foutmelding
opnieuw verschijnt, controleert u of de CRP-reagensdoppen niet
zijn blootgesteld aan vocht. Controleer ook of het buisje van de
reagensdop goed gesloten is.
Wanneer de hematocrietwaarde in een volbloed-monster
beneden de hematocriet-meetrange van het instrument ligt (zie
sectie 12), wordt geen resultaat getoond.
Wanneer de hematocrietwaarde in volbloedmonsters boven de
hematocriet-meetrange van het instrument ligt (zie sectie 12),
wordt geen resultaat getoond.
Meetbereik
(mg/L CRP)
1,0–140
1,0–150
1,0–160
1,0–170
1,0–180
1,0–190
1,0–200
10 μL
1,1–210
1,2–220
1,3–240
1,4–260
1,5–280
1,7–300
1,9–340
2,1–380
2,4–420
10 μL
1,0–120
werden
geanalyseerd
Correcties
Voer een nieuwe test uit. Zorg ervoor dat de Sample
Collector volledig gevuld is. Zorg ervoor dat het
capillairbuisje geen luchtbellen bevat. Veeg de Sample
Collector niet schoon.
Voer een nieuwe test uit. Monster kan max. 2 minuten
in de Sample Collector worden bewaard.
Voer een nieuwe test uit. Zorg dat de Sample Collector
vol is en dat er geen extra bloed aan de buitenkant
van het capillairbuisje zit. Veeg de Samle Collector niet
schoon.
Voer een nieuwe test uit. Controleer dat het volume
correct is, het vloeistofoppervlak dient tussen de twee
gemarkeerde lijnen op de cuvet te zitten.
Voer een nieuwe test uit. Raak het heldere oppervlak
van het onderste gedeelte van de cuvet niet aan.
Voer een nieuwe test uit. Controleer dat alle reagentia
van hetzelfde kitlot zijn.
Voer een nieuwe test uit. Controleer dat de reagentia
zijn opgeslagen zoals vermeld in de gebruiksinstructies.
In gevallen waarbij
de uitslag boven
het meetbereik ligt,
wordt het resultaat
weergegeven als
"CRP < 1,0 mg/L"
of bijvoorbeeld
"CRP > 200 mg/L".
met
een
Point-of-care-test
y
=
0,93x + 1,2
0,982
r
=
89
n
=
klinische